De Ontwikkeling van Ouders: Zes Fasen in het Ouderschap
juni 29, 2025
Co-ouderschap, de gedeelde zorg en opvoeding van kinderen na scheiding, is een regeling die in de afgelopen decennia een steeds belangrijkere rol heeft gekregen. Ouders die uit elkaar gaan, streven er steeds vaker naar om beide actief betrokken te blijven bij het leven van hun kinderen. De coronacrisis heeft echter nieuwe uitdagingen en vragen doen ontstaan rondom de praktische invulling van co-ouderschap, en de juridische aspecten ervan, ook met betrekking tot meerderjarige kinderen. Dit artikel biedt een overzicht van de belangrijkste overwegingen en richtlijnen, gebaseerd op beschikbare informatie.
Tot ongeveer 1995 was het gebruikelijk dat kinderen na een scheiding voornamelijk bij de moeder werden geplaatst, die het eenhoofdig gezag kreeg. De vader had vaak een beperkte rol in de opvoeding. Deze situatie is geleidelijk veranderd, mede dankzij de inspanningen van vaders die meer betrokkenheid wilden. De Wet Bevordering Voortgezet Ouderschap en Zorgvuldige Scheiding (2009) erkende het belang van beide ouders in het leven van hun kinderen, ook na een scheiding. Dit heeft geleid tot een toename van co-ouderschapsregelingen, waarbij ouders de zorg en verantwoordelijkheid gelijkmatig delen.
De coronacrisis bracht onverwachte problemen met zich mee voor co-ouders. De combinatie van thuiswerken, het verzorgen van kinderen die niet naar school of de opvang konden, en de zorgen over besmetting, zorgden voor extra druk. De normale afspraken in het ouderschapsplan kwamen soms onder druk te staan, waardoor flexibiliteit en goede communicatie tussen de ouders essentieel werden.
Ondanks de uitdagingen werd benadrukt dat omgangsregelingen in beginsel nagekomen moesten worden. Het feit dat een ouder in de risicogroep valt, of dat er iemand in het huishouden in de risicogroep zit, was geen reden om de omgang stop te zetten. Het RIVM gaf richtlijnen die uitgingen van het feit dat kinderen deel uitmaken van twee gezinnen, ongeacht de vorm van co-ouderschap.
Als ouders het niet eens konden worden over de naleving van de afspraken, werd aangeraden om eerst het gesprek aan te gaan en te proberen tot een oplossing te komen. Indien dit niet lukte, kon men contact opnemen met een advocaat of mediator. In sommige gevallen was het mogelijk om in kort geding om een dwangsom te vragen als de afspraken niet werden nagekomen.
Tijdens de coronacrisis werd het aanbevolen om tijdelijke, noodafspraken te maken die pasten bij de veranderende omstandigheden. Ouders konden zich vragen stellen over het halen en brengen van de kinderen, de communicatie tussen hen, en de naleving van de adviezen van het RIVM. Het was belangrijk om deze afspraken vast te leggen in een ‘noodouderschapsplan’.
Ook werd geadviseerd om rekening te houden met de situatie als één van de ouders of kinderen symptomen vertoonde. Afspraken over wat er in zo’n geval zou gebeuren, en hoe beslissingen over medische zaken genomen zouden worden, waren essentieel. Het was belangrijk om dezelfde regels toe te passen voor de kinderen, bijvoorbeeld met betrekking tot handen wassen en afstand houden.
Het ouderlijk gezag is het recht en de plicht van ouders om zich in te zetten voor de verzorging en opvoeding van hun kinderen. In principe wordt dit gezag door beide ouders uitgeoefend, ook na een scheiding. Ouders moeten het belang van hun kind voorop stellen bij het uitoefenen van dit gezag.
In uitzonderlijke gevallen kan de Familierechtbank het exclusieve ouderlijk gezag toekennen aan één van de ouders, bijvoorbeeld wanneer de andere ouder niet in staat is om weloverwogen beslissingen te nemen vanwege medische of psychologische problemen.
Hoewel co-ouderschap vaak geassocieerd wordt met jongere kinderen, rijst de vraag hoe dit zich verhoudt tot de periode na het achttiende levensjaar van het kind. Deze periode brengt specifieke juridische en financiële overwegingen met zich mee.
Tot ongeveer 1995 werden kinderen na een scheiding bijna altijd toegewezen aan de moeder. De situatie is veranderd, maar de vraag over de financiële verplichtingen en de betrokkenheid van beide ouders na het bereiken van de meerderjarigheid blijft relevant.
Bij co-ouderschap is het belangrijk om afspraken te maken over de verdeling van de kosten. Totdat kinderen 21 jaar oud zijn, moeten ouders in ieder geval bijdragen aan de kosten van onderhoud en studie. Ook na het 21e levensjaar kan een financiële bijdrage verplicht zijn, als het kind kan aantonen dat dit nodig is, of als dit in het ouderschapsplan is afgesproken.
Bij de aanvraag van kinderbijslag kunnen ouders samen beslissen wie de aanvrager wordt. Als er twee of meer kinderen zijn, is het aan te raden om de kinderen op beide adressen in te schrijven.
Bij co-ouderschap is het belangrijk om duidelijke afspraken te maken over de verdeling van de zorgtaken en de kosten. Het is raadzaam om af te spreken welke kosten gedeeld worden en welke niet. Kosten zoals vakanties en uitstapjes kunnen buiten de verdeling gehouden worden.
Het is ook belangrijk om te overwegen hoe ver de ouders uit elkaar mogen wonen. Een te grote afstand kan het co-ouderschap bemoeilijken.
Een goede communicatie tussen de ouders is essentieel voor een succesvol co-ouderschap. Het is belangrijk om open en eerlijk te zijn over de behoeften en wensen van het kind. Als er problemen ontstaan, is het raadzaam om eerst het gesprek aan te gaan en te proberen tot een oplossing te komen. Indien dit niet lukt, kan men de hulp inschakelen van een mediator of advocaat.
Co-ouderschap is een complexe regeling die vraagt om flexibiliteit, goede communicatie en onderling respect. De coronacrisis heeft de uitdagingen rondom co-ouderschap verder benadrukt, maar heeft ook het belang van aanpassingsvermogen en samenwerking aangetoond. Het is essentieel dat ouders het belang van hun kind voorop stellen en samenwerken om een stabiele en liefdevolle omgeving te creëren, ongeacht de omstandigheden. De juridische aspecten van co-ouderschap, zowel tijdens als na de coronacrisis, vereisen zorgvuldige overweging en eventueel professioneel advies.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet