Navigeren door Hoog Conflict: Ondersteuning voor Ouders en Kinderen na Scheiding
juni 29, 2025
Een scheiding of uit elkaar gaan met een baby brengt specifieke uitdagingen met zich mee. Het welzijn van de baby staat centraal, en het opstellen van een passende zorgregeling is cruciaal voor een stabiele en liefdevolle omgeving. Co-ouderschap, waarbij beide ouders betrokken blijven bij de opvoeding en verzorging, is een optie die steeds vaker wordt overwogen, maar vereist een zorgvuldige aanpak, vooral in de eerste levensjaren van het kind.
In de eerste drie maanden, vaak aangeduid als het ‘vierde trimester’, is de band tussen moeder en baby bijzonder sterk. Deze periode vereist dat de moeder zoveel mogelijk in de buurt is van de baby. Contactmomenten met de vader kunnen plaatsvinden, idealiter twee tot drie keer per week voor een uur, bij voorkeur in het huis van de moeder. Dit bevordert de hechting en biedt de vader de mogelijkheid om een band op te bouwen met de baby door middel van verzorgingstaken zoals in bad doen, in bed stoppen en knuffelen.
Van drie tot negen maanden geldt dat frequente, korte contacten de voorkeur hebben boven minder frequente, langere contacten. Een langdurige scheiding van de moeder wordt over het algemeen afgeraden. Als de vader niet eerder betrokken was bij de verzorging, is het raadzaam om af te spreken bij de moeder thuis. Zodra de vader de verzorging onder de knie heeft en de baby goed op hem reageert, kan de tijd worden verlengd. Indien de vader vanaf het begin regelmatig betrokken was, kan de moeder eventueel even weggaan of de baby een paar uur meenemen naar zijn eigen huis.
Tussen de 9 en 18 maanden kunnen kinderen nog steeds angstig worden als de moeder afwezig is. Veel baby’s zijn in deze periode eenkennig. Regelmatig contact met de vader, minstens iedere 3 tot 4 dagen, is belangrijk voor een gezonde hechting. Als de vader niet eerder betrokken was, is het verstandig om in het begin een paar keer per week op bezoek te komen en wat zorgtaken op zich te nemen. Korte bezoekjes op vaste tijdstippen met bekende rituelen kunnen helpen om de baby zich veilig te laten voelen.
Co-ouderschap is niet per definitie een 50/50 verdeling van de tijd, maar eerder een streven naar een evenwichtige betrokkenheid van beide ouders. Er bestaan verschillende manieren om co-ouderschap te organiseren. Naast de bekende 50/50 regeling, waarbij de kinderen de helft van de week bij elke ouder verblijven, zijn er ook andere mogelijkheden. Een voorbeeld is een regeling waarbij de kinderen de even weken bij de moeder en de oneven weken bij de vader verblijven. Een andere optie is een verdeling over vaste dagen in de week.
De Belastingdienst hanteert specifieke criteria voor co-ouderschap, die van belang zijn voor het bepalen van recht op toeslagen en kortingen. Volgens de Belastingdienst is er sprake van co-ouderschap wanneer een kind gedurende een week minimaal drie volle dagen (van 24 uur) bij beide ouders verblijft, of om de week bij de ene en de andere ouder.
Alle afspraken over de zorg en opvoeding van de baby worden vastgelegd in een ouderschapsplan. Dit plan is wettelijk verplicht voor ouders die scheiden met kinderen onder de 18 jaar. In het ouderschapsplan kunnen afspraken worden gemaakt over wie de baby naar de opvang brengt, wie de luiers koopt, en over de manier van opvoeden. Het is belangrijk om vooruit te denken en rekening te houden met veranderingen in de behoeften van het kind naarmate het groeit.
Een omgangsregeling, onderdeel van het ouderschapsplan, beschrijft de verdeling van de zorg- en opvoedtaken. Bij gezamenlijk gezag spreken we van een zorgregeling; bij gezag van slechts één ouder is er een omgangsregeling voor de andere ouder.
Co-ouderschap brengt specifieke financiële overwegingen met zich mee. Ouders moeten rekening houden met de kosten van de baby, zoals voeding, kleding en eventuele kinderopvang. Het is belangrijk om afspraken te maken over wie deze kosten betaalt en hoe eventuele veranderingen in de uitgaven in de loop der tijd worden geregeld.
Voor een baby is stabiliteit en voorspelbaarheid essentieel. Het is belangrijk om een bekend ritme aan te houden en om veranderingen zoveel mogelijk te beperken. Ouders moeten overleggen over de slaap- en voedtijden van de baby en proberen deze bij beide ouders min of meer gelijk te houden. Dit draagt bij aan het welzijn van de baby en bevordert de hechting met beide ouders.
Bij scheiden met een baby is het belangrijk om de behoefte van de baby voorop te stellen. Houd rekening met de tijden en de manier van voeding geven. Bespreek samen hoe de voeding wordt geregeld en overweeg eventueel te stoppen met borstvoeding als dit de zorgverdeling bemoeilijkt. Houd ook rekening met de werktijden en het slaapritme van de baby bij het maken van afspraken over het halen en brengen.
Het is raadzaam om te voorkomen dat de strijd tussen de ouders de beslissingen beïnvloedt. Consistent en voorspelbaar gedrag, en welwillendheid, zijn essentieel. In plaats van direct strikt vast te houden aan co-ouderschap, kan de vader er ook voor kiezen om geleidelijk aan een gelijke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken te realiseren, bijvoorbeeld vanaf 9 maanden.
Hechting is cruciaal voor de ontwikkeling van een kind. In de eerste levensjaren legt het kind de basis voor veilige relaties. Een stabiele en harmonische relatie tussen de ouders en het kind is essentieel voor een goede hechting. Uit onderzoek blijkt dat het in het belang van een kind is als beide ouders betrokken zijn bij de dagelijkse verzorging en opvoeding.
Co-ouderschap met een baby is mogelijk, maar vereist een zorgvuldige aanpak en een focus op het welzijn van het kind. De eerste maanden zijn cruciaal voor de hechting en vereisen dat de moeder zoveel mogelijk in de buurt is van de baby. Naarmate de baby ouder wordt, kan de vader een grotere rol spelen in de verzorging en opvoeding. Het opstellen van een gedetailleerd ouderschapsplan, waarin alle afspraken over de zorg en opvoeding zijn vastgelegd, is essentieel voor een succesvolle co-ouderschapsregeling. Het is belangrijk om te onthouden dat de individuele situatie van elk gezin uniek is en dat de regeling moet worden aangepast aan de specifieke behoeften van het kind en de ouders.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet