Hoogsensitieve Pubers: Ondersteuning en Begrip in een Veranderende Wereld
juni 30, 2025
De invoering van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding in 2009 had als doel een gelijkwaardiger rol voor beide ouders na een scheiding te bevorderen. Echter, uit diverse rapporten en juridische analyses blijkt dat deze wet onbedoeld heeft bijgedragen aan een toename van complexe scheidingen, ook wel vechtscheidingen genoemd. Dit artikel onderzoekt de relatie tussen gelijkwaardig ouderschap, de wetgeving en de toename van conflicten, gebaseerd op beschikbare gegevens en juridische interpretaties.
De wet beoogt dat kinderen na een scheiding recht hebben op gelijke verzorging en opvoeding door beide ouders. Dit impliceert gelijke rechten en plichten voor beide ouders, en dat het ouderschap gebaseerd is op de relatie tussen ouder en kind, niet op de relatie tussen de ouders onderling. De wetgever streefde naar een situatie waarin ouders na een scheiding een meer gelijkwaardige rol zouden krijgen. Het is echter belangrijk te benadrukken dat de wet niet automatisch een 50/50 verdeling van de zorgtijd voorschrijft. Maatwerk is vereist, en de belangen van het kind staan voorop.
Sinds de invoering van het ouderschapsplan is er een duidelijke toename van het aantal vechtscheidingen waargenomen, met een stijging van ten minste 15 procent. Deze toename wordt toegeschreven aan de nadruk op gelijkwaardig ouderschap, waarbij ouders vaker op hun rechten staan en een gelijke verdeling van de zorg eisen, zelfs als dit voorheen niet de praktijk was. De communicatie tussen ouders verslechtert vaak in deze situaties, wat leidt tot conflicten over de verdeling van de tijd die kinderen bij elke ouder doorbrengen. In extreme gevallen worden kinderen zelfs voor de deur afgezet of via derden, zoals grootouders, overgedragen.
Ondanks de wetgeving blijft de ‘maternal preference’ – de ingesleten voorkeur voor de moeder als primaire verzorger – een belangrijke factor in de uitkomst van scheidingsprocedures. Uit onderzoek blijkt dat het hoofdverblijf van kinderen na een scheiding in bijna alle gevallen nog steeds aan de moeder wordt toegewezen. Dit komt deels door traditionele rolpatronen, waarbij de man als broodwinner wordt gezien en de vrouw de zorg voor het huishouden en de kinderen op zich neemt. Rechters sluiten vaak onbewust of bewust aan bij deze traditionele verdeling.
Het concept van gelijkwaardig ouderschap wordt vaak verward met gelijkheid in de verdeling van de zorgtijd. De Hoge Raad heeft echter geoordeeld dat gelijkwaardigheid niet automatisch een 50/50 verdeling vereist. De verdeling van de zorg moet in het belang van het kind worden bepaald. Rechters zullen beoordelen of een gelijke verdeling daadwerkelijk het beste is voor het kind, rekening houdend met de specifieke omstandigheden van de situatie.
Een succesvol co-ouderschap vereist een goede ouderrelatie, wederzijds respect en een goede afstemming en communicatie tussen ouders. Andere factoren die een rol spelen zijn de werktijden van ouders, de woonomstandigheden, school- en sporttijden, en de emotionele draagkracht van kinderen en ouders. Een sterk gepolariseerde situatie tussen de ouders kan een contra-indicatie vormen voor het vaststellen van een gelijke verdeling van de zorg.
Onderzoek toont aan dat de betrokkenheid van een vader een positieve invloed heeft op de mentale gezondheid van kinderen, hun vermogen om met emoties om te gaan, en hun sociaal gedrag. Kinderen met betrokken vaders vertonen minder anti-sociaal gedrag en hebben een hoger zelfrespect. Het is essentieel dat het contact tussen vader en kinderen niet verbroken of onderbroken raakt, en dat dit zo snel mogelijk wordt hersteld. Prenatale betrokkenheid van de vader is hierbij cruciaal voor later engagement.
Het ouderschapsplan, dat sinds 2009 verplicht is bij scheidingen, is bedoeld als een leidraad voor ouders om afspraken te maken over de zorg, opvoeding en financiële aspecten van hun kinderen. Het ouderschapsplan kan ouders helpen om na te denken over de toekomst en om goede afspraken te maken, vooral in combinatie met mediation. Echter, uit onderzoek blijkt dat er slordig wordt omgesprongen met de verplichting om een ouderschapsplan op te stellen en de afspraken na te leven. Er is behoefte aan strengere controle op de naleving van deze verplichtingen.
Rechters interpreteren het beginsel van gelijkwaardig ouderschap in de praktijk op verschillende manieren. In sommige uitspraken wordt de nadruk gelegd op het belang van het behoud van het contact met beide ouders, zelfs in situaties waarin de communicatie tussen de ouders slecht is. In andere gevallen wordt de veiligheid en het welzijn van het kind als doorslaggevend beschouwd, en wordt een gelijke verdeling van de zorg afgewezen. Een uitspraak van het gerechtshof 's-Hertogenbosch illustreert dat zelfs in complexe situaties met aanhoudende conflicten een gelijke verdeling van de zorg mogelijk kan zijn, mits er voldoende begeleiding en toezicht is.
In vechtscheidingen is het vaak moeilijk om tot een overeenkomst te komen over de verdeling van de zorg. Ouders zijn vaak zo verstrikt in hun eigen belangen dat ze het belang van het kind uit het oog verliezen. De rechtbank speelt een cruciale rol bij het beoordelen van de situatie en het nemen van beslissingen die in het belang van het kind zijn. Rechters moeten rekening houden met alle relevante factoren, waaronder de wensen van het kind, de ouderlijke capaciteiten en de mogelijkheid tot samenwerking tussen de ouders.
Om de toename van vechtscheidingen te voorkomen, is het belangrijk om ouders beter voor te lichten over de gevolgen van een scheiding voor kinderen en over de mogelijkheden van co-ouderschap. Ook is het essentieel om conflicten te voorkomen en te bemiddelen in geschillen tussen ouders. Maatregelen zoals ouderschapscoaching en mediation kunnen ouders helpen om tot constructieve afspraken te komen en om het welzijn van hun kinderen te waarborgen.
De invoering van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding heeft onbedoeld bijgedragen aan een toename van vechtscheidingen. Hoewel de wet bedoeld was om een gelijkwaardiger rol voor beide ouders te bevorderen, heeft de nadruk op gelijkwaardigheid geleid tot meer conflicten en juridische procedures. De ‘maternal preference’ speelt nog steeds een rol, en de interpretatie van gelijkwaardig ouderschap varieert in de praktijk. Een succesvol co-ouderschap vereist een goede ouderrelatie, wederzijds respect en een goede afstemming. Om de negatieve gevolgen van vechtscheidingen te beperken, is het essentieel om ouders beter voor te lichten, conflicten te voorkomen en te bemiddelen in geschillen. Het welzijn van het kind moet altijd voorop staan.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet