Ouderlijke Uitputting: Herkenning, Oorzaken en Manieren om Ermee Om te Gaan
juni 30, 2025
De situatie rondom huurwoningen en gezinsverhoudingen kan complex worden bij een scheiding of het overlijden van een ouder. Dit artikel biedt een overzicht van de rechten en plichten van huurders en medebewoners in dergelijke situaties, met speciale aandacht voor de positie van kinderen en jongvolwassenen. De informatie is gebaseerd op juridische overwegingen en richtlijnen voor woningcorporaties.
Wanneer een echtpaar of partners een woning huren, is doorgaans één van hen de contractant. De andere partner wordt in de regel gezien als medebewoner, tenzij anders is overeengekomen in het huurcontract. Dit onderscheid is belangrijk, omdat medebewoners niet dezelfde rechten hebben als huurders. Inwonende kinderen die na hun meerderjarigheid bij hun ouders blijven wonen, vallen vaak ook onder de categorie medebewoner. Zij genieten dan niet automatisch van dezelfde bescherming als een huurder.
Een belangrijk concept in het huurrecht is de ‘duurzame gemeenschappelijke huishouding’. Dit verwijst naar een situatie waarin bewoners een langdurige en stabiele relatie hebben, samenwonen en elkaars levensonderhoud gedeeltelijk of geheel verzorgen. Het aantonen van een duurzame gemeenschappelijke huishouding kan cruciaal zijn voor het behoud van de huurovereenkomst na het overlijden van een ouder of bij een scheiding.
Het is echter niet altijd eenvoudig om een duurzame gemeenschappelijke huishouding aan te tonen. De rechter beoordeelt dit per geval, waarbij alle omstandigheden in onderling verband worden bekeken. Factoren die meespelen zijn onder meer de duur van de samenwoning, de mate van financiële afhankelijkheid, de verdeling van taken in het huishouden en de intentie om samen te blijven wonen. Het enkele feit dat een kind na het bereiken van de meerderjarigheid nog bij zijn ouders woont, is op zichzelf niet voldoende om van een duurzame gemeenschappelijke huishouding te spreken.
Wanneer een ouder overlijdt, kan de situatie voor de achterblijvende kinderen onzeker zijn. Als het kind niet op het huurcontract staat, is het in principe niet gerechtigd om de huurovereenkomst voort te zetten. Echter, er zijn uitzonderingen. Zo kan het kind, onder bepaalde voorwaarden, de huurovereenkomst gedurende een bepaalde periode voortzetten, bijvoorbeeld zes maanden, om de tijd te hebben om een nieuwe woonruimte te vinden.
Woningcorporaties hebben inmiddels maatregelen genomen om de positie van jongvolwassen wezen te verbeteren. De Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 is aangepast, waardoor het mogelijk is om jongvolwassenen die bij hun overleden ouder(s) woonden een tijdelijke huurovereenkomst van maximaal twee jaar aan te bieden. Dit kan betrekking hebben op de ouderlijke woning of een andere corporatiewoning.
Om in aanmerking te komen voor een voortzetting van de huurovereenkomst, is het belangrijk om bewijs te verzamelen van een duurzame gemeenschappelijke huishouding. Dit kan bijvoorbeeld door middel van:
Bij een scheiding is de vraag wie de huurwoning mag behouden vaak een belangrijk aandachtspunt. Als beide partners op het huurcontract staan, moeten zij gezamenlijk beslissen over de voortzetting van de huurovereenkomst. Als zij er niet uitkomen, kan de rechter een beslissing nemen. De rechter zal hierbij een belangenafweging maken, waarbij rekening wordt gehouden met de belangen van beide partners en eventuele kinderen.
In sommige gevallen kan de rechter het huurrecht toekennen aan de partner die het meeste belang heeft bij het behoud van de woning, bijvoorbeeld omdat deze de primaire verzorging van de kinderen op zich neemt. De partner die het huurrecht toegewezen krijgt, is vervolgens verantwoordelijk voor de betaling van de huur.
Een specifieke vorm van co-ouderschap is ‘birdnesting’, waarbij de kinderen in de ouderlijke woning blijven wonen en de ouders om de beurt in- en uitverhuizen. Juridisch kan dit complex zijn, vooral als een van de ouders een nieuwe relatie aangaat. In principe verandert het hebben van een nieuwe relatie niets aan de rechten op de huurwoning, zolang de huurovereenkomst dit niet anders bepaalt. Het is echter wel belangrijk dat beide ouders afspraken maken die in overeenstemming zijn met de huurovereenkomst.
Het is essentieel om bewijs te verzamelen om de eigen positie te versterken. Dit kan bestaan uit:
In complexe situaties is het raadzaam om juridisch advies in te winnen. Het Juridisch Loket kan gratis advies geven, terwijl een rechtsbijstandverzekering dekking kan bieden voor de kosten van een advocaat.
Voor ouders die (overwegen te) scheiden en tijdelijke woonruimte nodig hebben, kan Parentshouse een oplossing bieden. Dit initiatief biedt tijdelijke woonruimte waar ouders om de beurt met hun kinderen kunnen verblijven, in de buurt van het ouderlijk huis. Dit maakt het mogelijk om de zorgtaken te blijven vervullen en het contact met de kinderen te behouden.
De wetgeving rondom huurwoningen en gezinsverhoudingen is complex en kan in de praktijk tot onduidelijkheden leiden. Het is daarom belangrijk om tijdig contact op te nemen met de woningcorporatie en juridisch advies in te winnen. Woningcorporaties worden aangemoedigd om maatwerk te leveren en rekening te houden met de specifieke omstandigheden van elke situatie.
Het is ook van belang om te beseffen dat het aantonen van een duurzame gemeenschappelijke huishouding niet altijd eenvoudig is. Het verzamelen van bewijs en het inschakelen van professionele hulp kan hierbij van essentieel belang zijn.
De situatie rondom huurwoningen bij scheiding of overlijden is vaak complex en vereist een zorgvuldige aanpak. Het is belangrijk om de rechten en plichten van huurders en medebewoners te kennen, bewijs te verzamelen en tijdig advies in te winnen. Woningcorporaties spelen een belangrijke rol bij het bieden van ondersteuning en het vinden van passende oplossingen. Door proactief te handelen en de juiste stappen te ondernemen, kan de impact van een scheiding of overlijden op de woon situatie worden geminimaliseerd.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet