Co-ouderschap en Kinderopvang: Financiële en Praktische Overwegingen
juni 29, 2025
De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is een regeling die werkende ouders kan helpen de belastingdruk te verlagen. Voor ouders die een co-ouderschapsregeling hebben getroffen, zijn er specifieke regels en voorwaarden van toepassing. Deze regels zijn de afgelopen jaren gewijzigd, waardoor het voor meer ouders mogelijk is om van deze korting te profiteren. Dit artikel biedt een gedetailleerde uitleg van de IACK in de context van co-ouderschap, gebaseerd op recente regelgeving en interpretaties van de Belastingdienst.
De IACK is een heffingskorting die bedoeld is als stimulans voor ouders die werken en de zorg voor een kind jonger dan 12 jaar combineren. Het bedrag van de korting is afhankelijk van het arbeidsinkomen van de ouder. In 2024 bedraagt de maximale korting € 2.950,00, en in 2025 wordt deze verhoogd naar € 2.986,00. De korting wordt verlaagd naarmate het inkomen stijgt, en er is een minimuminkomenseis om in aanmerking te komen. Voor 2024 is dit een arbeidsinkomen van minimaal € 5.547,00.
Om de IACK te kunnen krijgen, moet u aan een aantal voorwaarden voldoen. U moet werken en uw kind moet jonger dan 12 jaar zijn. Daarnaast moet uw kind minimaal 6 maanden per jaar op uw adres staan ingeschreven. Voor co-ouders geldt een uitzondering op deze regel, wat hieronder verder wordt toegelicht. Het is belangrijk om te controleren of u voldoet aan alle voorwaarden op de website van de Belastingdienst.
De regels rondom de IACK en co-ouderschap zijn de afgelopen jaren aanzienlijk versoepeld. Vroeger was er een strikte eis dat het kind minimaal 3 tot 3,5 halve dagen per week bij beide ouders moest verblijven om beide ouders in aanmerking te laten komen voor de korting. Deze eis is inmiddels komen te vervallen. De Hoge Raad heeft aangegeven dat de feitelijke verdeling van de zorg centraal staat.
Voorheen moest er een herhalend ritme in de zorg zitten, bijvoorbeeld om de week bij de ene en de andere ouder. Nu is het voldoende dat er een gelijkmatige verdeling van de zorg is, zonder dat er een strikt vaststaand patroon hoeft te zijn. Er moet wel sprake zijn van een standaard indeling van de zorg, waarbij het kind in vier afwisselende periodes in het jaar in ieder geval twee periodes bij ieder van de co-ouders doorbrengt en de zorg in die periodes gelijk wordt verdeeld. Een repeterend ritme is dus vereist, maar de invulling daarvan is flexibeler geworden.
Om in aanmerking te komen voor de IACK bij co-ouderschap, moet de zorg van de kinderen gelijk verdeeld zijn tussen de ouders. Dit betekent dat het kind minimaal 156 hele dagen bij ieder van de co-ouders verblijft. Dagdelen mogen bij elkaar worden opgeteld. De gelijke verdeling van de zorg wordt dus niet meer per week bekeken, maar per jaar. Dit geeft co-ouders meer ruimte om het co-ouderschap op een prettige manier in te delen en toch recht te houden op de IACK. Het geeft ook ouders die voor hun werk langere tijd van huis zijn de kans om toch een co-ouderschap aan te gaan en aanspraak te maken op de korting.
Een kind kan maar op één adres worden ingeschreven. Voor gescheiden ouders die de zorg voor de kinderen ongeveer gelijk verdelen, zou dit betekenen dat maar één van de ouders recht zou hebben op de IACK. Echter, voor co-ouders geldt een uitzondering. Beide ouders kunnen in aanmerking komen voor de korting, ook al staat het kind bij de andere ouder ingeschreven.
Om aan te tonen dat er sprake is van co-ouderschap, kan de Belastingdienst een ouderschapsplan opvragen. Het is daarom belangrijk om de afspraken over de zorgverdeling goed vast te leggen in het ouderschapsplan. U kunt ook een verklaring van beide ouders indienen waarin wordt aangegeven dat er sprake is van co-ouderschap. Deze verklaring kan worden opgesteld door een professional.
Het is niet noodzakelijk om het volledige ouderschapsplan op te sturen. De Belastingdienst volstaat met het insturen van de gemaakte omgangsregeling. De Belastingdienst hoeft niet te weten wanneer en hoe u de verjaardag van uw kinderen viert.
De kinderbijslag wordt uitbetaald door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Bij co-ouderschap krijgen beide ouders standaard de helft van de kinderbijslag. Dit kan ook anders worden afgesproken en aan de SVB worden doorgegeven.
Het kindgebonden budget wordt, als u al andere toeslagen ontvangt, automatisch gestort op de rekening van degene die de kinderbijslag heeft aangevraagd. Als u geen andere toeslagen ontvangt, kunt u het kindgebonden budget zelf aanvragen bij de Belastingdienst. Het kan voordelig zijn om te puzzelen met wie de aanvrager van de kinderbijslag is, om zo tot het hoogste bedrag aan kindgebonden budget te komen.
De Belastingdienst kan het ouderschapsplan opvragen om te controleren of er inderdaad sprake is van co-ouderschap en of de aangevraagde toeslagen kloppen met de gemaakte afspraken. Het is daarom belangrijk om een duidelijk en volledig ouderschapsplan te hebben.
Het kan voorkomen dat de Belastingdienst een terugvordering vraagt als blijkt dat de IACK onterecht is ontvangen. Dit kan gebeuren als de zorgverdeling niet gelijkwaardig was of als de voorwaarden niet zijn nageleefd. In sommige gevallen kan het nodig zijn om een brief met beide handtekeningen naar de Belastingdienst te sturen om te bevestigen dat er sprake is van co-ouderschap.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting is een belangrijke regeling voor werkende ouders met jonge kinderen. De regels rondom co-ouderschap zijn de afgelopen jaren versoepeld, waardoor het voor meer ouders mogelijk is om van deze korting te profiteren. Het is belangrijk om de voorwaarden goed te kennen en de afspraken over de zorgverdeling vast te leggen in een ouderschapsplan. Door dit te doen, kunt u ervoor zorgen dat u de maximale korting ontvangt waar u recht op heeft.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet