Ouderschap en Pleegzorg: Samenwerking en Begrip voor het Kind
juni 28, 2025
De regels rondom huurtoeslag kunnen complex zijn, zeker in situaties van co-ouderschap. Dit artikel biedt een overzicht van de belangrijkste punten, gebaseerd op de beschikbare informatie, om ouders te helpen begrijpen hoe huurtoeslag van toepassing kan zijn op hun situatie. Het is belangrijk te benadrukken dat de Dienst Toeslagen in individuele gevallen ruimte biedt voor maatwerk, en dat het raadzaam is om bij specifieke vragen contact op te nemen met de Belastingdienst.
Om in aanmerking te komen voor huurtoeslag, gelden er een aantal algemene voorwaarden. Men moet 18 jaar of ouder zijn, een zelfstandige woonruimte huren, en de huurprijs mag niet te hoog zijn. Daarnaast spelen het inkomen en vermogen een rol. Een zelfstandige woonruimte vereist sinds 1 maart 2024 een eigen douche of badkamer. Voor woningen zonder deze voorziening, aangevraagd vóór deze datum, kan huurtoeslag nog wel worden ontvangen tot 1 september 2025. De huurgrens voor 2025 is €900,07, en voor jongeren onder de 23 jaar €477,20. Deze grens kan hoger zijn voor grotere gezinnen of aangepaste woningen.
In het geval van co-ouderschap, waarbij beide ouders de dagelijkse opvang en opvoeding van een kind ongeveer gelijk verdelen, is het belangrijk te weten dat een kind niet op beide adressen ingeschreven kan staan. Echter, voor de huurtoeslag geldt dat beide ouders het kind als medebewoner kunnen laten meetellen, ook al staat het kind officieel slechts op één adres ingeschreven. Dit kan leiden tot een hoger recht op huurtoeslag voor beide ouders. Om dit te bewerkstelligen, is het aan te raden een verklaring co-ouderschap, ondertekend door beide ouders, naar de Dienst Toeslagen te sturen. Deze verklaring moet aangeven op welke dagen het kind bij welke ouder verblijft.
Voor co-ouderschap geldt een richtlijn van minimaal 156 dagen per jaar dat het kind bij elk van beide ouders verblijft. Dit komt neer op ongeveer een gelijke verdeling van het verblijf. Voor toeslagen wordt deze richtlijn tijdsevenredig toegepast, waarbij een maand als basis wordt gehanteerd. Dit betekent dat als er minimaal een maand sprake is van co-ouderschap, de 156-dagen regel in acht wordt genomen.
Naast huurtoeslag kunnen ouders ook in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag. Bij co-ouderschap kunnen beide ouders, indien zij beiden de kinderopvang betalen, kinderopvangtoeslag aanvragen. Het maximale aantal opvanguren waarvoor gezamenlijk toeslag kan worden ontvangen is 230 uur per kind per maand.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting is een belastingkorting voor werkende ouders met kinderen. Bij co-ouderschap kunnen beide ouders, indien zij beiden een baan hebben, deze korting aanvragen, mits aan de overige voorwaarden wordt voldaan. Vanaf 2027 wordt deze korting gefaseerd afgeschaft.
Er zijn situaties waarin soepelere regels gelden voor de huurtoeslag. Zo kan er in het geval van een aangepaste woning, bestemd voor een gehandicapt persoon, een verhoging op de huurtoeslag worden ontvangen, zelfs als de huur hoger is dan de maximale huurgrens. Ook kan er rekening worden gehouden met bijzonder vermogen, zoals vermogen dat niet toegankelijk is voor de aanvrager.
Het is belangrijk om wijzigingen in de situatie, zoals een scheiding of co-ouderschap, tijdig door te geven aan de Belastingdienst. Voor de huurtoeslag kan dit betekenen dat een verklaring co-ouderschap moet worden ingediend. Voor de kinderopvangtoeslag is het belangrijk om de nieuwe opvanguren door te geven. De Dienst Toeslagen kan het ouderschapsplan opvragen om te controleren of er daadwerkelijk sprake is van co-ouderschap.
Het vermogen van de aanvrager en eventuele toeslagpartner wordt meegenomen bij de berekening van de huurtoeslag. Er zijn echter uitzonderingen. Zo telt het vermogen van een pleegkind of minderjarig kind waar niet aan kan worden gekomen, bijvoorbeeld door een BEM-clausule, niet mee. Ook smartengeld wordt niet meegenomen.
Jonge huurders (18-23 jaar) hebben recht op een lagere huurgrens voor huurtoeslag. In 2025 bedraagt deze grens €477,20. Echter, als er een inwonend kind is, kan de huurgrens hoger zijn.
Het ouderschapsplan is een belangrijk document bij co-ouderschap. Hierin worden de afspraken over de opvang en opvoeding van het kind vastgelegd. De Belastingdienst kan dit plan opvragen om te controleren of er daadwerkelijk sprake is van co-ouderschap.
Het is raadzaam om bij het aanvragen van toeslagen de situatie zorgvuldig te analyseren en alle relevante informatie te verstrekken. In sommige gevallen kan het gunstig zijn om de kinderen ‘op papier’ te verdelen over beide huishoudens, zodat beide ouders meer kans hebben op bepaalde regelingen. Ook kan het lonen om te bekijken welke ouder de aanvraag indient, aangezien de Dienst Toeslagen rekening kan houden met de meest gunstige situatie.
Het is essentieel om wijzigingen in de persoonlijke situatie, zoals een verandering in inkomen, huurprijs of woonsituatie, tijdig door te geven aan de Belastingdienst. Dit voorkomt onterechte betalingen of het mislopen van recht op toeslagen.
De regels rondom huurtoeslag en co-ouderschap zijn complex, maar met de juiste informatie kunnen ouders hun recht op toeslagen optimaliseren. Het is belangrijk om de algemene voorwaarden te kennen, de specifieke regels voor co-ouderschap te begrijpen, en wijzigingen in de situatie tijdig door te geven aan de Belastingdienst. Het raadplegen van de website van de Belastingdienst en het eventueel inwinnen van persoonlijk advies kan van onschatbare waarde zijn.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet