De Sims 4: Bundels voor Familieplezier en Ontwikkeling
juni 29, 2025
Co-ouderschap is een veelvoorkomende gezinsvorm na een scheiding of het beëindigen van een relatie, waarbij ouders gezamenlijk de zorg en opvoeding van hun kinderen delen. De juridische en financiële aspecten van co-ouderschap veranderen echter wanneer kinderen de leeftijd van 18 jaar bereiken. Dit artikel biedt een overzicht van de rechten en plichten van ouders en kinderen in het kader van co-ouderschap na het bereiken van de meerderjarigheid, gebaseerd op de huidige juridische inzichten.
Co-ouderschap kenmerkt zich door een gelijke verdeling van de kosten en de zorg- en opvoedingstaken van de kinderen. Dit betekent dat de draagkracht van beide ouders in overweging wordt genomen bij het bepalen van de financiële bijdrage. Bij co-ouderschap zorgen ouders evenveel voor de kinderen, waardoor ze beiden de kinderen zien opgroeien en gezamenlijk verantwoordelijkheden dragen, zowel praktisch als financieel. Belangrijke beslissingen over de kinderen worden in principe gezamenlijk genomen. Een ouderschapsplan is vaak vereist, zeker wanneer er minderjarige kinderen zijn.
Co-ouderschap is niet per definitie een wettelijke verplichting, maar een afspraak tussen ouders. Het is essentieel dat co-ouderschap in het belang van het kind is en dat beide ouders bereid zijn tot goede communicatie en samenwerking. Er zijn verschillende vormen van co-ouderschap, waaronder een 50/50 verdeling, maar ook varianten zoals 60/40 of 70/30 zijn mogelijk, zolang er minimaal 156 dagen per kalenderjaar bij beide ouders wordt doorgebracht.
In principe blijft een omgangsregeling van kracht totdat het kind meerderjarig wordt. Echter, in de praktijk kan deze regeling eerder eindigen, bijvoorbeeld wanneer kinderen de afspraken niet langer wensen na te komen. De wet specificeert belangrijke leeftijden in relatie tot omgangsregelingen. Vanaf 12 jaar mag het kind zijn mening kenbaar maken aan de rechtbank bij het vaststellen van een omgangsregeling. Op 16-jarige leeftijd kan de praktische uitvoering van een omgangsregeling vaak niet meer worden afgedwongen als het kind dit niet wil. Bij 18 jaar vervalt de omgangsregeling van rechtswege, aangezien het kind dan volledig handelingsbekwaam is.
Het is belangrijk te benadrukken dat een omgangsregeling, ook na het bereiken van de 16 jaar, nog steeds relevant kan zijn, maar de instemming van het kind cruciaal wordt. Ouders kunnen proberen om in overleg met het kind tot een nieuwe regeling te komen, maar kunnen dit niet afdwingen.
Wanneer een kind meerderjarig wordt, vervalt het ouderlijk gezag en daarmee de wettelijke verplichting tot het betalen van kinderalimentatie. Echter, ouders kunnen wel een morele en juridische verplichting hebben om bij te dragen aan het levensonderhoud en de studie van hun meerderjarige kinderen. Deze verplichting geldt doorgaans tot het 21e levensjaar.
De hoogte van de bijdrage hangt af van de behoefte van het kind en de draagkracht van de ouders. Afspraken over de hoogte van dit bedrag worden idealiter tussen ouders en kind gemaakt. Het bedrag kan vergelijkbaar zijn met de eerdere kinderalimentatie, maar kan ook afwijken.
De Belastingdienst hanteert specifieke regels voor toeslagen bij co-ouderschap. Bij co-ouderschap kunnen ouders in aanmerking komen voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting, mits het kind minimaal drie dagen per week bij hen verblijft. De kinderbijslag kan worden gedeeld via de SVB, of wordt automatisch uitgekeerd aan de ouder bij wie het kind staat ingeschreven. Het kindgebonden budget wordt doorgaans aan één ouder uitgekeerd, waarbij het gunstigst voor beide ouders wordt bekeken.
Co-ouderschap vereist een goede samenwerking en communicatie tussen ouders. Wanneer dit niet mogelijk is, kan het moeilijk zijn om co-ouderschap succesvol te laten verlopen. Het is belangrijk om te overwegen of co-ouderschap daadwerkelijk in het belang van het kind is.
Een veelvoorkomende misvatting is dat de alimentatieverplichting vervalt bij co-ouderschap. De verplichting tot het betalen van kinderalimentatie wordt echter gebaseerd op de behoefte van de kinderen en de draagkracht van de ouders, ongeacht de verdeling van de zorg en opvoeding.
Het is belangrijk om te realiseren dat co-ouderschap niet altijd eenvoudig is. Er kunnen spanningen ontstaan tussen ouders, en het kan lastig zijn om de zorg en opvoeding gelijkmatig te verdelen. Mediation kan een nuttig instrument zijn om tot een oplossing te komen bij conflicten.
Er zijn verschillende vormen van ouderschap na een scheiding. Coöperatief ouderschap kenmerkt zich door regelmatige communicatie, gezamenlijke besluitvorming en samenwerking tussen ouders. Parallel ouderschap daarentegen betekent dat ouders hun kinderen elk op hun eigen manier opvoeden, zonder overleg. Bij parallel ouderschap is er weinig communicatie en emotionele betrokkenheid tussen de ouders.
Coöperatief ouderschap wordt over het algemeen als de meest gunstige vorm van ouderschap beschouwd, omdat het de belangen van het kind het beste dient.
Hoewel een kind maximaal twee juridische ouders kan hebben, bestaan er in de praktijk gezinsvormen met meer dan twee opvoeders. De rechten en plichten van ouders zijn vastgelegd in de wet. Het is belangrijk om te weten dat vaders tegenwoordig vaak evenveel rechten hebben als moeders.
Ouderverstoting, het doelbewust weghouden van een kind bij de andere ouder, is strafbaar. Het is belangrijk om te onthouden dat een kind recht heeft op contact met beide ouders, tenzij er sprake is van ernstige bedreigingen voor de veiligheid of het welzijn van het kind.
Co-ouderschap na meerderjarigheid vereist een zorgvuldige afweging van juridische, financiële en praktische aspecten. Hoewel de wettelijke verplichting tot kinderalimentatie vervalt bij het bereiken van de 18 jaar, kunnen ouders nog steeds een morele en juridische verplichting hebben om bij te dragen aan het levensonderhoud en de studie van hun kinderen. Een goede communicatie en samenwerking tussen ouders zijn essentieel om co-ouderschap succesvol te laten verlopen. Het is belangrijk om de belangen van het kind voorop te stellen en om juridisch advies in te winnen indien nodig. De omgangsregeling vervalt bij het bereiken van de 18e verjaardag, maar de wens van het kind speelt een belangrijke rol bij de uitvoering van de regeling tussen de 12e en 16e verjaardag.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet