De Rol van Grootouders in Co-Ouderschap: Contact Behoud en Juridische Aspecten
juni 29, 2025
Co-ouderschap, waarbij ouders na een scheiding gezamenlijk de zorg en opvoeding van hun kinderen blijven dragen, brengt specifieke uitdagingen met zich mee, met name op het gebied van huisvesting. De regels en mogelijkheden rondom wonen zijn complex en vereisen zorgvuldige afwegingen. Dit artikel biedt een overzicht van de verschillende aspecten van co-ouderschap en huisvesting, gebaseerd op beschikbare informatie, met aandacht voor sociale huurwoningen, financiële gevolgen en praktische tips.
Bij co-ouderschap is het essentieel om een passende huisvesting te vinden die aansluit bij de gedeelde zorg voor de kinderen. Er zijn verschillende opties, waaronder het blijven wonen in de bestaande sociale huurwoning en het pendelen tussen twee huizen, of het kiezen voor een “bird’s nest” regeling, waarbij de kinderen in het ouderlijk huis blijven wonen en de ouders om beurten verblijven. Het doel is om de kinderen een stabiele omgeving te bieden, zonder al te veel veranderingen in hun leven.
Het is belangrijk te onthouden dat er geen wettelijke verplichting is om voor alle kinderen hetzelfde adres als hoofdverblijf aan te houden. Dit kan financiële voordelen opleveren, maar vereist een zorgvuldige berekening, bijvoorbeeld met behulp van een belastingadviseur. Degene bij wie de kinderen het grootste gedeelte van de tijd wonen, moet wel (alleen of samen met de andere ouder) het gezag hebben over het kind dat bij hem of haar het hoofdverblijf heeft. Alle afspraken over de verdeling van de zorg en opvoeding moeten worden vastgelegd in een ouderschapsplan.
Een sociale huurwoning kan een belangrijke optie zijn na een scheiding, vooral voor mensen met een lager inkomen. Woningcorporaties zijn verantwoordelijk voor het beheren en toewijzen van deze woningen. Om in aanmerking te komen, is het noodzakelijk om ingeschreven te zijn bij een woningcorporatie in de gemeente. Er kunnen inkomensvereisten gelden en er is vaak een wachtlijst.
Bij een scheiding kan het nodig zijn om te bepalen wie in de sociale huurwoning blijft wonen. Als beide partners als huurder op het huurcontract staan, zijn zij beiden medehuurder en hebben zij evenveel recht op het gebruik van de woning. Als er geen overeenstemming is, zal de rechter hierover een beslissing nemen. In sommige gevallen kan een ex-partner urgentie aanvragen voor een huurwoning na scheiding, bijvoorbeeld bij een onveilige situatie.
Het aanvragen van urgentie voor een sociale huurwoning na een scheiding is soms mogelijk, vooral wanneer er minderjarige kinderen betrokken zijn. De regels voor urgentie verschillen per gemeente. Factoren die meespelen bij de beoordeling van urgentie zijn onder andere de noodzaak om in de buurt van de ex-partner te blijven wonen vanwege co-ouderschap, financiële beperkingen, en de aanwezigheid van minderjarige kinderen. Ook een medische indicatie kan van belang zijn.
Co-ouderschap heeft aanzienlijke gevolgen voor de financiële situatie van beide ouders. De kosten voor de kinderen worden niet in één huishouden gemaakt, maar in twee. Sommige kosten worden dubbel gemaakt, zoals huur of hypotheek en de kosten van de inboedel, wat de totale kosten verhoogt. Het is belangrijk om vooraf afspraken te maken over welke kosten worden verdeeld en welke niet. Kosten zoals vakanties en uitstapjes kunnen beter buiten de verdeling worden gehouden.
Er zijn verschillende manieren om de kosten te verdelen: 50/50, naar draagkracht (procentueel op basis van inkomen), of naar de periode dat het kind bij elke ouder verblijft. Bij co-ouderschap kunnen beide ouders in aanmerking komen voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) van de Belastingdienst, mits ze allebei een baan hebben. Ook kunnen beide ouders huurtoeslag aanvragen, waarbij het kind bij één ouder moet zijn ingeschreven, maar de andere ouder het kind wel kan meetellen bij de aanvraag.
De Belastingdienst definieert co-ouderschap als een situatie waarin ouders een overeenkomst hebben om de dagelijkse opvang en opvoeding van hun kind ongeveer gelijk te verdelen. Vanaf 2023 geldt dat een kind in een herhalend ritme minimaal 78 dagen over een periode van zes maanden bij elke ouder moet verblijven. Dit heeft invloed op verschillende financiële aspecten, waaronder de IACK, huurtoeslag, kinderbijslag en het kindgebonden budget (KGB).
De kinderbijslag wordt in de basis uitbetaald aan het huishouden waar de kinderen meer dan zes maanden staan ingeschreven. Ouders kunnen de kinderbijslag onderling verdelen. Voor de huurtoeslag kan een kind maar bij één ouder zijn ingeschreven, maar de andere ouder kan het kind wel meetellen bij de aanvraag.
Bij het regelen van co-ouderschap is het belangrijk om goede afspraken te maken en deze vast te leggen. Aandachtspunten zijn onder andere de roosterafspraken, de onderlinge woonafstand, de taakverdeling, afspraken over verjaardagen en vakanties, en de financiën.
Het is raadzaam om niet te ver uit elkaar te wonen, om het wisselen van woning voor het kind niet te ingewikkeld te maken. Een maximale afstand van ongeveer 7 kilometer hemelsbreed wordt vaak als richtlijn genomen. Het is ook belangrijk om de basisregels voor het kind af te stemmen met de ex-partner, om een consistente opvoeding te waarborgen.
Zomaar verhuizen en de kinderen meenemen kan niet als er een co-ouderschap is. De toestemming van de ex-partner is vereist. Als er geen overeenstemming is, kan de kwestie via een mediator of de rechtbank worden beslecht. In sommige gevallen kan het co-ouderschap worden opgeheven en een andere omgangsregeling worden getroffen, waarbij de kinderen bij één van de ouders gaan wonen.
Het is belangrijk om het verschil te begrijpen tussen co-ouderschap en parallel ouderschap. Bij co-ouderschap is de zorg gelijk verdeeld en worden beslissingen in overleg genomen. Bij parallel ouderschap is de zorg ook gelijk verdeeld, maar er is geen overleg over de opvoeding of uitgaven.
Een ouderschapsplan is essentieel bij co-ouderschap. Dit plan bevat afspraken over de zorg, opvoeding, financiën en omgangsregeling. Hoewel het niet wettelijk verplicht is, is het sterk aan te raden om een ouderschapsplan op te stellen, om misverstanden en conflicten te voorkomen.
Co-ouderschap en wonen na scheiding vereisen zorgvuldige planning en afstemming. Het is belangrijk om de verschillende opties en financiële gevolgen te overwegen, en om afspraken vast te leggen in een ouderschapsplan. Door open communicatie en een focus op het welzijn van de kinderen, kan een succesvolle co-ouderschapsregeling worden bereikt, waarbij de kinderen een stabiele en liefdevolle omgeving behouden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet