Kinderalimentatie bij Co-Ouderschap: Wat Ouders Moeten Weten
juni 27, 2025
De term ‘goed genoeg ouderschap’ is een concept dat centraal staat in de jeugdhulp en de benadering van gezinnen met complexe problematiek. Het gaat niet om perfectie, maar om het bieden van een stabiele en liefdevolle omgeving waarin een kind zich optimaal kan ontwikkelen. Dit artikel beschrijft de voorwaarden voor goed genoeg ouderschap, de risico’s die een rol kunnen spelen, en de rol van professionals bij het ondersteunen van ouders. De informatie is gebaseerd op onderzoek en inzichten uit de jeugdhulp.
Volgens de Engelse kinderarts en psychoanalyticus Donald W. Winnicott houdt goed genoeg ouderschap in: een stabiele, zorgzame en liefdevolle ‘bemoediging’ van het kind, waardoor die zich goed ontwikkelt. Het is een proces dat op een adequate manier tegemoetkomt aan de behoeften van het kind, rekening houdend met culturele standaarden die in de loop van generaties kunnen veranderen. Naast basisbehoeften zoals lichamelijke verzorging, voeding en bescherming, hebben kinderen drie emotionele behoeften: liefde, zorg en verbintenis; controle en het consistent stellen van grenzen; en stimulering van hun ontwikkeling.
Een andere indeling van de functies van een gezin omvat het opbouwen van emotionele veerkracht, het bieden van basisbehoeften, het aanleren van sociale relaties binnen en buiten het gezin, en het leren zich aanpassen. Het is essentieel om te beoordelen of de gehele opvoedsituatie ‘goed genoeg’ is.
Om te bepalen of sprake is van goed genoeg ouderschap, kunnen veertien voorwaarden worden gehanteerd voor de optimale ontwikkeling van kinderen. Deze voorwaarden omvatten:
Deze voorwaarden zijn niet los van elkaar te zien, maar staan in wisselwerking met de ontwikkelingstaken van het kind, de opvoedingsvaardigheden van de ouders en de gezins- en omgevingsfactoren.
Onderzoek toont aan dat in ongeveer een derde van de gezinnen waarbij de ouder een licht verstandelijke beperking (lvb) heeft, sprake is van goed genoeg opvoederschap. In de overige twee derde zijn er (ernstige) risico’s voor de ontwikkeling van het kind. Deze risico’s worden vaak veroorzaakt door een combinatie van factoren, zoals een gebrek aan adequate professionele hulp, de afwezigheid van een sociaal netwerk, en de onbereidheid van ouders om ondersteuning te accepteren.
Ouderproblematiek, zoals een lvb, psychische problemen of verslaving, kan het vermogen van ouders om hun kinderen goed genoeg op te voeden belemmeren. Dit kan leiden tot minder aandacht voor de fysieke en emotionele behoeften van het kind, en moeite met het bieden van structuur en organisatie. Armoede is eveneens een belangrijke risicofactor, die kan leiden tot stress, concentratieproblemen, leerachterstanden, een onveilige leefomgeving en een slechtere gezondheid.
De houding van de jeugdprofessional richting het gezin speelt een cruciale rol. Ouders zoeken eerder hulp wanneer professionals vertrouwen tonen in hun mogelijkheden om te leren en te groeien. Dit bevordert een betere werkrelatie en vergroot de kans op succes in de begeleiding. Het is belangrijk om maatwerk te bieden en laagdrempelig persoonlijk contact te onderhouden, en om mee te denken met het gezin. Samenwerking over verschillende domeinen heen is essentieel.
Bij het werken met ouders met een lvb is het belangrijk om te handelen volgens de volgende principes:
Het is belangrijk om te onthouden dat ouders in principe willen dat het goed gaat met hun kinderen, en niet kwaadaardig zijn, maar soms onmachtig.
Goed genoeg ouderschap kan pas plaatsvinden als aan een aantal voorwaarden is voldaan. De samenleving moet voldoende mogelijkheden bieden om kinderen en jongeren op te voeden, in overeenstemming met het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). De overheid heeft de plicht om voorzieningen te creëren voor de zorg van kinderen en ouders waar nodig een toereikende levensstandaard te bieden. Daarnaast moet de overheid kinderen beschermen en zorgen voor hun welzijn, en kindermishandeling voorkomen en bestrijden.
Het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap verplicht Nederland om aan personen met een handicap passende hulp te verlenen om hun verantwoordelijkheden op het gebied van de verzorging en opvoeding van hun kinderen te kunnen verrichten.
Het bespreekbaar maken van ‘goed genoeg’ ouderschap begint met feiten en gaat daarna over naar wensen, verwachtingen en toekomstvisies. Dit vereist samenwerking, openheid over kwetsbaarheid en de tijd om een connectie te maken. Het is belangrijk om bewust te zijn van eigen oordelen over het principe van ‘goed genoeg ouderschap’ en de macht en invloed die jeugd- en gezinsprofessionals hebben in de beoordeling daarvan.
Goed genoeg ouderschap is een complex concept dat niet gelijk staat aan perfectie, maar aan het bieden van een stabiele en liefdevolle omgeving waarin een kind zich optimaal kan ontwikkelen. Het vereist aandacht voor de veertien voorwaarden voor optimale ontwikkeling, het herkennen van risicofactoren en het bieden van adequate ondersteuning aan ouders. De rol van de jeugdprofessional is cruciaal bij het beoordelen van de opvoedsituatie, het bieden van hulp en het bevorderen van een positieve relatie met het gezin. De samenleving speelt eveneens een belangrijke rol door voldoende mogelijkheden te bieden voor opvoeding en zorg, en door de rechten van kinderen en ouders te waarborgen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet