Co-ouderschap en Woonafstand: Richtlijnen en Praktische Overwegingen
juni 27, 2025
Een ouderschapsplan is een essentieel document voor ouders die uit elkaar gaan, met als doel de verzorging en opvoeding van hun kinderen zo goed mogelijk te regelen. Dit plan is wettelijk verplicht bij echtscheiding, ontbinding van een geregistreerd partnerschap, en in sommige gevallen bij samenwonenden met gezamenlijk gezag. Het opstellen van een dergelijk plan vereist zorgvuldige afwegingen en een focus op het belang van het kind. Dit artikel biedt een overzicht van de belangrijkste aspecten van ouderschapsplannen en gezag, gebaseerd op juridische overwegingen en best practices.
Sinds 2009 is de Wet Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding van kracht, waardoor ouders die uit elkaar gaan verplicht zijn een ouderschapsplan op te stellen. Dit is vastgelegd in artikel 1:247a van het Burgerlijk Wetboek. De verplichting geldt voor gehuwde ouders, ouders met een geregistreerd partnerschap, en ongehuwde ouders met gezamenlijk gezag. Wanneer ouders samenwonen zonder geregistreerd partnerschap, is een ouderschapsplan alleen verplicht als zij gezamenlijk het ouderlijk gezag hebben. Het ouderschapsplan is bindend zodra beide ouders het ondertekenen.
Een ouderschapsplan moet minimaal afspraken bevatten over de manier waarop de zorg- en opvoedingstaken worden verdeeld. Dit omvat afspraken over het dagelijks verblijf van het kind, de omgangsregeling en de woonplaats van het kind. Daarnaast is het raadzaam om afspraken te maken over de manier waarop ouders elkaar informeren en raadplegen over belangrijke beslissingen, zoals medische behandelingen, schoolkeuze en verhuizingen. Ook de verdeling van de kosten van de opvoeding en verzorging, inclusief kinderalimentatie, moet in het plan worden vastgelegd.
Specifiek kan het ouderschapsplan afspraken bevatten over:
Na een echtscheiding of ontbinding van een geregistreerd partnerschap behouden ouders in principe gezamenlijk het ouderlijk gezag. Dit betekent dat beide ouders verantwoordelijk zijn voor de belangrijke beslissingen in het leven van hun kind. Echter, de rechtbank kan afwijken van deze regel als de belangen van het kind in het geding zijn. In dat geval kan de rechtbank besluiten dat slechts één van de ouders het gezag uitoefent.
Een ouder die niet het gezag heeft, heeft recht op omgang met het kind. Dit recht is gebaseerd op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat het recht op ‘family life’ beschermt. De rechtbank kan een omgangsregeling vaststellen als ouders er samen niet uitkomen.
Het is van groot belang dat kinderen worden betrokken bij het opstellen van een ouderschapsplan. Kinderen vanaf 12 jaar hebben het recht om hun mening te geven over de regelingen. Voor jongere kinderen is het belangrijk om een passende vorm van betrokkenheid te zoeken. De rechter kan kinderen van 12 jaar en ouder zelfs uitnodigen voor een gesprek om hun mening te horen. Het uiteindelijke besluit ligt echter bij de ouders, of bij de rechter als de ouders er niet uitkomen.
Een ouderschapsplan is niet statisch. Ouders kunnen te allen tijde nieuwe afspraken vastleggen als de omstandigheden veranderen, bijvoorbeeld bij een verhuizing, een nieuwe relatie, of als de bestaande afspraken niet meer werken. Als ouders er zelf niet uitkomen, kunnen ze de hulp inschakelen van een advocaat of mediator. Het is ook mogelijk om de rechtbank te verzoeken om het ouderschapsplan te wijzigen. Een door de rechtbank bekrachtigd ouderschapsplan heeft een executoriale titel, wat betekent dat de afspraken juridisch afdwingbaar zijn.
Als ouders na gezamenlijk overleg het gezagsgeschil zelf niet kunnen oplossen, kan een advocaat of mediator worden ingeschakeld. Als de ouders er dan nog niet uitkomen, kan het geschil voor de rechtbank worden gebracht. Voor bepaalde spoedeisende zaken, zoals toestemming voor een vakantie, kan een kort geding worden gevoerd. Mediation en overlegstructuren kunnen helpen om de communicatie tussen ouders te verbeteren en geschillen te voorkomen.
Het is raadzaam om juridische bijstand in te schakelen bij het opstellen van een ouderschapsplan, vooral als er sprake is van complexe situaties of conflicten. Een advocaat kan u adviseren over uw rechten en plichten, en u bijstaan in procedures bij de rechtbank. Het indienen van een verzoekschrift bij de rechtbank vereist de verplichte inschakeling van een advocaat.
In bepaalde situaties kan het nodig zijn om het ouderlijk gezag gerechtelijk vast te stellen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de identiteit van de verwekker pas later bekend wordt, bijvoorbeeld na een DNA-onderzoek. De moeder kan het verzoek tot vijf jaar na de geboorte van het kind indienen, of tot vijf jaar nadat de identiteit van de verwekker bekend is geworden. Ook een meerderjarig kind kan een verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het ouderschap indienen.
Bij internationale situaties, bijvoorbeeld wanneer één van de ouders in het buitenland woont of wil gaan wonen, is het belangrijk om heldere en uitvoerbare regelingen te treffen. Een advocaat met ervaring in internationaal familierecht kan u hierbij adviseren.
De rechtbank kan op verzoek van één van de ouders of degene die contact wil, een omgangsregeling vaststellen. Ook het kind kan een dergelijk verzoek doen, vanaf 12 jaar zonder advocaat. Het recht op omgang kan slechts in beperkte gevallen worden afgewezen, waarbij de belangen van het kind altijd voorop staan.
Het opstellen van een ouderschapsplan is een cruciale stap voor ouders die uit elkaar gaan. Het plan moet zorgvuldig worden afgestemd op de specifieke gezinssituatie en de belangen van het kind. Juridische begeleiding kan van onschatbare waarde zijn bij het navigeren door de complexe juridische aspecten van ouderschap en gezag. Een goed ouderschapsplan biedt een solide basis voor de toekomst van het kind en kan helpen om conflicten tussen ouders te minimaliseren. Het is belangrijk te onthouden dat het ouderschapsplan flexibel moet zijn en kan worden aangepast aan veranderende omstandigheden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet