Co-ouderschap met een Baby: Een Stapsgewijze Aanpak voor een Stabiele Toekomst
juni 29, 2025
De combinatie van co-ouderschap en werk kan complexe vragen oproepen, met name als het gaat om uitkeringen en de verplichtingen die daaraan verbonden zijn. Dit artikel biedt een overzicht van de regels en overwegingen rondom werk, uitkeringen en co-ouderschap, gebaseerd op actuele richtlijnen en jurisprudentie. Het is bedoeld voor ouders die in een co-ouderschapssituatie verkeren en tevens een beroep doen op een uitkering, of die hierover vragen hebben.
Bij alimentatie wordt van beide ouders verwacht dat zij hun verdiencapaciteit maximaal benutten, indien nodig om in de behoefte van de kinderen te voorzien. Dit geldt ook voor partneralimentatie. Het simpelweg minder werken om minder alimentatie te betalen is geen optie. De rechter kijkt naar de feitelijke situatie en de mogelijkheden om het inkomen te verhogen. Verschillende factoren spelen hierbij een rol, zoals leeftijd, werkervaring en de huidige arbeidsmarkt.
Een rechter zal beoordelen of een ouder redelijkerwijs het oude inkomen weer kan verwerven, en of dit van hem of haar mag worden verwacht. In sommige gevallen kan een langdurige afwezigheid van de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld door zorgtaken voor kinderen, een rol spelen. Echter, ook in deze situaties wordt verwacht dat de ouder zich actief inzet om de verdiencapaciteit te maximaliseren. Een jonge ouder zal bijvoorbeeld sneller aangespoord worden om de arbeidsuren uit te breiden dan een oudere.
De arbeidsplicht voor uitkeringsgerechtigden is afhankelijk van de individuele omstandigheden. Alleenstaande ouders met kinderen tot 5 jaar kunnen onder bepaalde voorwaarden een tijdelijke ontheffing van de arbeidsplicht en inschrijving bij het UWV WERKbedrijf aanvragen. Dit is een ‘voor wat – hoort wat’ regeling, waarbij de re-integratieplicht wel blijft gelden. Er moet een plan van aanpak worden opgesteld om de positie op de arbeidsmarkt te verbeteren.
Voor alleenstaande ouders met kinderen tot 12 jaar kan ontheffing van de arbeidsplicht worden verleend als passende kinderopvang ontbreekt. De beschikbaarheid van kinderopvang is hierbij cruciaal.
Bij co-ouderschap wordt gekeken naar de feitelijke verzorging van de kinderen. Als een ouder gemiddeld minder dan twee etmalen per week belast is met de verzorging van het kind, wordt dit niet gezien als co-ouderschap, maar als een omgangsregeling. De ouder waar het kind doorgaans bij verblijft, wordt aangemerkt als hoofd van een eenoudergezin.
De vermogensgrens voor een co-ouder wordt berekend door de vermogensgrens voor een alleenstaande te vermeerderen met een percentage, afhankelijk van het aantal dagen per week dat de co-ouder het kind verzorgt. Eventueel inkomen en vermogen van het kind worden voor een deel toegerekend aan de betreffende ouder.
Inkomsten uit arbeid van een alleenstaande ouder met de volledige zorg voor een kind tot 12 jaar kunnen gedurende een periode van maximaal 30 maanden voor een deel worden vrijgelaten, mits dit bijdraagt aan de verdere arbeidsinschakeling. Dit geldt voor inkomsten uit arbeid en kan ook gelden voor inkomsten uit kamerhuur of kostgangers.
Uitkeringsgerechtigden die mantelzorg verlenen, kunnen onder bepaalde voorwaarden een tijdelijke ontheffing van de arbeidsplicht krijgen. Dit geldt voor mantelzorg voor een zorgbehoevend gezinslid met een AWBZ-indicatie van ten minste tien uur per week, waarbij de uitkeringsgerechtigde aanvullend hierop minimaal 10 uur mantelzorg verleent.
Als beide ouders in een co-ouderschapssituatie een deel van de kinderbijslag ontvangen, wordt het kindgebonden budget uitbetaald aan de ouder die als ‘aanvrager van de kinderbijslag’ is geregistreerd. Ouders kunnen samen bepalen welke ouder de aanvrager wordt. Het is ook mogelijk om voor verschillende kinderen door beide ouders kinderbijslag aan te vragen, waardoor beide ouders in aanmerking kunnen komen voor het kindgebonden budget, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.
Het is belangrijk om open en eerlijk te zijn over de situatie als gescheiden vader of moeder met co-ouderschap. Leg uit waarom fulltime werken niet mogelijk is en wat de impact is op het leven van de kinderen. Benadruk de meerwaarde die een parttime of flexibele baan kan bieden, zowel voor de ouder als voor de werkgever. Denk hierbij aan motivatie, werk-privé balans en productiviteit.
Het college kan een uitkeringsgerechtigde om individuele redenen tijdelijk ontheffen van de plicht tot arbeidsinschakeling, bijvoorbeeld als zorgtaken dit in de weg staan. Het is belangrijk om te weten dat de re-integratieplicht wel blijft gelden. Er moet meegewerkt worden aan een onderzoek naar de mogelijkheden van arbeidsinschakeling en aan de aangeboden voorzieningen.
De normen en uitkeringen kunnen wijzigen wanneer het laatste ten laste komende kind de leeftijd van 18 jaar bereikt of niet meer wordt verzorgd. Het is belangrijk om deze wijzigingen tijdig te melden.
Werknemers die een opleiding volgen om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren, kunnen onder bepaalde voorwaarden een WW-uitkering blijven ontvangen tijdens de opleiding (brug-WW). De opleiding mag maximaal twee jaar duren en er moet direct een arbeidsovereenkomst zijn met minimaal 8 uur per week.
De regels rondom co-ouderschap, werk en uitkeringen zijn complex en afhankelijk van de individuele omstandigheden. Het is belangrijk om te weten welke rechten en plichten er zijn, en om tijdig contact op te nemen met de gemeente of het UWV voor advies en ondersteuning. De feitelijke verzorging van de kinderen, de arbeidsmarktpositie en de mogelijkheden voor re-integratie spelen hierbij een cruciale rol. Een open communicatie met de werkgever en een actieve inzet om de verdiencapaciteit te maximaliseren zijn essentieel.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet