Psychologenpraktijk Centrum voor Opvoedings- en Gedragsproblemen: Begeleiding voor Kinderen en Jongeren
juli 10, 2025
De inkomensafhankelijke combinatiekorting is een regeling van de Belastingdienst die bedoeld is om werkende ouders met jonge kinderen te ondersteunen. Deze korting kan een aanzienlijke vermindering van de te betalen belasting en premies opleveren. De regeling kent specifieke voorwaarden, en de toepassing ervan kan complex zijn, met name in situaties van co-ouderschap na een scheiding. Dit artikel biedt een overzicht van de belangrijkste aspecten van de inkomensafhankelijke combinatiekorting, met speciale aandacht voor de regels die gelden bij co-ouderschap.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting is een heffingskorting die bedoeld is voor ouders die werken en de zorg voor een kind combineren. Om in aanmerking te komen, moet het kind jonger zijn dan 12 jaar en minimaal 6 maanden per jaar bij de ouder ingeschreven staan. Daarnaast is er een inkomensgrens; in 2023 bedraagt deze € 5.548, in 2024 € 6.073 en in 2025 € 6.145. De hoogte van de korting is afhankelijk van het arbeidsinkomen van de ouder. De Belastingdienst beoordeelt of aan de voorwaarden is voldaan en past de korting automatisch toe bij de belastingaangifte, of via een verzoek om een voorlopige aanslag.
Naast de leeftijd van het kind en de minimale verblijfsduur, zijn er nog andere voorwaarden waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Een belangrijke voorwaarde is dat de ouder arbeidsinkomen heeft. Ook de fiscale situatie speelt een rol; als er een fiscale partner is, kan dit van invloed zijn op de hoogte van de korting. Als het arbeidsinkomen van beide partners gelijk is, krijgt de oudste van de twee de korting. Het is mogelijk om de korting ook vooraf maandelijks te ontvangen door een verzoek om een voorlopige aanslag in te dienen.
De regels voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting zijn specifiek voor co-ouders. Co-ouderschap houdt in dat de ouders de zorg voor hun kind gelijk verdelen. In de praktijk betekent dit dat het kind minimaal 3 dagen per week bij beide ouders verblijft, inclusief dagdelen. De Hoge Raad heeft in 2022 uitspraak gedaan over de interpretatie van deze regels, waardoor de voorwaarden voor co-ouders soepeler zijn geworden.
Volgens de belastingdienst zijn ouders co-ouder als het kind ten minste 3 hele dagen per week bij hen verblijft, en hetzelfde geldt voor de andere ouder. Ook als het kind om de week bij de ene en de andere ouder verblijft, kan er sprake zijn van co-ouderschap, mits het kind op jaarbasis in totaal 156 dagen de zorg van beide ouders ontvangt. Vakanties worden hierbij meegerekend.
In een co-ouderschapssituatie kunnen beide ouders in aanmerking komen voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting, zelfs als het kind slechts bij één ouder is ingeschreven. Het is belangrijk om de afspraken over de zorgverdeling goed vast te leggen, bijvoorbeeld in een ouderschapsplan, om dit aan de Belastingdienst te kunnen aantonen.
Naast de inkomensafhankelijke combinatiekorting zijn er nog andere toeslagen en belastingvoordelen waar co-ouders mogelijk recht op hebben. Dit omvat onder meer kinderbijslag, het kindgebonden budget, kinderopvangtoeslag en huurtoeslag. De kinderbijslag kan op verzoek over beide ouders verdeeld worden betaald. Voor kinderopvangtoeslag kunnen beide ouders een aanvraag indienen voor hun deel van de kosten.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting kan worden aangevraagd via de belastingaangifte. Het is ook mogelijk om een verzoek om een voorlopige aanslag in te dienen, waardoor de korting maandelijks kan worden ontvangen. Door recente versoepeling van de regels door de Belastingdienst, is het mogelijk om de korting met terugwerkende kracht aan te vragen, bijvoorbeeld over het vorige belastingjaar. Het is raadzaam om in dergelijke gevallen advies in te winnen bij een belastingadviseur.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt per 1 januari 2025 afgeschaft voor kinderen die na deze datum geboren worden. De regeling blijft echter van kracht voor kinderen die geboren zijn vóór 1 januari 2025, tot het moment dat deze 12 jaar oud zijn. Dit betekent dat de regeling doorloopt tot 1 januari 2037.
Het is belangrijk om te onthouden dat de regels rondom de inkomensafhankelijke combinatiekorting complex kunnen zijn, met name in situaties van co-ouderschap. Het is raadzaam om de afspraken over de zorgverdeling goed vast te leggen en om bij twijfel advies in te winnen bij een belastingadviseur of familierechtadvocaat. De Belastingdienst kan vragen om bewijs van de zorgverdeling, zoals een ouderschapsplan.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting is een waardevolle regeling voor werkende ouders met jonge kinderen. Voor co-ouders gelden specifieke regels, die recentelijk zijn versoepeld door een uitspraak van de Hoge Raad. Het is belangrijk om de voorwaarden te kennen en de korting correct aan te vragen om optimaal te profiteren van deze regeling. De regeling zal in de toekomst worden afgebouwd, maar blijft nog lange tijd van kracht voor kinderen die vóór 2025 geboren zijn.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet