Goed Genoeg Ouderschap: Een Veilige Basis voor Kinderen en Ouders
juni 30, 2025
Het concept van ‘goed genoeg ouderschap’ is een veelbesproken thema in de opvoeding. Het draait niet om perfectie, maar om het bieden van een stabiele en liefdevolle omgeving waarin een kind kan opgroeien en zich optimaal kan ontwikkelen. Dit artikel belicht de verschillende aspecten van goed genoeg ouderschap, gebaseerd op inzichten uit onderzoek en richtlijnen, en biedt handvatten voor ouders en opvoeders.
Volgens Winnicott, een invloedrijke kinderarts en psychoanalyticus, houdt goed genoeg ouderschap in het bieden van een stabiele, zorgzame en liefdevolle ‘bemoediging’ van het kind. Dit betekent dat ouders adequaat reageren op de behoeften van hun kind, rekening houdend met de culturele context en de veranderende behoeften van het kind door de tijd heen. Essentiële elementen zijn liefde, zorg, verbinding, controle door het stellen van grenzen, en stimulering van de ontwikkeling.
Goed genoeg ouderschap vereist een besef van verantwoordelijkheid voor het kind, wat meer is dan alleen verantwoordelijk handelen. Het gaat om het continu behartigen van de belangen van het kind, ook wanneer dit moeilijk is. Ouders moeten in staat zijn om hun kind liefde en affectie te geven, te verzorgen, te beschermen en een stimulerende omgeving te bieden.
Om te beoordelen of een opvoedsituatie ‘goed genoeg’ is, kan men zich oriënteren op een model dat veertien voorwaarden beschrijft waaronder een kind zich optimaal kan ontwikkelen. Deze voorwaarden zijn gebaseerd op het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind en omvatten zowel aspecten binnen het gezin als in de bredere samenleving.
De eerste zeven voorwaarden richten zich op het gezin:
De overige zeven voorwaarden richten zich op de samenleving:
Ouders met een licht verstandelijke beperking (LVB) kunnen extra uitdagingen ervaren in de opvoeding. Onderzoek toont aan dat twee derde van de Nederlandse gezinnen met een LVB-ouder niet ‘goed genoeg’ functioneert als ouder. Dit betekent niet dat alle LVB-ouders problemen ervaren; er is een grote diversiteit binnen deze groep. Sommige ouders met een LVB functioneren prima en hebben geen professionele ondersteuning nodig.
Echter, er zijn specifieke aandachtspunten. Ouders met een LVB kunnen onzeker zijn, moeite hebben met het inschatten van de behoeften van hun kind, en een beperkt sociaal netwerk hebben. Het is belangrijk om deze ouders te ondersteunen bij het ontwikkelen van opvoedvaardigheden en het creëren van een stabiele omgeving voor hun kind. Er zijn diverse organisaties die gespecialiseerde ondersteuning bieden, zoals MEE, het Landelijk Kenniscentrum LVB, en de William Schrikker Groep. Factsheets en handreikingen van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) en Amerpoort kunnen ook waardevolle informatie bieden.
Het niet opdagen bij afspraken (no-show) kan een signaal zijn van een zorgwekkende situatie, zoals verwaarlozing of mishandeling. Er wordt onderscheid gemaakt tussen niet verschijnen met bericht (NVMB) en niet verschijnen zonder bericht (NVZB). Bij NVZB wordt gekeken naar de frequentie: de eerste keer niet verschijnen wordt anders behandeld dan meerdere keren. Er zijn specifieke stroomschema's ontwikkeld voor het proces bij niet verschijnen, om te bepalen welke stappen de jeugdzorg moet nemen.
Het is belangrijk om te benadrukken dat niet verschijnen niet automatisch betekent dat er sprake is van mishandeling of verwaarlozing. Er kunnen diverse redenen zijn waarom ouders niet komen opdagen, zoals een lage sociaaleconomische status, taalbarrières, of praktische problemen. Echter, het is wel belangrijk om alert te zijn en de situatie te onderzoeken, vooral bij herhaaldelijk niet verschijnen zonder bericht.
De ontwikkeling van een kind wordt beïnvloed door de interactie tussen de ontwikkelingsbehoeften van het kind, de capaciteiten van de ouders om in die behoeften te voorzien, en de invloed van gezins- en omgevingsfactoren. Het Framework for the Assessment of Children in Need and Their Families biedt een instrument om deze factoren in kaart te brengen.
Belangrijke gezinsfactoren zijn de gezinssamenstelling, de relatie tussen de ouders, de gezinsgeschiedenis, en de functionering van het gezin. Omgevingsfactoren omvatten de buurt, de school, en het sociale netwerk. Het is belangrijk om te kijken naar de sterke en zwakke punten van het gezin en de omgeving, en om te bepalen welke ondersteuning nodig is om de ontwikkeling van het kind te bevorderen.
Bij ouders met een verstandelijke beperking worden vier kwalificaties van ouderschap onderscheiden: goed ouderschap, goed genoeg ouderschap, problematisch ouderschap, en tekortschietend ouderschap. Tekortschietend ouderschap omvat situaties waarin ouders hun kind verwaarlozen, mishandelen of onvoldoende ondersteunen.
Het streven naar ‘goed genoeg’ ouderschap is realistischer en haalbaarder dan het nastreven van perfectie. Het gaat om het bieden van voldoende ondersteuning aan het kind in zijn of haar ontwikkeling, rekening houdend met de individuele behoeften en mogelijkheden van het kind en de ouders.
Goed genoeg ouderschap is een complex concept dat niet draait om perfectie, maar om het bieden van een stabiele, liefdevolle en stimulerende omgeving voor een kind. Het vereist een besef van verantwoordelijkheid, aandacht voor de behoeften van het kind, en de bereidheid om te leren en te groeien als ouder. Voor ouders met een licht verstandelijke beperking kan extra ondersteuning nodig zijn, maar ook zij kunnen in staat zijn om ‘goed genoeg’ ouders te zijn. Het in kaart brengen van de veertien voorwaarden voor optimale ontwikkeling en het signaleren van risicofactoren zijn belangrijke stappen om de ontwikkeling van het kind te bevorderen en te beschermen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet