Co-ouderschap: Overzicht en Planning voor Kinderen en Ouders
juni 28, 2025
Co-ouderschap, een regeling waarbij beide ouders gezamenlijk de zorg en opvoeding van hun kind(eren) op zich nemen, is de afgelopen decennia aanzienlijk populairder geworden in Nederland. Van 5% in 2001 tot bijna de helft van alle ouders in de huidige tijd. Er is echter geen wettelijke minimumleeftijd voor een kind om in aanmerking te komen voor co-ouderschap. De beslissing is afhankelijk van de specifieke omstandigheden van de ouders en, bovenal, het belang van het kind. Dit artikel biedt een overzicht van de overwegingen rondom co-ouderschap, de invloed van de leeftijd van het kind, en praktische aspecten die ouders en verzorgers moeten overwegen.
Co-ouderschap kenmerkt zich door een gelijke verdeling van de zorg en verantwoordelijkheid voor de kinderen. Dit omvat niet alleen de praktische aspecten van de dagelijkse zorg, zoals koken, naar school brengen en helpen met huiswerk, maar ook de financiële verantwoordelijkheid en de gezamenlijke besluitvorming over belangrijke zaken zoals schoolkeuze en vakantieregelingen. Het is essentieel dat beide ouders in staat zijn om effectief te communiceren en samen te werken, zelfs na een scheiding. Een ouderschapsplan is hierbij cruciaal, waarin de afspraken over de zorg en opvoeding van de kinderen worden vastgelegd.
De leeftijd van het kind speelt een belangrijke rol bij de overweging van co-ouderschap. Hoewel er geen wettelijke minimumleeftijd is, zijn pedagogen van mening dat co-ouderschap niet altijd geschikt is voor zeer jonge kinderen. Met name voor kinderen onder de drie jaar wordt co-ouderschap vaak afgeraden, omdat zij dan te lang gescheiden zijn van de primaire hechtingsfiguur. Een kind in deze leeftijd heeft nog weinig besef van tijd en het is moeilijk uit te leggen wanneer het weer naar de andere ouder gaat.
Voor baby's en peuters is het belangrijk dat één ouder zich voor een deel opoffert, aangezien een baby niet gelijk verdeeld kan worden over beide ouders. De behoefte aan een stabiele en consistente hechtingsrelatie is in deze fase cruciaal voor de emotionele ontwikkeling van het kind. Korte periodes met afwisselend contact worden aanbevolen, ook tijdens vakanties.
Vanaf ongeveer vier of vijf jaar, wanneer kinderen meer taalbegrip ontwikkelen en beter in staat zijn om hun gevoelens te uiten, kan co-ouderschap overwogen worden. Echter, de overgang naar de basisschool kan voor sommige kinderen een grote verandering zijn, en het is belangrijk om te overwegen of co-ouderschap in deze periode extra stress veroorzaakt.
Naarmate kinderen ouder worden, wordt hun eigen mening steeds belangrijker. Vanaf twaalf jaar hebben kinderen het recht om gehoord te worden door de rechter, hoewel de uiteindelijke beslissing over de omgangsregeling nog steeds bij de rechter ligt. Vanaf zestien jaar kunnen kinderen aangeven de omgangsregeling te willen wijzigen als ze zich er niet meer in kunnen vinden. Echter, tot hun achttiende blijven de ouders verantwoordelijk voor het hoofdverblijf van het kind.
Naast de leeftijd van het kind zijn er nog andere praktische overwegingen die van belang zijn bij co-ouderschap.
Co-ouderschap kan verschillende vormen aannemen. De meest voorkomende is een 50/50 verdeling, waarbij de kinderen de ene week bij de ene ouder en de andere week bij de andere ouder verblijven. Echter, ook andere verdelingen, zoals 60/40 of 70/30, zijn mogelijk. Het is belangrijk om een verdeling te kiezen die past bij de specifieke omstandigheden van de ouders en het kind.
Er zijn twee hoofdtypen co-ouderschap: coöperatief en parallel. Bij coöperatief co-ouderschap kunnen de ouders nog goed met elkaar overleggen en samenwerken, terwijl bij parallel co-ouderschap de communicatie beperkter is en de ouders meer afzonderlijk verantwoordelijk zijn voor de opvoeding. Coöperatief co-ouderschap wordt over het algemeen als de meest ideale vorm beschouwd, omdat het de samenwerking en betrokkenheid van beide ouders bevordert.
De Wet Bevordering Voortgezet Ouderschap en Zorgvuldige Scheiding, die in 2009 in werking trad, geeft kinderen recht op gelijkwaardige zorg door beide ouders. Deze wet heeft bijgedragen aan de toename van co-ouderschap in Nederland.
Hoewel co-ouderschap in veel gevallen een goede oplossing kan zijn, is het niet altijd geschikt. In situaties waarin er sprake is van huiselijk geweld, verwaarlozing of andere ernstige problemen, is het belangrijk om het belang van het kind voorop te stellen en een andere omgangsregeling te overwegen. Ook als de ouders niet in staat zijn om effectief te communiceren en samen te werken, kan co-ouderschap leiden tot conflicten en stress voor het kind.
Naarmate kinderen ouder worden, wordt hun eigen mening steeds belangrijker. Vanaf twaalf jaar hebben ze het recht om gehoord te worden door de rechter, en vanaf zestien jaar kunnen ze aangeven de omgangsregeling te willen wijzigen. Het is belangrijk om de mening van het kind serieus te nemen en te betrekken bij de besluitvorming, hoewel de uiteindelijke beslissing altijd in het belang van het kind moet worden genomen.
Co-ouderschap kan een waardevolle regeling zijn voor kinderen van gescheiden ouders, mits het zorgvuldig wordt overwogen en uitgevoerd. De leeftijd van het kind is een belangrijke factor, maar ook de woonomstandigheden, de communicatie tussen de ouders en de financiële aspecten spelen een rol. Het is essentieel om het belang van het kind voorop te stellen en een regeling te kiezen die past bij de specifieke omstandigheden van de familie. Een goed ouderschapsplan en open communicatie zijn cruciaal voor het succes van co-ouderschap.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet