Jaarurensystematiek in de kinderopvang: Uitleg over werking, regels en voordelen
juli 17, 2025
De vaststelling van de hoofdverblijfplaats van een kind na scheiding of beëindiging van een relatie is een complex proces, met name in situaties van co-ouderschap. Ouders moeten, indien mogelijk, gezamenlijk beslissen waar het kind officieel ingeschreven zal worden. Dit besluit heeft niet alleen juridische gevolgen, maar kan ook invloed hebben op financiële aspecten en de praktische organisatie van het gezinsleven. Dit artikel biedt een overzicht van de juridische aspecten en overwegingen rondom de hoofdverblijfplaats bij co-ouderschap, gebaseerd op beschikbare informatie.
In principe bepalen beide ouders samen waar het hoofdverblijf van het kind zich bevindt. Na deze beslissing moeten zij de hoofdverblijfplaats van het kind wijzigen bij de gemeente. Het is belangrijk te benadrukken dat, zelfs wanneer een kind ouder is dan 12 jaar, het kind zelf niet de beslissing mag nemen. Zolang het kind minderjarig is, blijven de ouders verantwoordelijk voor deze beslissing. Ouders dienen zorgvuldig te overwegen dat een verandering van woonomgeving en de mate van contact met beide ouders een ingrijpende impact kan hebben op het kind.
Komen de ouders er niet samen uit, dan kan de rechter een beslissing nemen. In situaties van zuiver co-ouderschap, waarbij het kind afwisselend een week bij elke ouder verblijft, heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden geoordeeld dat het vaststellen van het hoofdverblijf bij een van de ouders geen recht doet aan de gelijkwaardige positie van beide ouders. In dergelijke gevallen kan de rechter besluiten slechts het adres te bepalen waar het kind ingeschreven moet worden in de Basisregistratie Personen (BRP), zonder een formele hoofdverblijfplaats vast te stellen.
Een verhuizing is een ingrijpende gebeurtenis, zeker wanneer er kinderen bij betrokken zijn en er sprake is van co-ouderschap. In principe is voor een verhuizing met kinderen, wanneer er sprake is van gezamenlijk gezag, de toestemming van de andere ouder vereist. Zelfs bij co-ouderschap, waarbij de kinderen formeel geen hoofdverblijfplaats bij één van de ouders hebben, wordt in de praktijk vaak toestemming verwacht. Het ontbreken van toestemming kan de verhuizing juridisch onrechtmatig maken en in extreme gevallen zelfs als kinderontvoering worden beschouwd. Schriftelijke toestemming is essentieel. Indien toestemming wordt geweigerd, kan de rechter worden ingeschakeld om vervangende toestemming te verlenen.
De hoofdverblijfplaats van een kind heeft financiële consequenties. De ouder bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, kan doorgaans de kinderbijslag en het kindgebonden budget aanvragen. Bij co-ouderschap kan de kinderbijslag op verzoek worden gesplitst aan de ouders. Het recht op kindgebonden budget blijft echter vaak bij de ouder die de kinderbijslag aanvraagt. De financiële voordelen van inschrijving bij de ouder met het laagste inkomen kunnen aanzienlijk zijn, aangezien het kindgebonden budget gebaseerd is op het inkomen.
Het is echter belangrijk op te merken dat ook de ouder bij wie het kind niet het hoofdverblijf heeft, onder bepaalde omstandigheden alimentatie kan vragen. De hoogte van de alimentatie wordt bepaald aan de hand van de behoefte van het kind en de draagkracht van beide ouders.
Wettelijk gezien kan een kind slechts op één adres staan ingeschreven bij de Basisregistratie Personen (BRP). Bij co-ouderschap is het belangrijk om praktische afspraken te maken over waar het kind officieel wordt ingeschreven. Dit heeft gevolgen voor zaken zoals toeslagen, kinderbijslag en gemeentelijke voorzieningen. Het is aan te raden om met de ex-partner te overleggen en samen afspraken te maken die in het belang zijn van het kind.
In sommige gevallen kan het voordelig zijn om het kind bij de ouder in te schrijven die het minst verdient, vanwege de hoogte van het kindgebonden budget. Echter, de keuze voor de inschrijving moet altijd in het belang van het kind worden genomen, rekening houdend met de praktische organisatie van het gezinsleven en de band met beide ouders.
Na het vaststellen van de hoofdverblijfplaats kan het in bepaalde situaties noodzakelijk zijn om deze te wijzigen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als het kind bij de andere ouder wil gaan wonen. Als ouders gezamenlijk het gezag hebben, kunnen zij het hoofdverblijf van het kind alleen wijzigen als de andere ouder daarvoor toestemming geeft. Als de ouders er samen niet uitkomen, kunnen zij de rechter vragen om een beslissing te nemen.
De rechter zal bij een verzoek tot wijziging van de hoofdverblijfplaats rekening houden met verschillende factoren, waaronder de wijze van verdeling van de zorgtaken tussen de ouders, de leeftijd van de kinderen en hun mening over de wijziging, en het recht en het belang van de ouder om een nieuwe start te maken. Ook wordt gekeken naar alternatieven om eventuele negatieve gevolgen van de verhuizing voor het kind te beperken.
Indien ouders er niet in staat zijn om overeenstemming te bereiken over de hoofdverblijfplaats van hun kind, kan de rechtbank een beslissing nemen. In veel gevallen zal de rechtbank advies inwinnen bij de Raad voor de Kinderbescherming, die een onderzoek uitvoert om het belang van het kind te waarborgen.
De rechtbank zal bij haar beslissing streven naar een oplossing die het beste is voor het kind, rekening houdend met alle relevante omstandigheden. Het is belangrijk om te onthouden dat het belang van het kind altijd voorop staat.
Het hebben van de hoofdverblijfplaats geeft de betreffende ouder een informatievoorsprong. Deze ouder wordt gezien als eerste contactpersoon en ontvangt bijvoorbeeld alle post van instanties. Indien het kind ook op de zorgverzekeringspolis van deze ouder is bijgeschreven, kan de andere ouder geen informatie opvragen bij de zorgverzekeraar over het kind. Het is belangrijk dat hulpverleners zich bewust zijn van de macht die door de ouder met het hoofdverblijf kan worden uitgeoefend.
De vaststelling van de hoofdverblijfplaats van een kind bij co-ouderschap is een complex proces dat zorgvuldige overweging vereist. Ouders moeten, indien mogelijk, gezamenlijk beslissen waar het kind officieel ingeschreven zal worden, rekening houdend met de juridische, financiële en praktische gevolgen. Indien ouders er niet in staat zijn om overeenstemming te bereiken, kan de rechtbank een beslissing nemen, waarbij het belang van het kind altijd voorop staat. Het is essentieel om duidelijke afspraken te maken en deze vast te leggen, om toekomstige conflicten te voorkomen en een stabiele omgeving voor het kind te creëren.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet