Co-ouderschap: Wanneer en Hoe Kan het Worden Afgewezen?
juni 27, 2025
Co-ouderschap is een veelvoorkomende regeling na een scheiding of relatiebreuk, waarbij beide ouders gezamenlijk de zorg en opvoeding van hun kinderen blijven dragen. Dit impliceert een gelijkmatige verdeling van de tijd die kinderen bij beide ouders doorbrengen, evenals een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor belangrijke beslissingen over het leven van het kind. Deze regeling is in België sinds 2006 de standaard, waarbij rechters verplicht zijn co-ouderschap als eerste optie te overwegen wanneer ouders geen overeenstemming kunnen bereiken over de verblijfsregeling. In bijna de helft van de Vlaamse gezinnen verblijven kinderen na een scheiding evenveel bij beide ouders.
Co-ouderschap biedt een juridisch kader waarin ex-partners als gelijkwaardige ouders kunnen functioneren, ondanks het beëindigen van hun relatie. Het betekent dat kinderen een gelijkmatig verdeelde huisvesting hebben en regelmatig bij zowel de vader als de moeder verblijven. Beide ouders behouden het gezamenlijk ouderlijk gezag, wat inhoudt dat ze samen verantwoordelijk zijn voor cruciale beslissingen betreffende de opleiding, hobby’s, medische behandelingen en woonplaats van het kind.
Juridisch gezien eindigt het ouderlijk gezag, en daarmee in principe ook een co-ouderschapsregeling, automatisch wanneer een kind 18 jaar wordt. Echter, in de praktijk kan een omgangsregeling, die onderdeel is van co-ouderschap, eerder eindigen, bijvoorbeeld wanneer kinderen de huidige regeling niet langer wensen. De leeftijd van het kind speelt hierbij een cruciale rol. Tot circa 12 jaar wordt primair gekeken naar wat passend is voor de ouders, waarbij de wens van het kind van ondergeschikt belang is. Kinderen vanaf 12 jaar hebben het recht hun mening kenbaar te maken aan de rechter, hoewel ze niet zelfstandig over de beëindiging van de regeling kunnen beslissen.
Het beëindigen van een co-ouderschapsregeling is niet eenvoudig en vereist doorgaans een goede onderbouwing. Een ouder kan niet zomaar eenzijdig besluiten de regeling te beëindigen, aangezien beide ouders gezamenlijk het gezag over de kinderen hebben. Een beslissing om co-ouderschap te beëindigen mag niet gebaseerd zijn op emotionele redenen of boosheid, en een nieuwe partner is op zichzelf geen geldige reden.
Er zijn echter situaties waarin het gerechtvaardigd kan zijn om co-ouderschap te beëindigen of te wijzigen. Een verhuizing van een ouder kan een reden zijn, maar vereist de toestemming van de andere ouder. Indien deze toestemming ontbreekt, moet de verhuizende ouder naar de rechtbank stappen om vervangende toestemming te verkrijgen. De rechter zal hierbij een afweging maken, waarbij de belangen van de kinderen voorop staan, maar ook rekening wordt gehouden met de noodzaak van de verhuizing en de doordachtheid ervan.
Daarnaast kan co-ouderschap worden beëindigd als de veiligheid of het welzijn van het kind in gevaar is, bijvoorbeeld bij huiselijk geweld of misbruik. In dergelijke gevallen kan een ouder een verzoek indienen bij de rechtbank om de omgang op te schorten.
De mening van het kind wordt steeds belangrijker bij beslissingen over de omgangsregeling. Kinderen vanaf 12 jaar hebben het recht om hun mening kenbaar te maken aan de rechter. Hoewel de rechter niet gebonden is aan de mening van het kind, weegt deze wel zwaar mee in de besluitvorming. Voor jongere kinderen is de mening van minder belang, maar sommige rechtbanken experimenteren met het horen van kinderen vanaf 8 jaar.
Een kind kan ook zelf aangeven de omgangsregeling niet langer te willen, bijvoorbeeld als de andere ouder afspraken niet nakomt. In dat geval kan het kind aangeven liever bij de andere ouder te willen wonen, wat kan leiden tot een wijziging van de regeling.
Naast co-ouderschap zijn er andere vormen van ouderschap mogelijk. Bij parallel ouderschap communiceren ouders onregelmatig of alleen in noodgevallen, en nemen ze elk hun eigen beslissingen over de kinderen zolang deze zich in hun eigen huis bevinden. In dit geval kan een onafhankelijke derde persoon, zoals een bemiddelaar, betrokken worden om het contact tussen ouders te ondersteunen en conflicten op te lossen.
Het opstellen van een ouderschapsplan is wettelijk verplicht voor ouders die willen scheiden en kinderen hebben jonger dan 18 jaar. Dit plan bevat afspraken over de zorg- en opvoedtaken, de verblijfsregeling en andere belangrijke zaken. De afspraken in het ouderschapsplan zijn bindend nadat beide ouders het plan hebben ondertekend.
Het is belangrijk om te onthouden dat het wijzigen of beëindigen van een co-ouderschapsregeling niet eenvoudig is en vaak juridische bijstand vereist. Ouders moeten de rechter kunnen overtuigen met goede argumenten en de belangen van het kind voorop stellen.
Verhuizing is een veelvoorkomende reden om een co-ouderschapsregeling aan te passen. Echter, een ouder mag niet zonder toestemming van de andere ouder verhuizen, aangezien dit vaak betekent dat de kinderen een van beide ouders minder zullen zien. Indien de andere ouder geen toestemming geeft, moet de verhuizende ouder naar de rechtbank stappen om vervangende toestemming te verkrijgen. De rechter zal hierbij beoordelen of de verhuizing in het belang van het kind is en of deze doordacht is.
In sommige gevallen is co-ouderschap niet de meest geschikte regeling. Dit kan het geval zijn wanneer er sprake is van ernstige conflicten tussen de ouders, huiselijk geweld, of andere situaties waarin het welzijn van het kind in gevaar komt. In dergelijke gevallen kan een andere vorm van ouderschap, zoals een omgangsregeling waarbij de kinderen hoofdzakelijk bij één ouder wonen, geschikter zijn.
Co-ouderschap is een veelvoorkomende en vaak wenselijke regeling na een scheiding, waarbij beide ouders gezamenlijk de zorg en opvoeding van hun kinderen blijven dragen. De duur van co-ouderschap is in principe tot het kind 18 jaar wordt, maar kan eerder eindigen in bepaalde situaties, zoals bij een verhuizing of wanneer het kind aangeeft de regeling niet langer te wensen. Het is essentieel dat ouders bij het beëindigen of wijzigen van een co-ouderschapsregeling de belangen van het kind voorop stellen en juridisch advies inwinnen. De mening van het kind wordt steeds belangrijker bij beslissingen over de omgangsregeling, vooral vanaf de leeftijd van 12 jaar. Uiteindelijk is het doel om een stabiele en veilige omgeving te creëren voor het kind, waarin het zich optimaal kan ontwikkelen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet