Inkomensafhankelijke Combinatiekorting bij Co-Ouderschap: Rechten en Voorwaarden
juni 30, 2025
De verdeling van zorg en financiële verantwoordelijkheid na een scheiding is een complex onderwerp, zeker wanneer sprake is van co-ouderschap. Dit artikel biedt een overzicht van de regels en overwegingen rondom alimentatie bij co-ouderschap, gebaseerd op beschikbare informatie over de duur van partneralimentatie, de berekening van kinderalimentatie en het belang van duidelijke afspraken.
Alimentatie is een financiële bijdrage die wordt geleverd voor het levensonderhoud van kinderen of een ex-partner na een scheiding. Er zijn twee hoofdtypen: kinderalimentatie, bedoeld voor de verzorging en opvoeding van de kinderen, en partneralimentatie, bedoeld voor de financiële ondersteuning van de ex-partner. De verplichting tot het betalen van kinderalimentatie geldt tot het kind 21 jaar is, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals een handicap waardoor het kind niet zelf in zijn levensonderhoud kan voorzien. Beide ouders zijn verantwoordelijk voor het financieel onderhouden van hun kinderen, ongeacht de relatiestatus.
Bij co-ouderschap, waarbij beide ouders een gelijkwaardige rol in de zorg en opvoeding van hun kinderen vervullen, wordt de alimentatie op een andere manier berekend dan bij traditionele regelingen. Hoewel de zorg gelijkmatig wordt verdeeld, kan het zijn dat de ene ouder een hoger inkomen heeft dan de andere. In dat geval kan er nog steeds sprake zijn van kinderalimentatie om het verschil in draagkracht te compenseren. De hoogte van de alimentatie wordt berekend op basis van het inkomen van beide ouders, de behoefte van de kinderen en de precieze zorgverdeling.
Wanneer de zorg fifty-fifty verdeeld is, kan het voorkomen dat er geen alimentatie betaald hoeft te worden, mits de inkomens van beide ouders gelijk zijn. Echter, als er een inkomensverschil is, of als de kinderen meer bij één van de ouders verblijven, kan er een alimentatiebedrag worden vastgesteld. De kosten van de kinderen, zoals schoolgeld, kleding, sport en vrije tijd, worden in principe door beide ouders gedeeld.
De duur van partneralimentatie is afhankelijk van het moment waarop de scheiding is uitgesproken. Sinds 1 januari 2020 is de hoofdregel dat de alimentatieperiode maximaal vijf jaar duurt. Er zijn echter uitzonderingen op deze regel. Zo kan de partneralimentatie langer duren als er uit het huwelijk kinderen jonger dan twaalf jaar zijn geboren, of als de ontvangende partner binnen tien jaar de AOW-leeftijd bereikt en het huwelijk langer dan vijftien jaar heeft geduurd. Voor huwelijken langer dan vijftien jaar waarbij de ontvangende partner geboren is op of voor 1 januari 1970, is de alimentatietermijn tien jaar.
Voor scheidingen die vóór 1 januari 2020 zijn uitgesproken, gold een maximale periode van twaalf jaar voor partneralimentatie. In sommige gevallen kan de periode worden verlengd als de financiële situatie van de ontvangende partner verslechtert.
De partneralimentatie vervalt in bepaalde situaties, zoals wanneer de ontvangende partner opnieuw trouwt, gaat samenwonen, of zelf voldoende inkomsten heeft om van te leven. Ook kan de alimentatie vervallen na afloop van de afgesproken periode.
De alimentatieverplichting is niet statisch. Veranderingen in de omstandigheden van beide ouders kunnen leiden tot een herberekening van de alimentatie. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een verandering in inkomen, een wijziging in de zorgverdeling, of wanneer de kinderen ouder worden en andere kosten hebben. Het is raadzaam om de afspraken over alimentatie periodiek te herzien en aan te passen aan de veranderende situatie.
Het is essentieel om afspraken over alimentatie juridisch vast te leggen, bijvoorbeeld via een convenant opgesteld met behulp van een mediator, advocaat of notaris. Dit zorgt voor duidelijkheid en rust voor de toekomst. Goede communicatie en overleg tussen beide ouders zijn cruciaal, vooral bij co-ouderschap. Flexibiliteit kan helpen bij het aanpakken van onvoorziene uitgaven en veranderende omstandigheden.
Bij co-ouderschap kan de situatie complexer worden als één van de ouders een nieuwe partner heeft. Als de nieuwe partner stiefouder wordt, kan dit invloed hebben op de kinderalimentatie. In sommige gevallen kan de rechter de kinderalimentatie verlagen als de stiefouder financieel bijdraagt aan het gezin. Als de nieuwe partner ouderlijk gezag krijgt, kan hij of zij ook verplicht worden om mee te betalen aan de verzorging van de kinderen.
Als een ouder de alimentatie niet betaalt, kan de andere ouder het LBIO (Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen) inschakelen. Het LBIO kan de alimentatie innen, maar dit brengt kosten met zich mee voor de betalende ouder. De ontvanger kan het LBIO gratis inschakelen, mits de bijdrage is vastgesteld door de rechter en de betalende partner het afgelopen half jaar minimaal één keer niet heeft betaald.
Bij co-ouderschap zijn duidelijke en gedetailleerde afspraken essentieel. Een helder ouderschapsplan kan helpen om misverstanden te voorkomen en de samenwerking tussen beide ouders te bevorderen. Het is raadzaam om een mediator of juridisch adviseur in te schakelen om ervoor te zorgen dat alle aspecten van co-ouderschap en alimentatie systematisch worden behandeld.
Alimentatie bij co-ouderschap is een complex onderwerp dat afhankelijk is van verschillende factoren, waaronder het inkomen van beide ouders, de zorgverdeling en de duur van het huwelijk. Het is belangrijk om de regels en overwegingen rondom alimentatie goed te begrijpen en om duidelijke afspraken te maken die juridisch zijn vastgelegd. Goede communicatie en overleg tussen beide ouders zijn essentieel om een eerlijke en rechtvaardige regeling te bereiken die het welzijn van de kinderen waarborgt.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet