Inkomensafhankelijke Combinatiekorting en Co-Ouderschap: Een Overzicht voor Ouders
juni 27, 2025
Co-ouderschap, waarbij beide ouders na een scheiding gezamenlijk de zorg voor hun kinderen dragen, is een steeds vaker voorkomende situatie. Dit brengt specifieke vragen met zich mee, met name op het gebied van financiële regelingen, waaronder de verdeling van de kinderbijslag. Dit artikel biedt een overzicht van de regels en mogelijkheden rondom kinderbijslag bij co-ouderschap, gebaseerd op beschikbare informatie.
Co-ouderschap wordt gekenmerkt door een gelijkwaardige zorgverdeling tussen beide ouders. Dit betekent dat de kinderen om beurten, ongeveer even vaak, bij beide ouders verblijven, en dat beide ouders samen de kosten voor de kinderen betalen. Deze afspraken moeten vastgelegd zijn in een overeenkomst die door beide ouders is ondertekend, of in een uitspraak van de rechter. Het is belangrijk te benadrukken dat co-ouderschap geen juridische term is, maar een praktische invulling van het gezamenlijk ouderschap na een scheiding. Sinds 1998 hebben beide ouders in de meeste gevallen gezamenlijk het gezag over de kinderen.
Kinderbijslag is een bijdrage van de overheid in de kosten voor kinderen tot 18 jaar en is onafhankelijk van het inkomen van de ouders. Ouders die in Nederland wonen en/of in loondienst werken, hebben meestal recht op kinderbijslag voor hun thuiswonende kinderen, stief- en soms pleegkinderen. Er zijn echter situaties waarin de kinderbijslag geschorst kan worden, bijvoorbeeld bij een bruto inkomen hoger dan € 759,28 per maand, of bij zelfstandigheid in hoofd- of bijberoep.
In de basis geldt dat bij co-ouderschap het kind tot het huishouden van beide ouders behoort. Dit betekent dat beide ouders in principe recht hebben op de helft van de kinderbijslag. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) betaalt de kinderbijslag het liefst uit aan één ouder, waarna deze zelf onderling het geld verdeelt. Echter, ouders kunnen samen afspreken hoe de betaling van de kinderbijslag tussen hen verdeeld wordt. Als er geen afspraak wordt gemaakt, krijgt iedere ouder de helft van de kinderbijslag.
Het is mogelijk om te kiezen wie de kinderbijslag aanvraagt. Ouders kunnen afspreken dat één ouder de kinderbijslag voor alle kinderen aanvraagt, of dat ieder de kinderbijslag voor de eigen kinderen aanvraagt. In het laatste geval kan het voordelig zijn om te kijken wie recht heeft op het kindgebonden budget, aangezien dit vaak aan de aanvrager van de kinderbijslag wordt gekoppeld.
Het kindgebonden budget is een inkomensafhankelijke toeslag die bedoeld is om de kosten van kinderen te ondersteunen. Bij co-ouderschap kan de aanvraag van het kindgebonden budget complexer zijn. In principe ontvangt de ouder die de kinderbijslag aanvraagt ook het kindgebonden budget, mits aan de voorwaarden wordt voldaan. Echter, als de andere ouder ook recht heeft op een hoger bedrag aan kindgebonden budget, kan het verstandig zijn om de aanvrager van de kinderbijslag te wijzigen. Een proefberekening van de Belastingdienst kan hierbij helpen.
Ook bij co-ouderschap is er sprake van kinderalimentatie. De ouder met het hoogste inkomen zal een bijdrage moeten betalen aan de ouder met het laagste inkomen, om de financiële situaties bij beide ouders zo min mogelijk te laten verschillen. De kosten van de kinderen worden verdeeld naar draagkracht, waarbij rekening wordt gehouden met het inkomen van beide ouders.
Bij het verdelen van de kosten voor de kinderen is het belangrijk om onderscheid te maken tussen eigen kosten en te verdelen kosten. Eigen kosten zijn de kosten die elk huishouden voor zichzelf maakt, zoals huur, telefoon en boodschappen. Te verdelen kosten zijn uitgaven voor het kind die één ouder doet, zoals verzekeringen, abonnementen en schoolkosten. Deze te verdelen kosten kunnen worden verdeeld naar draagkracht, waarbij rekening wordt gehouden met het inkomen van beide ouders.
Bij de berekening van de alimentatie wordt rekening gehouden met een zorgkorting. Deze korting compenseert de kosten die de ouder heeft voor het verblijf van de kinderen. Bij co-ouderschap wordt vaak een zorgkorting van 35% toegepast, omdat de verblijfskosten en de verblijfsoverstijgende kosten (zoals kleding en een fiets) worden onderscheiden. De verblijfsoverstijgende kosten komen voor rekening van de ouder die de alimentatie ontvangt, en deze ouder zou idealiter ook de volledige kinderbijslag moeten ontvangen om deze kosten te dekken.
Het is essentieel om alle afspraken over de verdeling van de kinderbijslag, het kindgebonden budget en de alimentatie schriftelijk vast te leggen, bijvoorbeeld in een ouderschapsplan. Dit voorkomt misverstanden en conflicten in de toekomst.
De SVB speelt een belangrijke rol bij de uitbetaling van de kinderbijslag. In het geval van co-ouderschap kan de SVB de kinderbijslag uitbetalen aan beide ouders, als er geen afspraken zijn gemaakt over de verdeling. Het is belangrijk om de SVB op de hoogte te stellen van de co-ouderschapssituatie, zodat de kinderbijslag correct kan worden verdeeld.
De verdeling van de kinderbijslag bij co-ouderschap kan complex zijn, maar met de juiste informatie en afspraken kan het overzichtelijk worden gehouden. Het is belangrijk om te onthouden dat beide ouders recht hebben op de helft van de kinderbijslag, tenzij anders is afgesproken. Het kindgebonden budget en de alimentatie spelen ook een rol in de financiële verdeling. Door duidelijke afspraken te maken en deze schriftelijk vast te leggen, kunnen ouders ervoor zorgen dat de financiële lasten eerlijk worden verdeeld en dat de kinderen optimaal worden ondersteund.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet