Co-ouderschap in Tijden van Onzekerheid: Praktische Richtlijnen en Communicatie
juni 29, 2025
Een scheiding of relatiebreuk met kinderen brengt complexe juridische en praktische uitdagingen met zich mee, zeker wanneer ouders overwegen te verhuizen naar een ander land, zoals België. Dit artikel biedt een overzicht van de rechten en plichten van ouders in het kader van co-ouderschap en internationale verplaatsing, gebaseerd op de geldende wettelijke kaders en overwegingen.
Volgens de Nederlandse wet hebben gehuwde ouders automatisch gezamenlijk ouderlijk gezag, wat ook na een scheiding in stand blijft, tenzij er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden. Ook ongehuwde ouders hebben in de meeste gevallen gezamenlijk gezag, zeker na wetswijzigingen van 1 januari 2023. Dit gezag omvat de verantwoordelijkheid voor de verzorging, opvoeding en het welzijn van de kinderen. Het is belangrijk te benadrukken dat gezag en ‘custody’ niet hetzelfde zijn.
Ouders zijn verplicht om afspraken te maken over de verdeling van de kosten van de kinderen, vaak via een gezamenlijke kinderrekening, en om elkaar te informeren en te raadplegen over belangrijke beslissingen die de kinderen aangaan, zoals medische behandelingen en onderwijs.
Bij een scheiding met kinderen is het opstellen van een ouderschapsplan verplicht. Dit plan bevat afspraken over het ouderlijk gezag, de omgangsregeling (of zorgregeling), de informatie- en consultatieregeling en de kinderalimentatie. Een gedetailleerd uitgewerkt ouderschapsplan kan toekomstige spanningen en ruzies voorkomen, wat positieve effecten heeft voor alle betrokkenen.
De verblijfsregeling beschrijft waar het kind woont en wanneer het bij welke ouder verblijft, zowel tijdens schoolperiodes als vakanties. Flexibiliteit is een belangrijk uitgangspunt bij het opstellen van een verblijfsregeling. Een strikte naleving van een vastgelegd kader kan leiden tot conflicten, terwijl een flexibele toepassing, gebaseerd op ‘geven en krijgen’, vaak beter werkt.
Een omgangsregeling is van toepassing wanneer één ouder het eenhoofdig gezag heeft. In dat geval verblijft het kind in beginsel bij de ouder met het gezag, en wordt een regeling getroffen voor de omgang met de andere ouder.
Wanneer een ouder na een scheiding of relatiebreuk wil verhuizen naar een ander land, zoals België, is de toestemming van de andere ouder essentieel. Zonder toestemming kan de verhuizing juridische complicaties opleveren. Het is raadzaam om juridisch advies in te winnen om de rechten en plichten van beide ouders te begrijpen en te bepalen welke stappen nodig zijn.
Bij een internationale verplaatsing is het noodzakelijk om een internationale zorg- of omgangsregeling vast te stellen. Dit omvat afspraken over video contact, begeleid vliegen en andere praktische aspecten om de relatie tussen het kind en de achterblijvende ouder te onderhouden. De Nederlandse wet schrijft voor dat een omgangsregeling ‘in het belang van het kind’ moet zijn, waarbij de leeftijd van de kinderen, de zorgverdeling tijdens de relatie en de communicatie tussen de ouders belangrijke factoren zijn.
Het belang van het kind staat centraal in alle beslissingen met betrekking tot scheiding en verplaatsing. In België heeft de wetgeving het recht van kinderen op hoorrecht versterkt. Minderjarigen die over voldoende onderscheidingsvermogen beschikken, kunnen in procedures die hen betreffen, worden gehoord door de rechter. De rechter beoordeelt per geval of een kind voldoende wijs is om een standpunt te hebben, waarbij de leeftijd van het kind een belangrijke factor is. Kinderen van 12 jaar en ouder worden in Nederland standaard uitgenodigd voor een gesprek met de rechter, en jongere kinderen soms ook.
Hoewel co-ouderschap steeds vaker wordt toegepast, is het niet automatisch de norm. In België verblijven nog steeds meer kinderen na een scheiding alleen bij de moeder. Dit kan worden beïnvloed door sociale normen en de economische draagkracht van de ouders. Co-ouderschap heeft voordelen voor zowel kinderen als ouders. Onderzoek toont aan dat kinderen met co-ouderschap een goede band kunnen opbouwen met beide ouders en dat meer dan 90 procent van deze kinderen gezond en wel is.
Ouders blijven na een scheiding onderhoudsplichtig voor hun kinderen. De hoogte van de kinderalimentatie wordt berekend aan de hand van richtlijnen, waarbij rekening wordt gehouden met het gezinsinkomen tijdens de relatie, het aantal kinderen, hun leeftijd, de draagkracht van beide ouders en de omgangsregeling. Internationale situaties vereisen specialistische kennis, omdat factoren zoals belastingverplichtingen en allowances een rol spelen.
Wanneer ouders een akkoord bereiken over de verblijfsregeling, kan dit ter homologatie worden voorgelegd aan de familierechtbank. Het Openbaar Ministerie zal in dat geval een adviserende functie vervullen. De rechtbank kan de overeenkomst weigeren als deze niet in het belang van het kind is.
Er bestaan verschillende modellen van verblijfsregelingen, waaronder de klassieke verblijfsregeling, waarbij het kind zijn hoofdverblijf heeft bij één ouder en één weekend om de veertien dagen en de helft van de schoolvakanties bij de andere ouder verblijft. Er is ook de mogelijkheid van een gelijkmatig verdeelde huisvesting, waarbij het kind de tijd gelijkmatig verdeelt tussen beide ouders.
Bij het bepalen van de verblijfsregeling spelen verschillende criteria een rol, waaronder het belang van het kind, medische en psychologische belangen, het materiële en economische welzijn, een zo laag mogelijk conflictniveau tussen de ouders, de mogelijkheid om voldoende kwalitatieve contacten te hebben met beide ouders, een veilig en regelmatig klimaat, het behoud van principiële loyaliteit van het kind en het belang van de ouders.
Co-ouderschap en internationale verplaatsing vereisen zorgvuldige afwegingen en juridische planning. Het belang van het kind staat hierbij centraal. Een gedetailleerd ouderschapsplan, een duidelijke omgangs- of zorgregeling en open communicatie tussen de ouders zijn essentieel om de negatieve gevolgen van een scheiding voor de kinderen te minimaliseren. Juridisch advies is aan te raden om de rechten en plichten van beide ouders te begrijpen en een passende regeling te treffen die in het belang van het kind is.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet