Co-ouderschap: Rechten, Plichten en de Mogelijkheid tot Afwijzing
juni 28, 2025
Drugsgebruik door een ouder kan aanzienlijke zorgen oproepen en heeft potentieel verregaande gevolgen voor de omgangsregeling en het welzijn van het kind. Het is een complex onderwerp waarbij het belang van het kind altijd voorop moet staan. Deze artikel bespreekt de juridische aspecten, de mogelijke gevolgen voor omgangsregelingen en de noodzaak van een zorgvuldige beoordeling van de situatie.
Drugsgebruik kan een negatieve invloed hebben op het vermogen van een ouder om verantwoordelijk ouderschap te beoefenen. Verschillende bronnen benadrukken dat drugs en verantwoord ouderschap niet samengaan. Drugs kunnen de emotionele stabiliteit, het beoordelingsvermogen en de algehele zorgcapaciteit van een ouder aantasten. Symptomen van drugsgebruik kunnen variëren van vermoeidheid en veranderde eetlust tot agressief gedrag en stemmingswisselingen. Fysieke signalen, zoals veranderde pupilgrootte, kunnen ook indicatief zijn voor drugsgebruik. Tandheelkundige problemen, zoals tandbederf en tandvleesontsteking, kunnen optreden bij gebruik van bepaalde drugs, zoals methamfetamine.
Cocaïne, bijvoorbeeld, is een stimulerend middel dat een opgewekt en vrolijk gevoel kan geven, maar kan leiden tot geestelijke verslaving en een ‘dip’ na afloop van het gebruik, gekenmerkt door somberheid en depressie. Het gebruik van cocaïne kan ook leiden tot hersenbeschadiging en hersenbloedingen. Heroïnegebruik kan de motorische ontwikkeling en leervermogen van een kind negatief beïnvloeden. Ook xtc-gebruik kan effect hebben op leer- en geheugenproblemen bij het kind. Op de lange termijn kan drugsgebruik leiden tot psychotische episodes en ademhalingsstoornissen.
In Nederland hebben zowel de biologische als de juridische vader recht op omgang met het kind. Dit recht is echter niet absoluut. De rechter kan het recht op omgang beperken of ontzeggen als dit in het belang van het kind is. Een omgangsregeling wordt vaak vastgelegd in een ouderschapsplan, waarin afspraken worden gemaakt over de zorg en opvoeding van de kinderen na een scheiding of beëindiging van een relatie.
Drugsgebruik kan expliciet worden genoemd in een ouderschapsplan, vooral als het van invloed kan zijn op het welzijn en de veiligheid van het kind. Het is belangrijk om afspraken te maken over bijvoorbeeld bezoekregelingen, toezicht en eventuele voorwaarden waaronder omgang plaatsvindt. Als ouders er niet uitkomen, kan de rechter een beslissing nemen, waarbij het welzijn van het kind altijd voorop staat.
In situaties waarin een ouder in het verleden verslaafd was aan harddrugs en herhaaldelijk pogingen tot ontwenning heeft gefaald, kan dit de rechtbank ertoe aanzetten om de omgangsregeling te beperken of op te schorten. Als een ouder drugs gebruikt, kan de andere ouder een verzoek indienen bij de rechtbank om de omgang stop te zetten. In sommige gevallen kan er een ondertoezichtstelling worden ingesteld, als ‘stok achter de deur’ om drugsgebruik uit te bannen.
Kinderen van verslaafde ouders lopen een verhoogd risico op psychische en verslavingsproblemen. Ze hebben een drie tot dertien keer hoger risico om zelf ooit psychische of verslavingsproblemen te krijgen, en doen vijf keer vaker een beroep op de geestelijke gezondheidszorg dan kinderen van ouders zonder psychopathologie of verslavingsproblematiek. Een instabiele gezinssituatie kan hieraan bijdragen.
Het is belangrijk te erkennen dat de risico's voor de volgende generatie groot zijn. Vroege signalering van verslaving als stoornis en van risico’s en eventuele problemen bij het opgroeien en opvoeden is cruciaal. Het doorbreken van transgenerationele overdracht van verslaving is een belangrijk streven.
Kinderen van afwezige vaders kunnen soms rationeel en helder zijn, leiderschapskwaliteiten vertonen en zich bewust zijn van de behoefte aan ondersteuning en goedkeuring. Echter, dit compenseert niet de risico's die verbonden zijn aan een ouder met verslavingsproblemen.
Het is belangrijk om signalen van drugsgebruik te herkennen. Deze kunnen variëren van fysieke tekenen zoals veranderde pupilgrootte, vermoeidheid, veranderde eetlust en vermagering, tot gedragsveranderingen zoals een andere vriendenkring, slechtere schoolresultaten, verlies van interesse in hobby's en sterke stemmingswisselingen. Een tandarts kan soms snel drugsgebruik identificeren, bijvoorbeeld bij methamfetaminegebruik door tandbederf en tandvleesontsteking.
Hulpverlening is essentieel, zowel voor de verslaafde ouder als voor het kind. Echter, hulpverleners zijn primair gericht op de volwassen cliënt en kunnen terughoudend zijn om vragen te stellen over kinderen uit angst de behandelrelatie te schaden. Het is belangrijk dat verslavingszorginstellingen standaard vragen naar de kinderen en dat de situatie van de kinderen wordt meegenomen tijdens de behandeling van de volwassen cliënt.
De andere ouder kan te maken krijgen met co-afhankelijkheid, waarbij men onbewust de verslaving in stand houdt door bijvoorbeeld de pijn te willen verzachten of antwoorden te zoeken buiten zichzelf. Het is belangrijk om te beseffen dat men niet gek is als men zich zo voelt, maar dat men zelf aan de slag moet om de situatie te veranderen. Het is essentieel om de pijn te voelen en los te laten, en te erkennen dat dit een proces is.
Als er zorgen zijn over het alcohol- en drugsgebruik van een ouder, is het belangrijk om de veiligheid van het kind voorop te stellen. Als een ouder explosief gedrag vertoont waar het kind bij is, is het niet verstandig om de bezoekregeling uit te breiden. Het is belangrijk om te wachten tot er vertrouwen is dat de ouder op een verantwoordelijke manier met het kind omgaat.
Drugsgebruik door een ouder vormt een serieuze bedreiging voor het welzijn van het kind en kan aanzienlijke gevolgen hebben voor de omgangsregeling. Het is van cruciaal belang om de situatie zorgvuldig te beoordelen, juridische stappen te overwegen indien nodig, en hulp te zoeken voor zowel de verslaafde ouder als het kind. Het belang van het kind moet altijd voorop staan, en de focus moet liggen op het creëren van een veilige en stabiele omgeving waarin het kind zich optimaal kan ontwikkelen. Vroege signalering en adequate hulpverlening zijn essentieel om de risico’s voor de volgende generatie te verminderen en de transgenerationele overdracht van verslaving te doorbreken.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet