Co-ouderschap: Wanneer en Hoe Kan het Geweigerd Worden?
juni 28, 2025
Het ouderschap is een complex fenomeen dat tot op heden relatief weinig aandacht heeft gekregen in wetenschappelijk onderzoek. Het ‘Handboek Methodische Ouderbegeleiding 2: Naar een psychologie van ouderschap’ biedt een poging om dit gebied in kaart te brengen, met een focus op de ouder zelf en de psychologische processen die een rol spelen bij het opvoeden van kinderen. Dit artikel beschrijft de belangrijkste inzichten uit dit handboek, gericht op professionals die met ouders en opvoedproblemen werken, evenals op ouders zelf.
Een opvallend aspect van dit handboek is de bewuste keuze om het kind even ‘theoretisch de kamer uit te zetten’. Dit betekent dat de aandacht primair gericht is op de ouder, diens ervaringen, en de interne processen die het ouderschap beïnvloeden. Deze benadering is bedoeld om de complexiteit van ouderschap vanuit een nieuw perspectief te belichten en de lezer in staat te stellen de dynamiek binnen gezinnen beter te begrijpen. De auteur, Alice van der Pas, werkte als ouderbegeleider en gezinstherapeut en heeft met dit werk een raamwerk willen creëren dat alle vormen van ouderschap omvat, van ‘goed genoeg’ tot problematisch of stagnerend ouderschap.
Van der Pas integreert verschillende theoretische kaders om een totaalvisie op ouderschap te bieden. Hierbij wordt aandacht besteed aan interactie en systemische aspecten, maar ook aan de intrapsychische en cognitieve processen die een rol spelen. Dit betekent dat niet alleen de relatie tussen ouder en kind wordt bekeken, maar ook de interne wereld van de ouder, inclusief emoties, gedachten en overtuigingen. Deze integratie van verschillende perspectieven maakt het handboek uniek in zijn benadering.
Centraal in de visie van Van der Pas staat het onvoorwaardelijk en tijdloos besef van verantwoordelijkheid. Dit betekent dat ouderschap niet primair gaat over het toepassen van bepaalde opvoedtechnieken, maar over het fundamentele besef dat men verantwoordelijkheid draagt voor het welzijn van het kind. Dit besef is niet afhankelijk van specifieke omstandigheden of gedragingen, maar is een intrinsiek onderdeel van het ouderschap.
Het handboek is opgedeeld in drie delen, die samen een raamwerk vormen voor het begrijpen van ouderfunctioneren.
Dit deel richt zich op de basisvaardigheden die nodig zijn voor effectief ouderschap. Hierbij worden onderwerpen behandeld als timen en doseren (het afstemmen van de opvoeding op de behoeften van het kind), en het hanteren van emoties. Het handboek biedt geen voorschriften, maar beschrijft en analyseert de dagelijkse praktijk van ouderschap.
Dit deel richt zich op de processen die ouders helpen om de uitdagingen van het ouderschap te hanteren. Hierbij worden onderwerpen behandeld als taakverdeling rond ouderschap, het ontwikkelen van een metapositie (het vermogen om afstand te nemen van de eigen emoties en gedachten), en intrapsychische groei. Deze ‘bufferprocessen’ zijn essentieel voor het behoud van het welzijn van de ouder en het voorkomen van overbelasting.
Dit deel onderzoekt de invloed van omstandigheden op het ouderschap. Hierbij worden zowel externe factoren (zoals de sociale context en de financiële situatie) als interne factoren (zoals de persoonlijkheid van de ouder) in beschouwing genomen. Het handboek benadrukt dat ouderschap altijd plaatsvindt in een specifieke context en dat deze context een belangrijke rol speelt in de manier waarop ouders hun rol invullen.
Een bijzonder kenmerk van het handboek is het ontbreken van normatieve uitspraken. Van der Pas vermijdt het gebruik van het woord ‘moeten’ en geeft geen antwoord op de vraag hoe ouders hun kind ‘moeten’ grootbrengen. In plaats daarvan richt zij zich op het beschrijven, analyseren en verklaren van het ‘gewone’, ‘nooit-goed-genoeg-ouderschap’. Deze benadering maakt het handboek toegankelijk en herkenbaar voor een breed publiek, en biedt ruimte voor interpretatie en eigen invulling.
Van der Pas tracht het ouderschap te ontdoen van ideologische spinnenwebben en wollige mythologieën. Dit betekent dat zij kritisch kijkt naar bestaande opvattingen over ouderschap en deze onderzoekt op hun wetenschappelijke basis. Door deze kritische benadering wil zij een realistisch en genuanceerd beeld van ouderschap scheppen.
Het handboek is specifiek bedoeld als een referentie voor maatschappelijk werkers en gedragsdeskundigen die met ouders en opvoedproblemen werken. Het biedt een theoretisch kader en praktische inzichten die kunnen worden gebruikt bij het begeleiden van ouders. De focus op de ouder zelf en de integratie van verschillende perspectieven maken het handboek waardevol voor professionals die een holistische benadering van ouderschap hanteren.
De benadering van Van der Pas is primair beschrijvend en analyserend. Dit betekent dat zij zich niet richt op het geven van concrete adviezen, maar op het begrijpen van de complexiteit van ouderschap. Door de verschillende aspecten van ouderschap te beschrijven en te analyseren, wil zij professionals en ouders in staat stellen om hun eigen oordeel te vormen en hun eigen keuzes te maken.
Het handboek besteedt aandacht aan de intrapsychische processen die een rol spelen bij het ouderschap. Dit omvat de emoties, gedachten en overtuigingen van de ouder, en de manier waarop deze de interactie met het kind beïnvloeden. Door inzicht te krijgen in deze interne processen, kunnen ouders en professionals beter begrijpen waarom ouders op een bepaalde manier reageren en hoe deze reacties het kind beïnvloeden.
Het ‘Handboek Methodische Ouderbegeleiding 2: Naar een psychologie van ouderschap’ biedt een waardevolle bijdrage aan het begrip van ouderschap. Door de focus op de ouder zelf, de integratie van verschillende theoretische kaders, en de afwezigheid van normatieve uitspraken, biedt het handboek een uniek en genuanceerd perspectief op dit complexe fenomeen. Het is een essentiële bron voor professionals die met ouders en opvoedproblemen werken, en kan ook ouders zelf helpen om hun rol beter te begrijpen en te vervullen. Het handboek benadrukt het belang van onvoorwaardelijke verantwoordelijkheid en het besef dat ouderschap altijd plaatsvindt in een specifieke context.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet