Ouderschapstesten: Methoden, Betrouwbaarheid en Juridische Aspecten
juni 30, 2025
De financiële situatie van ouders verandert aanzienlijk bij co-ouderschap, met name wanneer er sprake is van een bijstandsuitkering. Deze regeling, waarbij beide ouders gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de opvoeding en verzorging van hun kinderen, brengt specifieke implicaties met zich mee voor de hoogte en voorwaarden van de bijstand. Dit artikel biedt een overzicht van de relevante informatie voor ouders in deze situatie, gebaseerd op beschikbare regels en richtlijnen.
Co-ouderschap houdt in dat beide ouders gelijkwaardige rechten en plichten hebben ten aanzien van hun kinderen. Dit betekent dat zij samen beslissingen nemen over belangrijke zaken zoals schoolkeuze en medische zorg. In de praktijk komt co-ouderschap vaak voor wanneer kinderen ongeveer de helft van de tijd bij de ene ouder verblijven en de andere helft bij de andere ouder. Het is belangrijk te benadrukken dat co-ouderschap in Nederland niet wettelijk vastgelegd is, maar tot stand komt door overeenstemming tussen beide ouders. Een succesvol co-ouderschap vereist veel contact en een goede verstandhouding tussen de ouders, en een maximale woonafstand van ongeveer 7 kilometer wordt als richtlijn gehanteerd.
De hoogte van een bijstandsuitkering wordt berekend op basis van de bijstandsnorm, die als het sociaal minimum geldt. De norm is afhankelijk van de leeftijd en leefsituatie van de aanvrager. Voor gehuwden of samenwonenden bedraagt de norm per 1 januari 2025 € 1.922,07, terwijl deze voor alleenstaanden € 1.345,45 is. Vanaf de AOW-leeftijd gelden andere normen: € 2.053,48 voor gehuwden/samenwonenden en € 1.501,07 voor alleenstaanden. Deze normen worden ieder jaar op 1 januari en 1 juli aangepast.
Bij co-ouderschap gelden specifieke regels voor de bijstandsuitkering. In veel gevallen ligt de hoogte van de uitkering tussen de norm voor een alleenstaande en die voor eenoudergezinnen. Eén van de ouders ontvangt bijstand naar de norm voor een alleenstaande ouder, terwijl de andere ouder naar de norm voor een alleenstaande wordt beoordeeld. Ouders kunnen onderling afspreken wie de alleenstaande ouder uitkering krijgt; bij gebrek aan een regeling beslist de gemeente, meestal op basis van wie de kinderbijslag ontvangt.
Een belangrijk aspect bij co-ouderschap en bijstand is de ALO-kop (alleenstaandeouderkop), een toeslag voor alleenstaande ouders. Deze kop wordt in principe aan één van de ouders toegekend. Omdat de Wet op het kindgebonden budget niet voorziet in de mogelijkheid om de ALO-kop te splitsen, moeten ouders onderling afspraken maken over de verdeling van dit bedrag. Indien ouders er niet in slagen om tot een overeenkomst te komen, kunnen zij de rechter verzoeken om een verdeling te eisen. In sommige gevallen kan er sprake zijn van aanvullende bijzondere bijstand als geen van beide ouders recht heeft op een ALO-kop, of als de rechter heeft bepaald dat de ALO-kop niet verdeeld kan of mag worden.
Bij de beoordeling van het vermogen van een co-ouder wordt het vermogen van het minderjarige kind volledig in aanmerking genomen. De vermogensgrens voor de co-ouder is gelijk aan de vermogensgrens voor een alleenstaande ouder. Dit betekent dat het totale vermogen van de ouder en het kind samen wordt meegenomen bij de beoordeling of er recht is op bijstand. Er kan een regeling worden getroffen waarbij het vrij te laten vermogen kan worden verhoogd.
Het aantal volwassen huisgenoten beïnvloedt de hoogte van de bijstandsuitkering. Hoe meer personen van 27 jaar of ouder in de woning wonen, hoe lager de uitkering. Dit komt doordat de woonkosten gedeeld kunnen worden. Dit wordt de kostendelersnorm genoemd.
Alimentatie wordt gezien als inkomen voor de bijstandsaanvrager. De gemeente trekt alimentatie af van de uitkering. Dit geldt ook voor kinderalimentatie, zolang het kind nog geen 18 is. Als het kind 18 jaar of ouder is, gaat de alimentatie naar het kind zelf en wordt deze niet van de uitkering van de ouder afgetrokken. Ouders zijn verplicht om alimentatie aan te vragen, tenzij de rechter anders heeft bepaald. Als de ex-partner geen alimentatie betaalt, kan de gemeente het LBIO (Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen) inschakelen.
De kinderbijslag wordt door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) uitgekeerd. Bij co-ouderschap gaat de SVB er vanuit dat een kind in twee huizen woont en de ouders de bijdrage eerlijk verdelen. Voor de huurtoeslag kan een kind maar bij één ouder zijn ingeschreven. De andere ouder kan het kind wel meetellen bij het huishouden voor de aanvraag, mits een verklaring co-ouderschap wordt overgelegd.
Bij co-ouderschap worden de kosten voor de kinderen niet in één huishouden gemaakt, maar in twee. Het is belangrijk om afspraken te maken over welke kosten worden verdeeld en welke niet. Kosten zoals vakanties en uitstapjes kunnen het beste buiten de verdeling worden gehouden. Te verdelen kosten, zoals verzekeringen en schoolkosten, kunnen worden verdeeld naar draagkracht, rekening houdend met het inkomen van beide ouders. Er zijn verschillende manieren om de kosten te verdelen: 50/50, naar draagkracht, of naar de periode dat het kind bij de ouder verblijft.
Ouders zijn verplicht om veranderingen in hun situatie, zoals de geboorte van een kind, door te geven aan de gemeente. Dit is de inlichtingenplicht.
Wanneer een ouder een pleegkind opvangt, worden de kosten voor het pleegkind in principe vergoed door de ouders van het kind. Als de ouders dit niet kunnen, kunnen zij bijzondere bijstand aanvragen. Als een volwassen kind (21 jaar of ouder) bij de ouder woont, kan dit invloed hebben op de hoogte van de bijstandsuitkering, afhankelijk van het inkomen van het kind.
Bij co-ouderschap is het opstellen van een ouderschapsplan verplicht. Dit plan bevat afspraken over de zorg, opvoeding, financiële aspecten en communicatie met betrekking tot de kinderen. Het ouderschapsplan moet worden ingediend bij de rechtbank in geval van een scheiding of echtscheiding.
De bijstandsuitkering bij co-ouderschap is een complexe materie met specifieke regels en aandachtspunten. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de leefsituatie, het vermogen, de ALO-kop en de alimentatie. Het is belangrijk voor ouders om zich goed te laten informeren over hun rechten en plichten en om duidelijke afspraken te maken over de verdeling van kosten en verantwoordelijkheden. Een goed ouderschapsplan is essentieel voor een succesvol co-ouderschap en kan helpen om conflicten te voorkomen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet