Ouderschap na Scheiding: Vormen van Voogdij en de Belangen van het Kind
juni 27, 2025
Het kindgebonden budget is een financiële tegemoetkoming van de overheid voor de kosten die gepaard gaan met de opvoeding van kinderen tot 18 jaar. In situaties van co-ouderschap, waarbij beide ouders na een scheiding of beëindiging van een relatie betrokken blijven bij de zorg voor hun kinderen, is het van belang om te begrijpen hoe dit budget wordt verdeeld en welke regels van toepassing zijn. Dit artikel biedt een overzicht van de belangrijkste aspecten van het kindgebonden budget in relatie tot co-ouderschap, gebaseerd op beschikbare informatie.
Het kindgebonden budget is bedoeld als een bijdrage in de kosten van levensonderhoud van kinderen. Het is een aanvulling op de kinderbijslag en wordt maandelijks uitgekeerd door de Belastingdienst. De hoogte van het budget is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het inkomen van de aanvrager, het aantal kinderen en hun leeftijd. Voor alleenstaande ouders geldt een extra vergoeding, mits er geen toeslagpartner aanwezig is. In 2021 bedroeg de vergoeding voor alleenstaande ouders € 3242 per jaar, wat neerkomt op € 270,17 per maand. Voor kinderen boven de 12 jaar kan een extra bedrag worden ontvangen als tegemoetkoming in de schoolkosten.
Om in aanmerking te komen voor het kindgebonden budget, moeten aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Ten eerste moeten er één of meer kinderen jonger dan 18 jaar zijn. Ten tweede moet de aanvrager kinderbijslag van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) ontvangen, hoewel dit voor kinderen van 16 en 17 jaar niet altijd vereist is. Daarnaast mag het (gezamenlijke) inkomen en vermogen van de aanvrager niet te hoog zijn. De exacte inkomensgrenzen zijn afhankelijk van de gezinssamenstelling en kunnen worden nagegaan met behulp van een proefberekening op de website van de Belastingdienst.
In een co-ouderschapssituatie is het belangrijk om te bepalen wie de kinderbijslag aanvraagt. De ouder die de kinderbijslag ontvangt, heeft in principe ook recht op het kindgebonden budget. Het is raadzaam om in overleg te bepalen wie de aanvrager wordt, aangezien dit financiële gevolgen kan hebben. Bij co-ouderschap met meerdere kinderen kan er ook voor gekozen worden om de kinderen te ‘verdelen’, waarbij elke ouder aanvrager wordt voor één of meer kinderen. In dat geval kunnen beide ouders recht hebben op het kindgebonden budget, mits ze aan de voorwaarden voldoen.
De basisregel is dat het kindgebonden budget wordt uitbetaald aan de ouder die de kinderbijslag ontvangt. Dit betekent dat als beide ouders kinderbijslag ontvangen voor verschillende kinderen, beide ouders ook recht kunnen hebben op het kindgebonden budget voor de kinderen waarvoor zij de kinderbijslag ontvangen. Het is belangrijk om te benadrukken dat de keuze wie de kinderbijslag aanvraagt, en daarmee het kindgebonden budget ontvangt, een belangrijke financiële beslissing is. De hoogte van het kindgebonden budget is immers afhankelijk van het inkomen van de aanvrager.
Om misverstanden en conflicten te voorkomen, is het raadzaam om duidelijke afspraken te maken over de verdeling van het kindgebonden budget en deze vast te leggen in het ouderschapsplan. In het ouderschapsplan kunnen ouders afspraken maken over wie de kinderbijslag aanvraagt, wie het kindgebonden budget ontvangt en hoe de kosten voor de kinderen worden verdeeld. Het is belangrijk om te onthouden dat de Belastingdienst en de SVB uitgaan van de informatie die zij ontvangen. Het is dus essentieel om wijzigingen in de situatie, zoals een verandering van inkomen of een nieuwe partner, tijdig door te geven.
In de praktijk zijn er verschillende manieren om het kindgebonden budget te verdelen bij co-ouderschap. Sommige ouders kiezen ervoor om het budget op een gezamenlijke rekening te storten, die vervolgens wordt gebruikt voor de kosten van de kinderen. Anderen maken afspraken dat één ouder het budget ontvangt en beheert, terwijl de andere ouder een vergoeding ontvangt voor de gemaakte kosten. Het is belangrijk om een manier te vinden die voor beide ouders acceptabel is en die recht doet aan de behoeften van de kinderen.
Het inkomen van de aanvrager van het kindgebonden budget speelt een cruciale rol bij de hoogte van de toeslag. Hoe hoger het inkomen, hoe lager het kindgebonden budget. Het is daarom belangrijk om te overwegen wie van de ouders het meest voordeel heeft bij het ontvangen van het budget. In sommige gevallen kan het financieel voordeliger zijn om het budget aan de ouder met het lagere inkomen toe te wijzen.
Het is essentieel om veranderingen in de situatie, zoals een verandering van inkomen, een nieuwe partner of een verhuizing, tijdig door te geven aan de Belastingdienst en de SVB. Als belangrijke veranderingen niet worden doorgegeven, kan het zijn dat de toeslag later moet worden terugbetaald.
Naast het kindgebonden budget kunnen er ook andere toeslagen van toepassing zijn bij co-ouderschap, zoals de huurtoeslag en de kinderopvangtoeslag. De regels voor deze toeslagen kunnen afwijken van die voor het kindgebonden budget. Het is daarom belangrijk om de specifieke voorwaarden voor elke toeslag te controleren.
Juridisch gezien is het kindgebonden budget in principe gekoppeld aan de ouder die de kinderbijslag ontvangt. Echter, ouders kunnen door middel van onderlinge afspraken of, indien nodig, met hulp van de rechter, tot een eerlijke verdeling komen. Het is raadzaam om juridisch advies in te winnen als er onenigheid bestaat over de verdeling van het kindgebonden budget.
Het kindgebonden budget is een belangrijke financiële steun voor ouders met kinderen. In een co-ouderschapssituatie is het van belang om duidelijke afspraken te maken over de verdeling van het budget en deze vast te leggen in het ouderschapsplan. De keuze wie de kinderbijslag aanvraagt en daarmee het kindgebonden budget ontvangt, kan aanzienlijke financiële gevolgen hebben. Het is daarom raadzaam om de situatie zorgvuldig te analyseren en indien nodig juridisch advies in te winnen. Het tijdig doorgeven van veranderingen aan de Belastingdienst en de SVB is essentieel om te voorkomen dat de toeslag later moet worden terugbetaald.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet