Co-ouderschap: Rechten, Plichten en Praktische Afspraken na Scheiding
juni 29, 2025
Scheiden heeft vaak grote gevolgen voor kinderen. Ouders willen in deze situatie het beste voor hun kinderen en goede afspraken over de opvoeding en omgangsregeling zijn daarbij cruciaal. Co-ouderschap, een regeling waarbij gescheiden ouders de zorg en opvoeding van hun kinderen delen, is de afgelopen jaren steeds populairder geworden. Een belangrijk aspect van co-ouderschap is de vraag waar de kinderen zullen wonen. Dit artikel geeft een overzicht van de overwegingen en regels rondom de woonplaats van kinderen bij co-ouderschap, gebaseerd op beschikbare informatie.
Tot ongeveer 1995 werden kinderen na een scheiding bijna altijd toegewezen aan de moeder, die het eenhoofdig gezag kreeg. De vader werd vaak beperkt tot toezichthoudend voogd, met weinig zeggenschap over het leven van de kinderen. Deze situatie is in de loop der jaren veranderd, mede dankzij de opkomst van ‘dwaze vaders’ die aandacht vroegen voor hun recht op een grotere rol in het leven van hun kinderen. De Wet Bevordering Voortgezet Ouderschap en Zorgvuldige Scheiding (2009) verankerde het recht van kinderen op gelijkwaardige zorg door beide ouders, wat de opkomst van co-ouderschap verder stimuleerde.
Co-ouderschap houdt in dat gescheiden ouders de zorg en opvoeding van hun kinderen delen, waarbij de kinderen idealiter ongeveer evenveel tijd doorbrengen in de woningen van beide ouders. Dit kan op verschillende manieren worden vormgegeven. Er is sprake van coöperatief co-ouderschap wanneer ouders goed kunnen overleggen en samenwerken, en van parallel co-ouderschap wanneer er minder sprake is van gezamenlijke besluitvorming. Een belangrijk uitgangspunt is dat kinderen een stabiele omgeving behouden, met behoud van hun sociale kring en school.
Als ouders afspraken maken over de woonplaats van hun kinderen, is het belangrijk om rekening te houden met verschillende factoren. Bij co-ouderschap is het gebruikelijk dat de kinderen ongeveer evenveel tijd bij beide ouders doorbrengen. In dat geval moet er een afspraak worden gemaakt over op welk adres de kinderen officieel ingeschreven staan (de Basisregistratie personen). Deze inschrijving kan fiscale gevolgen hebben, bijvoorbeeld voor toeslagen, heffingskortingen en kinderbijslag. Het is raadzaam om hierover informatie in te winnen bij de Belastingdienst, het Nibud en de Sociale Verzekeringsbank.
Wanneer de kinderen het grootste deel van de tijd bij één ouder wonen, is dat adres het hoofdverblijf. Ook dit heeft gevolgen voor toeslagen en kinderbijslag. In beide gevallen is het essentieel om goede afspraken te maken over de omgangsregeling met de andere ouder.
Vanaf 12 jaar hebben kinderen in Nederland het wettelijke recht om hun mening te geven over zaken die hen aangaan, zoals de vraag bij welke ouder ze willen wonen. Deze mening wordt gehoord tijdens een kindgesprek met de rechter. Hoewel het kind niet zelf de beslissing neemt, kan zijn of haar standpunt wel meewegen in de uiteindelijke regeling. Het is belangrijk om te onthouden dat kinderen in deze situatie in een loyaliteitsconflict kunnen terechtkomen, omdat een voorkeur voor één ouder impliceert dat ze minder tijd willen doorbrengen met de andere ouder. Daarom is het belangrijk dat ouders eerst proberen samen tot overeenstemming te komen, voordat ze het gesprek met de kinderen aangaan.
Voor jongere kinderen is het extra belangrijk dat ouders samen tot overeenstemming komen, om dit loyaliteitsconflict te voorkomen.
Er is geen wettelijk vastgestelde maximumafstand tussen de woonplaatsen van gescheiden ouders bij co-ouderschap. Rechters vinden het echter wel belangrijk dat ouders zo dicht mogelijk bij elkaar wonen, in het belang van het kind. Hoe ver ‘dichtbij’ is, wordt beoordeeld aan de hand van verschillende factoren, zoals de leeftijd van het kind, de reisafstand naar school en eventuele specifieke behoeften van het kind, zoals een handicap of autisme. Een afstand van 10-15 kilometer wordt soms als richtlijn aangehouden, maar er zijn ook situaties waarin ouders verder uit elkaar wonen, bijvoorbeeld 25 minuten reistijd met de auto.
Het is belangrijk dat ouders echt kijken naar het belang van het kind en proberen een situatie te creëren waarin de kinderen niet constant hoeven te verhuizen. Twee woonplaatsen die dicht bij elkaar liggen, bijvoorbeeld in dezelfde stad of in de buurt van school, kunnen een stabielere leefomgeving bieden.
Als één van de ouders na de scheiding wil verhuizen naar een andere plaats, is toestemming van de andere ouder vereist, tenzij er gezamenlijk gezag is. Als de ouders het niet eens kunnen worden, kan de kwestie aan de rechter worden voorgelegd. De rechter zal dan beoordelen of de verhuizing in het belang van het kind is, rekening houdend met verschillende factoren, zoals de noodzaak om te verhuizen, de geboden alternatieven, de mate waarin de verhuizing is doordacht en de belangen van beide ouders en het kind.
Bij een scheiding zijn ouders verplicht om een ouderschapsplan op te stellen. Dit is een officieel document waarin afspraken worden gemaakt over de zorg en opvoeding van de kinderen, inclusief de woonplaats. Het ouderschapsplan wordt opgesteld met behulp van een mediator of advocaat en moet door beide ouders worden ondertekend. Het ouderschapsplan wordt ingediend bij de rechtbank, waarna de rechtbank het verzoek tot echtscheiding in behandeling neemt.
De woonplaats van de kinderen kan ook financiële gevolgen hebben. Zo kan de inschrijving op een bepaald adres invloed hebben op de hoogte van de toeslagen, heffingskortingen en kinderbijslag. Het is daarom raadzaam om dit goed te laten uitrekenen, bijvoorbeeld door een belastingadviseur.
Co-ouderschap is de afgelopen jaren sterk toegenomen. In 2001 koos nog slechts 5% van de ouders voor co-ouderschap, terwijl dit in 2013 al 27% was. Inmiddels kiest bijna de helft van alle ouders voor co-ouderschap. Uit onderzoek blijkt dat co-ouderschap vaak stabiel is, waarbij 8 van de 10 ouders nog steeds aan co-ouderschap doen twee jaar na de scheiding.
De woonplaats van kinderen bij co-ouderschap is een complex vraagstuk dat afhankelijk is van verschillende factoren. Het is belangrijk dat ouders samenwerken en het belang van het kind voorop stellen. Een goede communicatie, een zorgvuldig opgesteld ouderschapsplan en aandacht voor de financiële aspecten zijn essentieel om een stabiele en harmonieuze situatie te creëren voor de kinderen. Hoewel er geen wettelijke maximumafstand is, is het in het algemeen wenselijk dat ouders zo dicht mogelijk bij elkaar wonen, om de kinderen een zo normaal mogelijk leven te laten leiden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet