Co-ouderschap: Afspraken, Registratie en Financiële Aspecten
juni 30, 2025
In de complexe wereld van belastingaangiften en gezinsadministratie, kan de situatie rondom kinderen ten laste en co-ouderschap verwarrend zijn. Dit artikel biedt een overzicht van de regels en mogelijkheden met betrekking tot fiscaal co-ouderschap, gebaseerd op de beschikbare informatie. Het behandelt de implicaties voor de belastingaangifte, kinderbijslag, en andere relevante toeslagen, met als doel ouders en verzorgers te informeren over hun rechten en plichten.
Fiscaal co-ouderschap is een regeling die van toepassing is wanneer ouders na een scheiding de zorg en opvoeding van hun kinderen gelijkmatig verdelen. Dit betekent niet noodzakelijk dat de kinderen exact de helft van de tijd bij beide ouders verblijven, maar wel dat er een vast patroon is van gelijkwaardige opvang en opvoeding. Een belangrijk aspect is dat de overeenkomst hierover expliciet fiscaal co-ouderschap moet vermelden en bekrachtigd moet zijn door de Familierechtbank of geregistreerd moet zijn.
Zonder fiscaal co-ouderschap is het kind fiscaal ten laste van de ouder bij wie het kind gedomicilieerd is. Deze ouder kan dan de volledige belastingvoordelen claimen die aan een kind ten laste verbonden zijn. De andere ouder kan in dat geval 80% van het betaalde onderhoudsgeld fiscaal inbrengen.
De keuze wie de kinderen ten laste aangeeft, is belangrijk. Als ouders gehuwd zijn of wettelijk samenwonen en een gezamenlijke aangifte indienen, maakt het in principe niet uit wie de kinderen ten laste neemt. De belastingdienst zal ambtshalve de kinderen toewijzen aan de echtgenoot met het hoogste belastbaar inkomen. Bij feitelijk samenwonen neemt het hoofd van het gezin de kinderen ten laste.
Bij scheiding is de situatie complexer. In de meeste gevallen is het kind fiscaal ten laste van de ouder bij wie het kind gedomicilieerd is. Echter, ouders kunnen kiezen voor fiscaal co-ouderschap, waarbij de belastingvoordelen worden verdeeld.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is een heffingskorting voor werkende ouders met kinderen jonger dan 12 jaar. Deze korting kan ook van toepassing zijn in situaties van co-ouderschap, ongeacht bij welke ouder het kind is ingeschreven. Voor 2025 geldt dat de IACK wordt afgeschaft voor kinderen die na deze datum geboren worden, maar de regeling blijft bestaan voor kinderen geboren vóór 1 januari 2025, tot 1 januari 2037. Om in aanmerking te komen, moet het kind ten minste 6 maanden in hetzelfde huishouden verblijven en moet de ouder een arbeidsinkomen hebben boven een bepaald bedrag.
Bij co-ouderschap maakt het niet uit welke ouder de kinderbijslag ontvangt. Beide ouders hebben recht op 50% van de kinderbijslag, ook al ontvangt één ouder het volledige bedrag. Het is mogelijk om de kinderbijslag te verdelen over beide ouders, wat vooral relevant kan zijn in combinatie met het kindgebonden budget (KGB) en de alleenstaande ouderkop (AOK).
Het kindgebonden budget is een extra bijdrage in de kosten voor kinderen tot 18 jaar. Om in aanmerking te komen, moet de ouder kinderbijslag ontvangen. Als co-ouders beide een deel van de kinderbijslag ontvangen, kan elk van hen mogelijk in aanmerking komen voor het KGB, afhankelijk van hun inkomen en vermogen.
Co-ouders kunnen hun kinderen meetellen als medebewoner voor de eventueel te ontvangen huurtoeslag, zelfs als de kinderen niet bij hen ingeschreven staan. De Belastingdienst kan een verklaring van co-ouderschap opvragen, ondertekend door beide ouders.
Bij fiscaal co-ouderschap mogen ouders geen aftrek van onderhoudsgeld claimen, tenzij het onderhoudsgeld uitsluitend betrekking heeft op de periode vóór de gelijkmatig verdeelde huisvesting.
Fiscaal co-ouderschap is niet altijd voordelig. Voor gezinnen met één of twee kinderen kan het voordeliger zijn, mits beide ouders belast worden als alleenstaande en daardoor elk de volledige belastingvrije som kunnen benutten. Bij meer dan drie kinderen is fiscaal co-ouderschap meestal nadeliger.
Een goed ouderschapsplan is essentieel bij co-ouderschap. Dit plan moet de afspraken over de zorg, opvoeding, omgang en financiële verantwoordelijkheden van de kinderen bevatten. De Belastingdienst kan dit plan opvragen om te controleren of er daadwerkelijk sprake is van co-ouderschap.
Ouders kunnen jaarlijks kiezen wie de kinderen ten laste aangeeft, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. De kinderen moeten op hetzelfde adres gedomicilieerd zijn als de ouder die ze ten laste heeft en op 1 januari van het aanslagjaar deel uitmaken van het gezin van die ouder.
Bij fiscaal co-ouderschap zijn er specifieke codes die in de belastingaangifte gebruikt moeten worden om de verdeling van de belastingvrije som aan te geven. Deze codes zijn onder andere 1034 (aantal kinderen met gelijkmatig verdeelde huisvesting), 1035 (aantal kinderen met een zware handicap) en 1054 (aantal kinderen jonger dan 3 jaar waarvoor geen belastingvermindering voor kinderopvang wordt gevraagd).
Fiscaal co-ouderschap is een complexe regeling die zorgvuldige planning en administratie vereist. Het is belangrijk om de regels en mogelijkheden te begrijpen om de belastingvoordelen optimaal te benutten. Ouders die scheiden en de zorg voor hun kinderen gelijkmatig willen verdelen, moeten zich goed laten informeren over de implicaties voor de belastingaangifte, kinderbijslag en andere toeslagen. Een goed ouderschapsplan en accurate administratie zijn essentieel om problemen met de Belastingdienst te voorkomen. De regels rondom de IACK veranderen in de komende jaren, dus het is belangrijk om op de hoogte te blijven van de actuele wetgeving.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet