Co-ouderschap: Welzijn van het Kind Voor
juni 28, 2025
Co-ouderschap, waarbij ouders na een scheiding gezamenlijk de zorg en opvoeding van hun kinderen blijven dragen, heeft aanzienlijke gevolgen voor de financiële situatie. De Belastingdienst hanteert specifieke regels en criteria bij de beoordeling van co-ouderschap, met impact op diverse toeslagen en belastingvoordelen. Dit artikel biedt een overzicht van deze regels, de controlemechanismen en de mogelijke voordelen, gebaseerd op de beschikbare informatie.
De Belastingdienst definieert co-ouderschap als een situatie waarin ouders een overeenkomst hebben om de dagelijkse opvang en opvoeding van hun kind ongeveer gelijk te verdelen. Dit betekent niet per se een 50/50 verdeling, maar een situatie waarin beide ouders een significant deel van de zorg dragen. De verdeling van de zorg wordt beoordeeld aan de hand van het aantal dagen dat het kind bij elke ouder verblijft. Tot voor kort was een verdeling van minimaal drie dagen per week bij elke ouder vereist, maar recentelijk is dit versoepeld. Vanaf 2023 geldt dat een kind in een herhalend ritme minimaal 78 dagen over een periode van zes maanden bij elke ouder moet verblijven. De dagdelen (ochtend, middag, avond) mogen hierbij worden opgeteld.
Co-ouderschap heeft invloed op verschillende financiële aspecten, waaronder de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK), huurtoeslag, kinderbijslag en het kindgebonden budget (KGB).
De IACK is een heffingskorting voor werkende ouders. Bij co-ouderschap kunnen beide ouders, indien zij beiden een baan hebben, de IACK aanvragen. De hoogte van de korting is afhankelijk van het arbeidsinkomen en of de AOW-leeftijd is bereikt. De tabel met de hoogte van de korting varieert afhankelijk van deze factoren.
Zowel de ene als de andere ouder kan huurtoeslag aanvragen. Voor de huurtoeslag kan een kind slechts bij één ouder zijn ingeschreven, maar de andere ouder mag het kind wel meetellen bij het huishouden bij het indienen van een aanvraag. De Belastingdienst vraagt in dat geval om een ondertekende verklaring van co-ouderschap.
De kinderbijslag kan door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) worden uitbetaald aan één van de ouders, maar bij co-ouderschap hebben beide ouders recht op 50% van de kinderbijslag. Het is mogelijk om de kinderbijslag te verdelen, wat vooral aan te raden is bij twee of meer kinderen, om optimaal te profiteren van het kindgebonden budget en de alleenstaande ouderkop (AOK).
Het KGB is een toeslag voor ouders met kinderen. Bij co-ouderschap kan het KGB op naam van de minstverdienende partner worden aangevraagd, waardoor het bedrag hoger kan uitvallen. Het is ook mogelijk om het KGB op een gezamenlijke kinderrekening te laten storten.
De Belastingdienst controleert co-ouderschap om de fiscale gevolgen correct te kunnen vaststellen. De controle gebeurt voornamelijk door het opvragen van het ouderschapsplan en het vergelijken van de opgegeven gegevens met de Basisregistratie Personen (BRP). Bij nieuwe aanvragen voor toeslagen kan een afschrift van het ouderschapsplan of een ondertekende verklaring van beide ouders worden gevraagd. De Belastingdienst richt zich primair op de formele vastlegging van de afspraken, maar kan in sommige gevallen vragen stellen als er inconsistenties worden geconstateerd.
Een goed opgesteld ouderschapsplan is cruciaal bij co-ouderschap. Het plan moet de afspraken over de opvang en opvoeding van het kind duidelijk vastleggen. Het is raadzaam om het ouderschapsplan te laten controleren door een financieel deskundige om te voorkomen dat er fiscale voordelen worden gemist. Het ouderschapsplan kan ook worden opgevraagd door de Belastingdienst ter controle.
Bij co-ouderschap zijn er specifieke aandachtspunten bij de belastingaangifte:
Co-ouderschap brengt specifieke fiscale overwegingen met zich mee. Door de regels en criteria van de Belastingdienst te kennen en een goed ouderschapsplan op te stellen, kunnen ouders optimaal profiteren van de beschikbare voordelen. Het is belangrijk om de financiële situatie zorgvuldig te analyseren en indien nodig deskundig advies in te winnen om een optimale fiscale uitkomst te bereiken. De recente versoepeling van de criteria voor co-ouderschap, met name de focus op een herhalend ritme van minimaal 78 dagen verblijf bij elke ouder over een periode van zes maanden, biedt meer flexibiliteit voor ouders.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet