Co-ouderschap in Nederland: Rechten, Plichten en Praktische Overwegingen
juni 29, 2025
De verdeling van de zorg voor kinderen na een scheiding is vaak een bron van onenigheid tussen ouders. De wens om co-ouderschap te realiseren, waarbij beide ouders een gelijkwaardige rol blijven spelen in het leven van hun kinderen, botst soms met praktische overwegingen of de wensen van de andere ouder. Wanneer ouders er niet in onderling overleg uitkomen, is het aan de rechter om een beslissing te nemen over de omgangsregeling. Dit artikel biedt een overzicht van de factoren die de rechter in overweging neemt, de rechten en plichten van ouders, en de procedures die gevolgd worden.
Bij het bepalen van de omgangsregeling staat het belang van de kinderen centraal. De rechter stelt vast wat in het belang van de kinderen is, en biedt kinderen vanaf 12 jaar de mogelijkheid om hun mening te geven. Dit gebeurt vaak via een kindgesprek, waarbij het kind de gelegenheid krijgt om aan de rechter te vertellen wat het vindt van mogelijke omgangsregelingen. Het kind is niet verplicht om aan dit gesprek deel te nemen, en kan er ook voor kiezen om een brief aan de rechter te schrijven. De mening van het kind is echter niet doorslaggevend; de rechter weegt deze af tegen andere factoren.
Sinds 1998 geldt in Nederland het uitgangspunt dat ouders na een scheiding gezamenlijk het ouderlijk gezag over hun kinderen behouden. Dit betekent dat beide ouders verantwoordelijk blijven voor de verzorging en opvoeding van de kinderen en samen belangrijke beslissingen nemen. Kinderen hebben recht op contact met beide ouders, ook al wonen ze voornamelijk bij één ouder. Gelijkwaardig ouderschap, waarbij beide ouders een gelijkwaardige rol spelen in het leven van het kind, is de norm. Dit betekent echter niet automatisch een 50/50 verdeling van de zorg, maar wel dat beide ouders recht hebben op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding.
In uitzonderlijke gevallen kan de rechter beslissen dat één ouder het ouderlijk gezag verliest. Dit kan gebeuren als de andere ouder duidelijk niet geschikt is om voor het kind te zorgen, of als het contact met die ouder schadelijk is voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind. Ook als een kind van 12 jaar of ouder grote bezwaren heeft tegen contact met de andere ouder, kan de rechter de omgang ontzeggen. Een tijdelijke ontzegging van het contact is mogelijk voor een ouder met gezag, terwijl een ouder zonder gezag voor onbepaalde tijd van contact ontzegd kan worden.
Als ouders er niet in onderling overleg uitkomen, kan de rechtbank een beslissing nemen over de omgangsregeling. De rechter kan de ouders doorverwijzen naar een mediator, of zelf een beslissing nemen op basis van alle feiten en omstandigheden van de zaak. De rechter kan ook de Raad voor de Kinderbescherming inschakelen om onderzoek te doen naar wat in het belang van het kind is. De raadsonderzoeker brengt een rapport uit met een advies aan de rechter. Tijdens de zitting kan een medewerker van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig zijn om mee te denken over het belang van het kind.
Het opstellen van een ouderschapsplan is wettelijk verplicht wanneer ouders uit elkaar gaan. Dit plan bevat afspraken over de omgang, opvoeding, ontwikkeling en verzorging van de kinderen. Het ouderschapsplan is een basis voor de toekomst en kan helpen bij het oplossen van eventuele conflicten. Ook bij co-ouderschap, waarbij ouders niet getrouwd zijn, is het opstellen van een ouderschapsplan belangrijk. Sinds 1 januari 2023 krijgen ongehuwde ouders automatisch gezamenlijk ouderlijk gezag wanneer het kind door beide ouders erkend is.
Een verhuizing van een van de ouders kan een impact hebben op het co-ouderschap. Het is belangrijk dat de belangen van het kind voorop staan bij het nemen van een beslissing over een verhuizing. De rechter zal beoordelen of de verhuizing de omgang met de andere ouder bemoeilijkt en of dit in het belang van het kind is.
Naast de omgangsregeling moeten ouders ook afspraken maken over de financiële ondersteuning van de kinderen. Dit kan via kinderalimentatie, maar ook via een gezamenlijke kinderrekening, waar beide ouders een bijdrage aan leveren. Veel ouders vinden een gezamenlijke kinderrekening een prettig alternatief voor kinderalimentatie, omdat het de samenwerking bevordert.
De rechter neemt de mening van het kind in overweging, maar deze is niet doorslaggevend. De rechter beoordeelt ook de emotionele draagkracht van het kind en de ouders, en of de situatie voor het kind bij beide ouders vergelijkbaar is. Grote verschillen in de leefomstandigheden kunnen een negatieve invloed hebben op het aanpassingsvermogen van het kind.
Een goede communicatie en samenwerking tussen ouders is essentieel voor een succesvol co-ouderschap. Ouders moeten in staat zijn om met elkaar te overleggen over belangrijke beslissingen en om praktische zaken te regelen. Als ouders moeite hebben om met elkaar te communiceren, kan mediation een oplossing bieden.
De ouder bij wie de kinderen wonen, heeft de plicht om de andere ouder op de hoogte te houden van belangrijke zaken die met het kind te maken hebben, zoals de voortgang op school en de gezondheid van het kind. Bovendien moet de ene ouder de andere ouder om zijn of haar mening vragen omtrent belangrijke beslissingen over het kind.
Het ouderschapsplan is niet in steen gebeiteld. Ouders kunnen de afspraken aanpassen als de omstandigheden veranderen. Zolang de gewijzigde afspraken niet in strijd zijn met de wet, kunnen ouders deze zelf vastleggen en toevoegen aan het bestaande ouderschapsplan.
Ook grootouders kunnen een recht hebben op omgang met hun kleinkinderen, mits er een nauwe persoonlijke betrekking bestaat tussen de grootouders en het kind. Dit vereist een voldoende betekenisvolle relatie en regelmatige contacten.
Als ouders er niet in onderling overleg uitkomen, kunnen ze een verzoek indienen bij de rechtbank. De rechtbank kan een beslissing nemen over de omgangsregeling, de zorgregeling of het ouderlijk gezag. Tijdens de zitting kan de rechter de Raad voor de Kinderbescherming inschakelen voor advies. De rechter kan de beslissing direct nemen, of later schriftelijk meedelen in een beschikking.
Omgangsregelingen en co-ouderschap zijn complexe onderwerpen die veel aandacht vereisen. Het belang van het kind staat hierbij centraal. Ouders die uit elkaar gaan, moeten proberen om samen afspraken te maken over de zorg en opvoeding van hun kinderen, en daarbij rekening houden met de wensen en behoeften van het kind. Als ouders er niet in onderling overleg uitkomen, kan de rechter een beslissing nemen op basis van alle feiten en omstandigheden van de zaak. Een goed ouderschapsplan en een goede communicatie tussen ouders zijn essentieel voor een succesvol co-ouderschap.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet