De Sims 4 Bundels: Een Overzicht van Spelmogelijkheden en Inhoud
juni 29, 2025
Co-ouderschap, waarbij ouders na een scheiding de zorg en opvoeding van hun kinderen gelijkmatig verdelen, heeft aanzienlijke gevolgen voor financiële regelingen en toeslagen. Het is essentieel voor ouders om goed geïnformeerd te zijn over de impact van co-ouderschap op kinderopvangtoeslag, het kindgebonden budget, de kinderbijslag, de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) en de huurtoeslag. Dit artikel biedt een overzicht van deze aspecten, gebaseerd op beschikbare informatie.
Co-ouderschap houdt in dat ouders de dagelijkse opvang en opvoeding van hun kind op jaarbasis ongeveer gelijk verdelen. Dit kan op verschillende manieren worden georganiseerd, bijvoorbeeld door het kind drie dagen per week bij elke ouder te laten verblijven, of door wekelijks afwisselend bij elke ouder te verblijven. Een belangrijke drempel voor co-ouderschap is dat het kind minimaal 156 dagen per kalenderjaar bij elke ouder verblijft. Financiële motieven mogen niet leidend zijn bij het bepalen van de zorgverdeling; het welzijn van het kind staat voorop.
Bij co-ouderschap kunnen beide ouders in principe aanspraak maken op kinderopvangtoeslag. Dit geldt als beide ouders de kinderopvang betalen. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het individuele inkomen en de verdeling van de zorg voor de kinderen. Het is belangrijk om te onthouden dat bij parallel ouderschap beide ouders de toeslag moeten aanvragen bij de Belastingdienst, voor de opvangdagen waarvoor de kinderen bij hen zijn ingeschreven.
Als de kinderopvangtoeslag al op naam van één ouder staat, kan de andere ouder een nieuwe aanvraag indienen voor de uren die hij of zij zelf betaalt. De Belastingdienst kan het ouderschapsplan opvragen om te controleren of er daadwerkelijk sprake is van co-ouderschap. Het is cruciaal om wijzigingen in de situatie, zoals een verandering in de opvanguren, tijdig door te geven via Mijn toeslagen.
De maximale hoeveelheid uren waarvoor kinderopvangtoeslag kan worden aangevraagd is 230 uur per kind per maand. Dit recht wordt op jaarbasis berekend, waardoor overschotten in de ene maand kunnen worden gecompenseerd met tekorten in andere maanden.
Het kindgebonden budget is een aanvullende tegemoetkoming voor gezinnen met kinderen. Bij co-ouderschap wordt dit budget vaak verdeeld tussen beide ouders. De verdeling is afhankelijk van de inschrijving van de kinderen, zoals geregeld bij de gemeente. Als de kinderen bij beide ouders zijn ingeschreven, ontvangen beide ouders een deel van het kindgebonden budget. De hoogte van het budget dat elke ouder ontvangt, wordt bepaald door hun individuele inkomen.
Bij co-ouderschap kunnen beide ouders kinderbijslag ontvangen, mits de kinderen op twee verschillende adressen staan ingeschreven. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) gaat er in principe van uit dat het kind bij het huishouden van beide ouders hoort. Elke co-ouder heeft recht op de helft van de kinderbijslag. Ouders kunnen samen afspraken maken over hoe deze kinderbijslag verdeeld wordt. De SVB neemt contact op met de ouders om te bespreken hoe de kinderbijslag verdeeld kan worden zodra zij weten dat de ouders niet meer op hetzelfde adres wonen.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is een korting op de te betalen inkomstenbelasting. In 2025 wordt de IACK verhoogd tot 2.986 euro. Voor co-ouders geldt dat beiden mogelijk recht hebben op de IACK, mits zij minimaal drie dagen per week de zorg voor de kinderen verzorgen. Dit geldt ook als het kind jonger dan 12 jaar is en op het adres van de andere ouder is ingeschreven. Het is belangrijk te weten dat de IACK vanaf 2027 gefaseerd afgeschaft zal worden.
Afhankelijk van het inkomen, kunnen ouders recht hebben op huurtoeslag. Bij co-ouderschap kunnen beide ouders hun kind als medebewoner laten meetellen, wat mogelijk recht geeft op een hogere huurtoeslag. Het kind telt automatisch mee als medebewoner bij de ouder bij wie het is ingeschreven. Staat het kind niet bij u ingeschreven? Dan is het belangrijk om de Belastingdienst te informeren over de co-ouderschapsregeling, bijvoorbeeld door het ondertekende ouderschapsplan op te sturen.
Het is van belang om wijzigingen in de situatie, zoals een verandering in de opvanguren of de zorgverdeling, tijdig door te geven aan de Belastingdienst via Mijn toeslagen. De Belastingdienst kan het ouderschapsplan opvragen om te controleren of er daadwerkelijk sprake is van co-ouderschap. Voor het doorgeven van co-ouderschap aan de Belastingdienst zijn voorbeeldbrieven beschikbaar, afhankelijk van de specifieke situatie (elke week dezelfde dagen of wisselende weken).
Bij co-ouderschap is het cruciaal om duidelijke afspraken te maken over de financiële verdeling en toeslagen. Het is raadzaam om de gevolgen van bepaalde keuzes op een rijtje te zetten voordat afspraken worden vastgelegd in het ouderschapsplan. Ouders die er niet uitkomen, kunnen hulp inschakelen van een mediator.
Het is belangrijk te onthouden dat de regelgeving rondom co-ouderschap recentelijk is gewijzigd. De kern van de bepaling blijft dat het kind in ongeveer gelijke mate in beide huishoudens verblijft. Het is niet langer vereist dat op elk moment in het jaar sprake is van een gelijke verdeling, maar het is voldoende als op kalenderjaarbasis het verblijf van het kind in beide huishoudens nagenoeg in een gelijke verhouding is. Dit betekent dat het kind minimaal 156 dagen per jaar bij elk van beide ouders moet verblijven.
De kosten van de kinderopvang zullen vaak door de ouder betaald worden bij wie de kinderen het hoofdverblijf hebben. In het ouderschapsplan moet worden beschreven hoe ouders om willen gaan met wijzigingen in de kosten voor kinderopvang. Als ouders een 50/50 verdeling hebben, hebben beide ouders recht op toeslagen.
Co-ouderschap heeft aanzienlijke gevolgen voor de financiële situatie van ouders. Het is van groot belang om goed geïnformeerd te zijn over de verschillende toeslagen en vergoedingen waar mogelijk recht op is. Door duidelijke afspraken te maken en wijzigingen tijdig door te geven aan de Belastingdienst, kunnen ouders ervoor zorgen dat zij optimaal profiteren van de beschikbare financiële steun. Het welzijn van het kind staat hierbij altijd voorop.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet