Open Communicatie met Ouders: Een Gedeelde Verantwoordelijkheid
juni 29, 2025
De juridische aspecten rondom ouderlijk gezag kunnen complex zijn, met name in situaties waarin de vader geen juridisch ouderschap heeft. Dit artikel biedt een overzicht van de rechten en plichten van een vader in deze situatie, gebaseerd op de huidige wetgeving en jurisprudentie in Nederland. Het behandelt de mogelijkheden voor het verkrijgen van gezag, de rechten met betrekking tot omgang en informatie, en de procedures die gevolgd kunnen worden.
Juridisch ouderschap ontstaat door geboorte binnen een huwelijk of geregistreerd partnerschap, door erkenning van het kind, of door adoptie (bron 4). De moeder wordt automatisch juridisch ouder bij de geboorte van het kind, mits zij meerderjarig is (bron 6). Voor de vader is erkenning essentieel om juridisch ouder te worden (bron 4). Tot 1 januari 2023 betekende erkenning door de vader niet automatisch gezamenlijk ouderlijk gezag; de moeder oefende het gezag alleen uit (bron 6). Sinds die datum verkrijgen ongehuwde en niet-geregistreerde partners automatisch gezamenlijk gezag met de moeder bij erkenning van het kind (bron 5, 9). Voor kinderen die vóór 1 januari 2023 erkend zijn, geldt deze regel niet en moet gezamenlijk gezag apart worden aangevraagd (bron 5).
Als de ouders niet getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben, en het kind is erkend vóór 1 januari 2023, moeten zij gezamenlijk het gezag aanvragen (bron 4). Dit kan online via rechtspraak.nl, en is kosteloos, zonder de noodzaak van een advocaat (bron 4). Vereist is wel dat beide ouders instemmen en dat er geen sprake is geweest van een gezagsbeëindigende maatregel (bron 4). Als de moeder niet meewerkt, kan de vader het gezag via een reguliere rechtbankprocedure aanvragen, waarbij de bijstand van een advocaat noodzakelijk is (bron 4). De rechtbank zal dan beoordelen of het toekennen van gezag in het belang van het kind is (bron 6).
Zelfs zonder ouderlijk gezag heeft een vader bepaalde rechten. Hij heeft recht op omgang met zijn kind (bron 1, 3, 6, 8). Dit recht is vastgelegd in de wet en internationale verdragen (bron 1). De vader kan een verzoek tot omgang indienen bij de rechter (bron 1). De gezaghebbende ouder is verplicht de band tussen het kind en de ouder zonder gezag te bevorderen (bron 1). Daarnaast heeft de vader recht op informatie over belangrijke zaken met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind (bron 1, 3). Hij heeft ook recht op consultatie over belangrijke beslissingen betreffende het kind (bron 1). Informatie van professionals kan, tenzij er een zwaarwegend belang tegen is, aan de vader worden verstrekt (bron 1).
Een vader zonder gezag heeft, ondanks het ontbreken van gezag, wel degelijk plichten. Na erkenning van het kind heeft hij een onderhoudsplicht tot de leeftijd van 21 jaar (bron 3). Dit is een wettelijke verplichting (bron 3).
Eenhoofdig gezag, waarbij slechts één ouder het gezag uitoefent, kan worden aangevraagd in specifieke situaties (bron 2). Dit is relevant als de vader niet betrokken is bij het leven van het kind (bron 2). De procedure omvat het verzamelen van documenten en het indienen van een verzoekschrift bij de rechtbank, waarin de redenen voor de aanvraag en het belang van het kind worden onderbouwd (bron 2). Eenhoofdig gezag kan ook wenselijk zijn als een ouder ernstig verslaafd is, in het buitenland woont en niet bereikbaar is, of als er geen contact is en geen afspraken gemaakt kunnen worden (bron 7).
Het gezamenlijk ouderlijk gezag kan in uitzonderlijke gevallen door de rechter worden beëindigd (bron 11). Dit gebeurt alleen als het in het belang van het kind is, bijvoorbeeld wanneer gezamenlijke besluitvorming onmogelijk is door een slechte verstandhouding tussen de ouders (bron 11). De Raad voor de Kinderbescherming wordt vaak geraadpleegd voordat een beslissing wordt genomen (bron 6, 8, 11). Het is belangrijk te benadrukken dat beëindiging van het gezamenlijk gezag niet automatisch betekent dat de andere ouder geen recht meer heeft op omgang of informatie (bron 11).
De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) speelt een belangrijke rol bij procedures rondom ouderlijk gezag. De rechtbank vraagt vaak advies aan de RvdK, die een onderzoek instelt en adviseert over het belang van het kind (bron 6, 8, 11). De RvdK kan ook zelf een verzoek tot ontneming van het ouderlijk gezag indienen, zelfs zonder uithuisplaatsing (bron 11).
Als de moeder minderjarig is, gelden er specifieke regels. Een meerderjarigverklaring kan nodig zijn om het gezag te kunnen uitoefenen (bron 10). Als de vader meerderjarig is, kan de rechter beslissen of hij gezamenlijk gezag krijgt of dat de moeder alleen het gezag behoudt (bron 10).
Het ouderlijk gezag kan in de loop der tijd worden gewijzigd. Als de omstandigheden veranderen, kan een ouder de rechter verzoeken om het gezag te wijzigen (bron 7, 11). De rechter zal opnieuw beoordelen wat in het belang van het kind is (bron 11).
Een goede verstandhouding tussen de ouders is essentieel voor een succesvolle uitoefening van het gezamenlijk ouderlijk gezag (bron 8). Als de verstandhouding slecht is, kan de rechtbank verwijzen naar hulpverleningstrajecten om de communicatie te verbeteren (bron 8).
Het aanvragen van gezamenlijk gezag via het online formulier is kosteloos (bron 4). Een procedure via de rechtbank, waarbij een advocaat noodzakelijk is, brengt kosten met zich mee, waaronder griffierechten (bron 3).
De positie van een vader zonder juridisch ouderschap is complex, maar hij heeft wel degelijk rechten en plichten. Het verkrijgen van gezag vereist vaak een juridische procedure, maar is essentieel voor een actieve rol in de opvoeding van het kind. Zelfs zonder gezag heeft de vader recht op omgang en informatie. Het is van groot belang dat de belangen van het kind voorop staan bij alle beslissingen rondom ouderlijk gezag. De wetgeving rondom ouderlijk gezag is in recente jaren gewijzigd, met name door de automatische toekenning van gezamenlijk gezag bij erkenning door de vader sinds 1 januari 2023.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet