Rechten en Plichten van Vaders bij Co-Ouderschap en Omgangsregelingen
juni 27, 2025
Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) speelt een rol in complexe gezinsdynamieken, met name in situaties waar het welzijn van kinderen in het geding is. Dit artikel belicht de functie van het NIFP, de aard van de uitgevoerde onderzoeken, en de trends in het gebruik van deze onderzoeken in familierechtelijke procedures, gebaseerd op beschikbare informatie.
Het NIFP is een centrum van expertise op het gebied van forensische psychiatrie, psychologie en somatische zorg in detentie. Het instituut bemiddelt tussen gedragskundigen en de Rechtspraak en het Openbaar Ministerie. Een belangrijke taak is het uitvoeren van onderzoeken naar de persoonlijkheid van verdachten in strafzaken, maar het NIFP wordt ook ingezet in familierechtelijke zaken, met name bij vragen rondom gezag, omgang en uithuisplaatsing van kinderen. Het NIFP biedt tevens psychiatrische behandeling aan gedetineerden en ontwikkelt kaders voor psychische zorg in penitentiaire inrichtingen.
In familierechtelijke contexten richt het NIFP zich op het beoordelen van het ouderlijk vermogen, met als doel te bepalen in welke omgeving een kind het beste kan opgroeien. Deze onderzoeken worden vaak ingezet in situaties waar sprake is van een complexe scheiding, waarbij de ouders vastzitten in een conflict en het welzijn van het kind in het gedrang komt. Het onderzoek kan inzicht geven in de dynamiek tussen ouders en kind, de invloed van de scheiding op het kind, en de capaciteiten van beide ouders om te zorgen voor een stabiele en liefdevolle omgeving.
De richtlijn van het NIFP voor forensisch psychologisch onderzoek is bedoeld om uniformiteit en transparantie te bevorderen. De deskundige wordt hierin aangemoedigd om mogelijke factoren te overwegen die van invloed zijn op het delictgedrag, wat in de context van familierechtelijke zaken kan worden geïnterpreteerd als factoren die de opvoedsituatie beïnvloeden.
Een NIFP-onderzoek kan worden aangevraagd door verschillende instanties, waaronder gemeenten, instellingen voor gezinsvoogdij, de Raad voor de Kinderbescherming, de kinderrechter en het Openbaar Ministerie. In het geval van een gedwongen kader, zoals bij beslissingsdiagnostiek, vindt aanmelding via het NIFP plaats, met als doel de kwaliteit van het onderzoek te waarborgen. De aanvraag kan voortkomen uit zorgen over de ontwikkeling van een kind, geschillen over omgangsregelingen, of de noodzaak tot uithuisplaatsing.
Een onderzoek kan ook worden aangevraagd om te bepalen of een kind na een periode van uithuisplaatsing terug kan keren naar de ouders, of om inzicht te krijgen in de factoren die bijdragen aan een lastige echtscheiding.
Het NIFP-onderzoek omvat doorgaans een grondige analyse van de betrokkenen, inclusief de ouders en, indien mogelijk, het kind. In een specifieke casus werd onderzoek gedaan naar de ouders, stiefouders en het kind, waarbij één broer weigerde mee te werken. Uit de rapportage bleek dat het kind voor de uithuisplaatsing in een complexe en belastende opvoedsituatie verkeerde, waarbij het kind klem zat tussen de ouders en de neiging had om de ene ouder te idealiseren en de andere af te wijzen. De rol van de vader en de stiefmoeder in dit proces werd onderzocht, waarbij werd geconcludeerd dat de stiefmoeder mogelijk onbewust bijdroeg aan het in stand houden van de ouderverstoting.
Het rapport vermeldt dat alle (stief)ouders over voldoende pedagogische en affectieve vaardigheden beschikken, maar dat er contra-indicaties zijn voor alle mogelijke thuissituaties, inclusief die bij de vader, moeder, stiefouders en in een pleeggezin.
Er is een opvallende trend dat NIFP-onderzoeken minder frequent worden ingezet bij complexe scheidingen. Dit terwijl de relatief lage kosten van deze onderzoeken, in vergelijking met de potentiële kosten van langdurige juridische procedures en de impact op het welzijn van kinderen, suggereren dat er meer (inter-)ouderschapsonderzoeken zouden moeten plaatsvinden.
De doorlooptijd van de onderzoeken is de afgelopen jaren toegenomen, van 262 dagen in 2020 tot 379 dagen in 2022. Dit kan een reden zijn voor rechters om terughoudend te zijn met het aanvragen van een NIFP-onderzoek.
Er is discussie over de afbouw van familierechtelijke rapportages door het NIFP. Kamerbrieven en andere documenten suggereren dat er geen duidelijke toekomstvisie is op het gebruik van het NIFP in deze context.
Het inzetten van het NIFP voor diagnostiek betekent niet automatisch dat er ook een (gedwongen) behandeling volgt. De beslissing om een behandeling te starten ligt bij de rechter, op basis van de bevindingen in het rapport. Het rapport kan soms leiden tot een niet-eenduidig antwoord, waardoor een vervolgonderzoek of andere interventies nodig zijn.
In sommige gevallen kan de rechtspraak Fivoor inschakelen voor diagnostiek en behandeling, waarbij de ouders eerst individueel in gesprek gaan en later, indien mogelijk, samen. Ook de kinderen kunnen bij het traject worden betrokken, via de gemeente.
Het is belangrijk om te benadrukken dat een NIFP-onderzoek niet zonder risico's is. Het kan worden gezien als een poging om de strijd tussen ouders te drijven of de verbetering van de ouderrelatie in de weg te staan. Rechters wijzen daarom vaak verzoeken om een NIFP-onderzoek af.
De uitkomst van een NIFP-onderzoek kan worden beïnvloed door de interpretatie van de informatie en de subjectiviteit van de rapporteur. Het is daarom belangrijk om de rapportage kritisch te beoordelen en eventueel een contra-expertise te laten uitvoeren.
De informatie in de beschikbare bronnen is beperkt en geeft geen volledig beeld van de rol van het NIFP in alle gevallen. De focus ligt voornamelijk op complexe scheidingssituaties en de impact op het welzijn van kinderen.
Het NIFP speelt een rol in het beoordelen van ouderlijk vermogen in complexe gezinsdynamieken. De onderzoeken kunnen waardevolle inzichten bieden in de behoeften van kinderen en de capaciteiten van ouders, maar het is belangrijk om de beperkingen en risico's van deze onderzoeken te erkennen. De trend dat NIFP-onderzoeken minder frequent worden ingezet, in combinatie met de toenemende doorlooptijd, roept vragen op over de toekomst van het NIFP in familierechtelijke procedures. Een duidelijke visie op het gebruik van het NIFP, in combinatie met een efficiënte uitvoering van de onderzoeken, is essentieel om het welzijn van kinderen in complexe gezinsituaties te waarborgen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet