Ouderschap: Een Unieke Reis met Invloeden en Ontwikkeling
juni 27, 2025
Co-ouderschap, waarbij beide ouders na een scheiding gezamenlijk de zorg voor hun kinderen dragen, is een steeds vaker voorkomende situatie. Dit brengt specifieke vragen met zich mee, met name op het gebied van financiële regelingen, waaronder de verdeling van de kinderbijslag. Dit artikel biedt een overzicht van de regels en mogelijkheden rondom kinderbijslag bij co-ouderschap, gebaseerd op beschikbare informatie.
Co-ouderschap wordt gekenmerkt door een gelijkwaardige zorgverdeling tussen de ouders. Dit betekent dat de kinderen om beurten, ongeveer even vaak, bij beide ouders verblijven en dat beide ouders actief betrokken zijn bij de opvoeding en verzorging. Een co-ouderschapsregeling vereist een overeenkomst die door beide ouders is ondertekend of een uitspraak van de rechter. De kinderen behoren in deze situatie tot twee huishoudens. Sinds 1998 is het in de wet vastgelegd dat beide ouders na een scheiding gezamenlijk het gezag over de kinderen hebben, wat de populariteit van co-ouderschap heeft doen toenemen. In 2013 was co-ouderschap van toepassing op 27% van de gescheiden ouders.
Volgens de Sociale Verzekeringsbank (SVB) behoort een kind bij co-ouderschap tot de huishoudens van beide ouders. Dit betekent dat beide ouders in principe recht hebben op de helft van de kinderbijslag. De SVB geeft er de voorkeur aan om de kinderbijslag aan één ouder uit te betalen, waarna de ouders zelf onderling afspraken maken over de verdeling van het bedrag. Als er geen afspraak wordt gemaakt, wordt de kinderbijslag automatisch gelijk verdeeld.
Ouders kunnen kiezen wie de kinderbijslag aanvraagt. Ze kunnen één ouder aanwijzen, of, bij meerdere kinderen, kunnen ze voor verschillende kinderen verschillende aanvragers kiezen. In dat geval kunnen beide ouders mogelijk in aanmerking komen voor het kindgebonden budget, mits ze aan de voorwaarden voldoen. De keuze wie de aanvrager is, wordt aan de Belastingdienst doorgegeven.
De basisregel dat de kinderbijslag wordt verdeeld, wijkt af van de situatie waarin ouders niet gescheiden zijn. In dat geval ontvangt de ouder bij wie het kind woont de kinderbijslag. Bij co-ouderschap geldt deze regel niet, omdat het kind ongeveer evenveel tijd bij beide ouders doorbrengt.
Het kindgebonden budget (KGB) is een extra financiële bijdrage voor ouders met kinderen. Alleen de aanvrager van de kinderbijslag heeft in principe recht op het KGB, mits aan de voorwaarden wordt voldaan. Echter, als er slechts één kind is, kan het KGB feitelijk aan beide ouders toekomen als het bedrag op een gezamenlijke kindrekening wordt gestort. Bij meerdere kinderen hebben beide ouders recht op KGB als de kinderen over de adressen zijn verdeeld. Het is raadzaam om een proefberekening te maken bij de Belastingdienst om te bepalen welke verdeling het meest voordelig is.
Het is essentieel dat ouders onderling afspraken maken over de verdeling van de kinderbijslag. Deze afspraken kunnen schriftelijk worden vastgelegd. Als er geen afspraak wordt gemaakt, geldt de standaardverdeling: ieder ontvangt de helft van de kinderbijslag.
Co-ouderschap heeft gevolgen voor verschillende toeslagen, waaronder de huurtoeslag, de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget. Het is belangrijk om deze gevolgen te begrijpen en de juiste stappen te ondernemen om de toeslagen correct aan te vragen.
Bij co-ouderschap hebben beide ouders in principe recht op kinderopvangtoeslag, mits aan de overige voorwaarden wordt voldaan. Dit komt doordat het kind in beide huishoudens verblijft.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is een korting op de inkomstenbelasting. Bij co-ouderschap kunnen beide ouders mogelijk recht hebben op de IACK, mits ze minimaal drie dagen per week de zorg voor de kinderen dragen. De IACK wordt per 2027 gefaseerd afgeschaft.
Ook bij co-ouderschap is er sprake van kinderalimentatie. De ouder met het hoogste inkomen betaalt een bijdrage aan de ouder met het laagste inkomen, om de financiële situaties zoveel mogelijk gelijk te trekken. De kinderbijslag wordt vaak beschouwd als een onderdeel van de totale kosten voor de kinderen en wordt bij de berekening van de alimentatie meegenomen.
Bij co-ouderschap worden de kosten voor de kinderen verdeeld op basis van de draagkracht van beide ouders. Er wordt onderscheid gemaakt tussen eigen kosten (kosten die elk huishouden voor zichzelf maakt) en te verdelen kosten (kosten die één ouder maakt voor het kind). Te verdelen kosten kunnen worden verdeeld naar draagkracht, waarbij rekening wordt gehouden met de inkomens van beide ouders.
Het is van groot belang om de afspraken over de verdeling van de kinderbijslag en andere kosten vast te leggen in een ouderschapsplan. De Belastingdienst kan het ouderschapsplan opvragen om te controleren of de afspraken in overeenstemming zijn met de feitelijke situatie.
De verdeling van de kinderbijslag bij co-ouderschap kan complex zijn, maar met de juiste informatie en afspraken kan het overzichtelijk worden gehouden. Beide ouders hebben in principe recht op de helft van de kinderbijslag, maar de specifieke regels en mogelijkheden hangen af van de individuele situatie. Het is essentieel om de afspraken schriftelijk vast te leggen en rekening te houden met de gevolgen voor andere toeslagen en de alimentatie. Een goed ouderschapsplan is hierbij onmisbaar.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet