Co-ouderschap en de Ontwikkelingsfase van het Kind: Een Overzicht
juni 29, 2025
Het co-ouderschap, een regeling waarbij ouders gezamenlijk de zorg- en opvoedingstaken na een scheiding uitvoeren, is niet altijd een permanente oplossing. Hoewel het in veel gevallen in het belang van het kind is, kunnen er situaties ontstaan waarin het beëindigen van deze regeling noodzakelijk wordt. Dit artikel biedt een overzicht van de mogelijkheden, rechten en procedures rondom het stopzetten van co-ouderschap, gebaseerd op beschikbare informatie.
Co-ouderschap houdt in dat beide ouders verantwoordelijk blijven voor de opvoeding van hun kinderen na een scheiding. De kinderen verblijven afwisselend bij beide ouders, hoewel de verdeling niet per se 50/50 hoeft te zijn. Beide ouders delen de zorg, opvoeding en kosten van de kinderen. Het ouderschapsplan, waarin deze afspraken zijn vastgelegd, vormt de basis voor deze regeling. Het is belangrijk te benadrukken dat co-ouderschap niet een wettelijke verplichting is, maar een afspraak die in onderling overleg of via de rechter tot stand komt. Voor jonge kinderen, in het bijzonder die jonger dan drie of vier jaar, wordt co-ouderschap door pedagogen niet altijd als geschikt beschouwd, vanwege de behoefte aan een stabiele hechting.
Er zijn diverse redenen waarom ouders het co-ouderschap willen beëindigen. Een veelvoorkomende reden is het niet nakomen van afspraken door een van de ouders. Ook kan het voorkomen dat een kind zelf aangeeft geen behoefte meer te hebben aan deze regeling. Verhuizing van een ouder kan eveneens een reden zijn, aangezien dit de praktische uitvoering van het co-ouderschap kan bemoeilijken, vooral als de afstand tussen de woonplaatsen van de ouders groot wordt (meer dan ongeveer 7 kilometer hemelsbreed). Andere redenen zijn het overlijden van een ouder of het opnieuw samenwonen van de ouders. Het is essentieel dat de beslissing om het co-ouderschap te beëindigen niet voortkomt uit emotionele reacties of boosheid, maar gebaseerd is op een zorgvuldige afweging van de belangen van het kind. Conflicten tussen ouders, waarbij afspraken niet worden nageleefd, kunnen eveneens een reden vormen.
Het beëindigen van co-ouderschap is niet eenzijdig mogelijk. Omdat beide ouders gezag hebben over de kinderen, is overeenstemming vereist. Er zijn echter specifieke situaties waarin het mogelijk is om de regeling te wijzigen of te beëindigen.
Als beide ouders het erover eens zijn dat het co-ouderschap niet meer werkt, kunnen ze in onderling overleg een nieuwe omgangsregeling afspreken. Het is belangrijk om deze afspraken schriftelijk vast te leggen. Dit kan bijvoorbeeld resulteren in een omgangsregeling waarbij de kinderen voornamelijk bij één ouder wonen en de andere ouder omgangsrecht heeft.
Als ouders er niet in slagen om tot een overeenkomst te komen, kan een van hen naar de rechter stappen. De rechter zal dan beoordelen of het beëindigen van het co-ouderschap in het belang is van de kinderen. Om de rechter te overtuigen, is het belangrijk om goede argumenten en bewijzen te leveren, bijvoorbeeld dat de andere ouder zich niet aan de afspraken houdt of dat de kinderen nadeel ondervinden van het co-ouderschap. De rechter weegt de belangen van het kind zwaar, maar houdt ook rekening met de noodzaak van een ouder om te verhuizen en of deze verhuizing doordacht is.
Bij het beëindigen van een co-ouderschap spelen verschillende juridische aspecten een rol. Ouders hebben gezamenlijk het gezag over hun minderjarige kinderen, wat betekent dat ze niet zomaar de andere ouder kunnen buitensluiten bij beslissingen die de kinderen aangaan. Een verhuizing zonder toestemming van de andere ouder is niet toegestaan. In dat geval kan de ouder die wil verhuizen vervangende toestemming aanvragen bij de rechter. Een kind heeft altijd recht op omgang met de niet-verzorgende ouder, tenzij de rechter anders heeft beslist. Voor kinderen van 12 jaar en ouder kan een verzoek tot omgang worden afgewezen als ze ernstige bezwaren hebben tegen omgang met een van de ouders.
Verhuizen kan een complexe kwestie zijn bij co-ouderschap. Een ouder mag niet zomaar verhuizen zonder toestemming van de andere ouder, omdat dit de omgang met de kinderen kan bemoeilijken. Als een ouder wil verhuizen, moet de andere ouder hiermee instemmen. Zo niet, dan moet de verhuizende ouder vervangende toestemming aanvragen bij de rechter.
De beëindiging van het co-ouderschap kan financiële gevolgen hebben. Als de inkomens van de ouders gelijk zijn en de omgangsregeling 50/50 verdeeld is, hoeft er geen alimentatie betaald te worden. Is er wel een verschil in inkomen, dan zal er een alimentatiebedrag afgesproken moeten worden. In principe ontvangt de moeder de kinderbijslag, maar dit kan veranderen bij een nieuwe omgangsregeling.
Een goede communicatie tussen de ouders is essentieel, zowel tijdens als na het co-ouderschap. Flexibiliteit is eveneens belangrijk, aangezien de behoeften van de kinderen in de loop der tijd kunnen veranderen. Het is belangrijk om open te staan voor aanpassingen in de omgangsregeling en om samen te werken in het belang van de kinderen.
De mening van het kind dient, afhankelijk van de leeftijd, serieus te worden overwogen bij het beëindigen van co-ouderschap. Het is belangrijk om het kind te betrekken bij de besluitvorming en om zijn of haar wensen en gevoelens te respecteren.
Mediation kan een waardevol alternatief zijn om tot een overeenkomst te komen. Een mediator kan helpen bij het opstellen van nieuwe afspraken en het aanpassen van het ouderschapsplan. Dit kan een minder conflictueuze en meer kindvriendelijke oplossing bieden dan een procedure via de rechter.
Het beëindigen van co-ouderschap is een complexe beslissing die zorgvuldige overweging vereist. Het is niet mogelijk om een co-ouderschap zomaar eenzijdig te beëindigen. Ouders moeten proberen om in overleg tot een oplossing te komen, of ze kunnen de rechter inschakelen. De rechter zal altijd de belangen van de kinderen voorop stellen. Het is belangrijk om juridisch advies in te winnen en de financiële gevolgen van een beëindiging van het co-ouderschap te overwegen. Uiteindelijk is het doel om een regeling te vinden die het beste is voor alle betrokkenen, met name de kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet