Co-ouderschap: Wanneer het niet werkt en welke alternatieven er zijn
juni 28, 2025
Een scheiding of uit elkaar gaan van ouders brengt vaak complexe vragen met zich mee, met name als er kinderen in het spel zijn. Een belangrijk aspect van deze situatie is het vaststellen van een regeling voor het verblijf en de omgang met de kinderen. Deze regeling, vaak aangeduid als co-ouderschap of een omgangsregeling, is cruciaal voor het welzijn en de ontwikkeling van het kind. Dit artikel biedt een overzicht van de juridische aspecten, praktische overwegingen en de verschillende vormen van ouderschap na scheiding, gebaseerd op beschikbare informatie.
Een verblijfsregeling beschrijft de afspraken tussen ouders over waar het kind verblijft, bij welke ouder, en voor welke periodes, zowel tijdens schooltijd als in vakanties. Naast de verblijfsregeling is er de kwestie van voogdij. Voogdij wordt uitgeoefend door een voogd, die door de vrederechter kan worden aangesteld wanneer ouders niet in staat zijn het ouderlijk gezag uit te oefenen of wanneer een minderjarige geen ouders meer heeft.
Bij het opstellen van een verblijfsregeling zijn er diverse criteria waarmee zowel de rechter als de ouders rekening kunnen houden. Het belang van het kind staat hierbij centraal. Andere belangrijke factoren zijn de medische en psychologische belangen van het kind, het materiële en economische welzijn, een zo laag mogelijk conflictniveau tussen de ouders, en de mogelijkheid voor het kind om voldoende kwalitatieve contacten met beide ouders te onderhouden, wat essentieel is voor een gezonde ontwikkeling. Een stabiele en veilige omgeving waarin het kind kan opgroeien en zijn capaciteiten kan ontdekken, is eveneens van groot belang. Het behoud van loyaliteit aan beide ouders is cruciaal; ouders moeten vermijden het kind te gebruiken of te manipuleren in hun conflicten, aangezien dit schadelijk kan zijn. Ook de kansen op verwaarlozing, onveilige situaties en ongeschikte huisvesting spelen een rol.
Er zijn verschillende vormen van ouderschap mogelijk na scheiding. Coöperatief ouderschap kenmerkt zich door regelmatige communicatie tussen ouders, rechtstreeks contact, gezamenlijke besluitvorming, samenwerking bij het oplossen van problemen en het plannen van activiteiten, en een focus op de belangen van de kinderen. In deze vorm van ouderschap zijn er vaak nog momenten van samenkomen van het oude gezin, zoals gezamenlijke schoolgesprekken en een prettige overgang van het ene naar het andere huis. Flexibiliteit en openheid voor verzoeken van de andere ouder zijn belangrijk.
Parallel ouderschap daarentegen, betekent dat ouders hun kinderen elk op hun eigen manier opvoeden, zonder overleg. Er is weinig communicatie en emotionele betrokkenheid tussen de ouders, maar er worden wel duidelijke afspraken gemaakt om conflicten te vermijden, vastgelegd in een ouderschapsplan. In deze vorm is er weinig ruimte voor aanpassingen; de afspraken staan vast.
Een ouderschapsplan is een essentieel document waarin alle afspraken over de opvoeding en verzorging van de kinderen worden vastgelegd. Dit omvat een omgangsregeling, alimentatieafspraken en de uitwisseling van informatie over de kinderen. Het is belangrijk dat deze afspraken in goed overleg worden gemaakt. Indien ouders er samen niet uitkomen, kan een bemiddelaar of mediator helpen. Het ouderschapsplan moet door beide ouders worden ondertekend en kan vervolgens door de rechtbank worden gehomologeerd, waardoor de afspraken juridisch bindend worden.
Co-ouderschap houdt in dat het kind een aantal dagen per week bij beide ouders verblijft. Een voorbeeld is van maandag tot woensdag bij de ene ouder en van donderdag tot zondag bij de andere. De ouders bepalen zelf hoe de dagen worden verdeeld. Het is belangrijk te benadrukken dat co-ouderschap niet afgedwongen kan worden; het is een keuze die gemaakt wordt op basis van goed overleg en de mogelijkheid tot samenwerking.
Naast de verblijfsregeling en omgangsregeling spelen ook financiële aspecten een rol. De niet-verzorgende ouder moet bijdragen in de kosten die de verzorgende ouder maakt. Zelfs als ouders niet getrouwd zijn, zijn ze samen verantwoordelijk voor het welzijn van het kind. Kinderalimentatie moet tot het 21e levensjaar worden betaald, tenzij het kind zelf in zijn levensonderhoud kan voorzien, dan geldt dit tot het 18e levensjaar. De hoogte van de alimentatie kan in overleg worden vastgesteld.
De Belastingdienst is geïnteresseerd in bij wie het kind hoofdzakelijk is ingeschreven, omdat dit van invloed is op toeslagen zoals het kindgebonden budget en huurtoeslag. In sommige gevallen kunnen beide ouders in aanmerking komen voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting, afhankelijk van de verdeling van de zorg.
Hoewel het recht op omgang een belangrijk principe is, kan de rechter in uitzonderlijke gevallen de omgang met een ouder ontzeggen. Dit gebeurt alleen wanneer de omgang ernstig nadeel oplevert voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij vechtscheidingen waarbij een ouder het kind blijft inzetten in ruzies, of wanneer een ouder zich voortdurend negatief uitlaat over de andere ouder. De situatie moet zeer ernstig zijn voordat de rechter tot deze maatregel overgaat.
Indien ouders er niet in staat zijn om zelf tot een overeenkomst te komen, kan mediation een oplossing bieden. Een mediator begeleidt de ouders bij het onderhandelen en helpt hen om tot een overeenkomst te komen die in het belang van het kind is. De rechter kan mediation voorstellen, maar ouders kunnen dit ook zelf aanvragen.
Het is raadzaam om juridisch advies in te winnen bij een familierecht advocaat, met name bij complexe scheidingen of wanneer er geschillen ontstaan over de omgangsregeling of alimentatie. Een advocaat kan helpen bij het opstellen van een ouderschapsplan, het onderhandelen met de andere ouder en het vertegenwoordigen van de belangen van het kind en de ouder voor de rechtbank.
De rechtbank streeft ernaar om beslissingen te nemen die in het belang van het kind zijn. Bij een geschil over de huisvesting van kinderen zal de rechtbank een akkoord tussen de ouders homologeren, tenzij dit akkoord kennelijk strijdig is met het belang van het kind. Bij gebrek aan akkoord, en bij gezamenlijk ouderlijk gezag, zal de rechtbank onderzoeken of de huisvesting van het kind gelijkmatig tussen de ouders kan worden verdeeld. Echter, de rechtbank behoudt de bevoegdheid om een ongelijke verdeling vast te stellen indien dit in het belang van het kind wordt geacht.
Een goede communicatie en samenwerking tussen ouders is essentieel voor een succesvol co-ouderschap. Flexibiliteit is eveneens belangrijk; ouders moeten bereid zijn om afspraken aan te passen indien nodig, rekening houdend met de veranderende behoeften van het kind. Het is belangrijk om te onthouden dat het welzijn van het kind altijd voorop moet staan.
Het vaststellen van een co-ouderschap of omgangsregeling na scheiding is een complex proces dat zorgvuldige overweging vereist. Het belang van het kind staat hierbij centraal. Door open communicatie, samenwerking en de bereidheid om compromissen te sluiten, kunnen ouders een regeling treffen die in het belang is van hun kinderen en hen helpt om een gezonde ontwikkeling te doormaken. Het inschakelen van een mediator of juridisch adviseur kan van onschatbare waarde zijn bij het navigeren door dit proces.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet