Apps voor Vereenvoudigd Co-Ouderschap: Een Overzicht voor Ouders
juni 27, 2025
De regelingen rondom kinderbijslag bij co-ouderschap kunnen complex zijn. Deze gids biedt een overzicht van de belangrijkste aspecten, gebaseerd op de beschikbare informatie, om ouders te helpen navigeren door de verschillende regels en mogelijkheden.
Co-ouderschap houdt in dat beide ouders, na een scheiding of uit elkaar gaan, overwegend in gelijke mate zorg dragen voor hun kinderen. Dit betekent dat de kinderen afwisselend bij beide ouders verblijven en dat de kosten voor de opvoeding en het levensonderhoud van de kinderen gedeeld worden. Er zijn specifieke criteria waaraan voldaan moet worden om te spreken van co-ouderschap, waaronder een ongeveer gelijke verdeling van de overnachtingen en een overeenkomst of rechterlijke uitspraak die dit regelt.
In principe heeft bij co-ouderschap ieder ouder recht op kinderbijslag voor het kind. Echter, de Sociale Verzekeringsbank (SVB) hanteert specifieke regels. Traditioneel werd de kinderbijslag uitbetaald aan de ouder bij wie het kind primair was ingeschreven. Sinds 9 maart 2023 is het beleid gewijzigd. De SVB kan de kinderbijslag over beide ouders verdelen, waarbij de helft aan elke ouder wordt betaald. Dit is echter afhankelijk van de afspraken tussen de ouders. Als er geen afspraken zijn, betaalt de SVB de kinderbijslag aan één ouder, die deze vervolgens zelf met de andere ouder kan verrekenen.
Het is belangrijk om te bepalen wie de ‘aanvrager van de kinderbijslag’ is. Dit heeft invloed op de toekenning van het kindgebonden budget. De SVB geeft de wijzigingen in de situatie door aan de Belastingdienst, die vervolgens een beschikking stuurt.
De SVB is verantwoordelijk voor de uitbetaling van de kinderbijslag. De Belastingdienst is verantwoordelijk voor het kindgebonden budget. Deze twee instanties werken samen om de juiste toeslagen toe te kennen. Het is belangrijk om wijzigingen in de gezinssituatie tijdig door te geven aan de SVB, aangezien deze informatie wordt doorgegeven aan de Belastingdienst.
Het kindgebonden budget is een tegemoetkoming in de kosten voor de opvoeding van kinderen. Bij co-ouderschap kan het zijn dat slechts één van de ouders het kindgebonden budget ontvangt, namelijk de ouder die als ‘aanvrager van de kinderbijslag’ is geregistreerd bij de SVB. Ouders kunnen samen bepalen wie deze aanvrager is. Als beide ouders een deel van de kinderbijslag ontvangen, krijgt doorgaans één ouder het kindgebonden budget.
De hoogte van de kinderbijslag is afhankelijk van de leeftijd van het kind. De bedragen worden jaarlijks aangepast en zijn te vinden op de website van de SVB. Vanaf de leeftijd van 6 jaar en later 12 jaar wordt de hoogte van de kinderbijslag verhoogd.
In bepaalde situaties kan er recht zijn op dubbele kinderbijslag. Dit kan het geval zijn bij een thuiswonend gehandicapt kind tussen de 3 en 18 jaar dat intensieve zorg nodig heeft. Vanaf 1 juli 2024 ontvangen ouders van kinderen met een Wlz-indicatie de dubbele kinderbijslag automatisch, ook met terugwerkende kracht tot 6 maanden. Ook bij extra kosten voor een uitwonend kind kan er sprake zijn van dubbele kinderbijslag, afhankelijk van de gemaakte kosten.
Bij co-ouderschap is het belangrijk om de kinderbijslag te verrekenen met de kinderalimentatie. De kinderbijslag wordt meegenomen bij het vaststellen van de hoogte van de kinderalimentatie. In sommige gevallen kan het zinvol zijn om in het ouderschapsplan afspraken te maken over de verdeling van de kinderbijslag en de verblijfsoverstijgende kosten, eventueel door het openen van een kindrekening.
Een ouderschapsplan is verplicht bij scheiding en is een belangrijk document waarin afspraken worden gemaakt over de zorg en opvoeding van de kinderen. In het ouderschapsplan kunnen ook afspraken worden opgenomen over de kinderbijslag, bijvoorbeeld wie de aanvrager is en hoe de eventuele verdeling plaatsvindt. Het is raadzaam om het ouderschapsplan zorgvuldig op te stellen en te laten registreren, aangezien de Belastingdienst dit plan kan opvragen.
Het is essentieel om wijzigingen in de gezinssituatie tijdig door te geven aan de SVB. Dit geldt bijvoorbeeld voor een verandering van adres, een verandering in de woonsituatie van het kind, of een verandering in de alimentatie. De SVB geeft deze wijzigingen door aan de Belastingdienst.
Bij overlijden van een ouder, kijkt de SVB of de andere ouder kinderbijslag kan krijgen. Als er geen andere ouder is, wordt gekeken naar wie de zorg voor het kind overneemt, bijvoorbeeld familieleden. Een overlijden in Nederland hoeft niet aan de SVB gemeld te worden, aangezien de gemeente dit doorgeeft. Bij overlijden in het buitenland is het wel noodzakelijk om dit aan de SVB te melden.
Als een kind uit huis gaat, bijvoorbeeld voor studie, kan de kinderbijslag soms worden voortgezet. In bepaalde situaties, zoals bij een uitwonend kind met een handicap, kan er zelfs recht zijn op dubbele kinderbijslag.
De regels rondom kinderbijslag en co-ouderschap zijn complex en kunnen per situatie verschillen. Het is raadzaam om juridisch advies in te winnen als er onduidelijkheden zijn of als er geschillen ontstaan.
De kinderbijslagregeling bij co-ouderschap vereist een zorgvuldige afstemming tussen de ouders en een goede kennis van de regels van de SVB en de Belastingdienst. Door tijdig wijzigingen door te geven, duidelijke afspraken te maken in het ouderschapsplan en indien nodig juridisch advies in te winnen, kunnen ouders ervoor zorgen dat zij de juiste toeslagen ontvangen en dat de financiële lasten van de opvoeding eerlijk worden verdeeld. Het is belangrijk om te onthouden dat de regels kunnen veranderen, dus het is raadzaam om regelmatig de websites van de SVB en de Belastingdienst te raadplegen voor de meest actuele informatie.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet