Gerechtelijke Vaststelling van Ouderschap: Een Uitgebreide Handleiding
juni 27, 2025
Co-ouderschap, waarbij ouders na een scheiding de zorg en opvoeding van hun kinderen gelijkelijk verdelen, heeft aanzienlijke gevolgen voor de belastingaangifte. Deze regelingen zijn de afgelopen jaren gewijzigd, mede door uitspraken van de Hoge Raad, en het is belangrijk voor ouders om op de hoogte te zijn van hun rechten en plichten. Dit artikel biedt een overzicht van de belangrijkste aspecten van co-ouderschap en de impact daarvan op de inkomstenbelasting, kinderbijslag en toeslagen.
Co-ouderschap is van toepassing wanneer ouders na een scheiding de dagelijkse zorg en opvoeding van hun kind(eren) min of meer gelijk verdelen. Fiscaal gezien wordt dit doorgaans erkend als co-ouderschap wanneer een kind ten minste drie dagen per week bij de ene ouder en drie dagen per week bij de andere ouder verblijft, of wanneer de verdeling rouleert tussen beide ouders. Het is essentieel dat beide ouders geen fiscaal partners meer zijn en dat de co-ouderschapsregeling langer dan zes maanden in een kalenderjaar duurt. De overeenkomst omtrent de zorgverdeling kan worden vastgelegd in een co-ouderschapsplan of een echtscheidingsconvenant.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is een belastingkorting voor alleenstaanden of minstverdienende partners die arbeid en de zorg voor een kind combineren. Vanaf 2024 is de regelgeving rondom de IACK voor co-ouders gewijzigd. Beide ouders kunnen in aanmerking komen voor de IACK als zij de zorg voor een kind tijdens een kalenderjaar gelijk hebben verdeeld. De hoogte van de korting is afhankelijk van het arbeidsinkomen en kan oplopen tot € 2.950 (in 2024).
De Hoge Raad heeft in eerdere uitspraken bevestigd dat beide ouders recht kunnen hebben op de IACK, afhankelijk van de feitelijke omstandigheden. De recente wetswijziging heeft deze jurisprudentie nu in de wetgeving verankerd. Het is belangrijk op te merken dat de beoordeling van de zorgverdeling niet gebaseerd is op een jaargemiddelde, maar op een bestendig en regelmatig verblijfsschema. Een verdeling van minimaal drie dagen per week bij elke ouder wordt doorgaans als voldoende beschouwd.
Standaard ontvangt de ouder die de kinderbijslag op zijn of haar naam heeft, ook het kindgebonden budget. Ouders kunnen echter gezamenlijk besluiten dat de ene ouder de kinderbijslag ontvangt en de andere het kindgebonden budget. Het kindgebonden budget wordt meestal automatisch toegekend als men er recht op heeft, zonder dat een aparte aanvraag nodig is.
Als beide ouders een deel van de kinderopvangkosten betalen, kunnen ze samen voor maximaal 230 uur per kind per maand kinderopvangtoeslag aanvragen. Elke ouder ontvangt dan toeslag voor het deel van de kosten dat hij of zij betaalt. Het is belangrijk om de nieuwe opvanguren door te geven aan de Belastingdienst en een brief te sturen waarin wordt aangegeven dat sprake is van co-ouderschap, met vermelding van de dagen dat het kind bij elke ouder verblijft.
De fiscale behandeling van alimentatie is afhankelijk van het type alimentatie. Ontvangen partneralimentatie wordt gezien als inkomen en moet worden opgegeven bij de belastingaangifte, wat kan leiden tot een hogere bijdrage aan de Zorgverzekeringswet. Betaalde partneralimentatie kan onder bepaalde voorwaarden worden afgetrokken van het belastbaar inkomen, wat de belastingdruk kan verlagen.
Kinderalimentatie heeft geen invloed op de belastingaangifte; zowel de ontvangen als de betaalde kinderalimentatie hoeven niet te worden opgegeven. Dit betekent dat betaalde kinderalimentatie niet fiscaal aftrekbaar is.
Als een huis na een scheiding nog steeds op beide namen staat, maar slechts één ouder in de woning woont en de hypotheekrente betaalt, kunnen beide ouders in principe hun deel van de hypotheekrente aftrekken. Het is belangrijk om alleen de hypotheekrente af te trekken die betrekking heeft op het deel van de woning waarvoor men eigenaar is. In situaties waarin één ouder de volledige maandlasten betaalt, kan de aftrek van de hypotheekrente voor beide ouders niet altijd mogelijk zijn, afhankelijk van de afspraken in het echtscheidingsconvenant en de inkomensverhoudingen.
Na een scheiding is het belangrijk om te bepalen of de belastingaangifte nog gezamenlijk kan worden gedaan of dat beide ouders een aparte aangifte moeten indienen. Dit hangt af van verschillende factoren en kan fiscaal voordelig zijn. Het is raadzaam om dit zorgvuldig te overwegen en eventueel advies in te winnen.
De Belastingdienst kan de co-ouderschapsregeling controleren. Dit gebeurt doorgaans door de verdeling van de zorg en opvang te verifiëren. Het is daarom belangrijk om een duidelijke en consistente zorgregeling te hebben en deze te kunnen onderbouwen. De Belastingdienst kan bijvoorbeeld vragen naar een ouderschapsplan of een verklaring van de school of kinderopvang.
In situaties van "bird nesting", waarbij de kinderen in hetzelfde huis blijven wonen en de ouders rouleren, wordt dit door de belastingdienst gezien als twee verschillende huishoudens. Hierdoor kunnen beide ouders in aanmerking komen voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
Co-ouderschap heeft aanzienlijke gevolgen voor de belastingaangifte. De regels zijn complex en zijn de afgelopen jaren gewijzigd. Het is essentieel voor ouders om op de hoogte te zijn van hun rechten en plichten en om tijdig de juiste stappen te ondernemen. Door de zorgvuldige documentatie van de zorgverdeling en het inwinnen van advies kan men ervoor zorgen dat de belastingaangifte correct wordt ingediend en dat men optimaal profiteert van de beschikbare regelingen. De recente wetswijzigingen en jurisprudentie van de Hoge Raad hebben de mogelijkheden voor co-ouders om in aanmerking te komen voor de IACK aanzienlijk vergroot, maar vereisen wel een zorgvuldige documentatie en een gelijkmatige verdeling van de zorg.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet