Opvoeden van kind met ADHD en autisme: Aanpak, uitdagingen en ondersteuning
juli 9, 2025
Bij een scheiding blijven ouders verantwoordelijk voor de financiële verzorging van hun kinderen. De vorm die deze verantwoordelijkheid aanneemt, wordt alimentatie genoemd. Wanneer ouders kiezen voor co-ouderschap, waarbij de zorg en opvoeding van de kinderen gelijkwaardig verdeeld worden, roept dit vaak vragen over de alimentatieverplichtingen. Dit artikel biedt een overzicht van de regels en overwegingen rondom alimentatie bij co-ouderschap, gebaseerd op beschikbare informatie.
Alimentatie is een wettelijke onderhoudsplicht die ervoor zorgt dat kinderen, ook na een scheiding van hun ouders, het recht hebben op een bepaalde levensstandaard. Het is een financiële bijdrage van de ouders aan de kosten van levensonderhoud van de kinderen. Er bestaan twee vormen van alimentatie: kinderalimentatie en partneralimentatie. Kinderalimentatie is verplicht wanneer er kinderen zijn, terwijl partneralimentatie afhankelijk is van de financiële situatie van beide partners na de scheiding.
Bij co-ouderschap delen beide ouders de zorg- en opvoedingstaken van hun kinderen in gelijke mate. Dit betekent dat de kinderen ongeveer de helft van de tijd bij de ene ouder en de andere helft bij de andere ouder verblijven. Hoewel co-ouderschap vaak gepaard gaat met een gelijke verdeling van de zorg, betekent dit niet automatisch dat er geen sprake is van alimentatie.
Het uitgangspunt is dat de levensstandaard van het kind niet mag verslechteren door de scheiding van de ouders. Wanneer de inkomens van beide ouders verschillen, kan het noodzakelijk zijn dat de ouder met het hogere inkomen een financiële bijdrage levert aan de ouder met het lagere inkomen, om te zorgen dat het kind in beide huishoudens een vergelijkbare levensstandaard heeft.
Zelfs bij een gelijke verdeling van de zorg en opvoeding, kan kinderalimentatie verschuldigd zijn. Dit is met name het geval wanneer er sprake is van een significant inkomensverschil tussen de ouders. De ouder met het hogere inkomen zal dan een bijdrage moeten leveren aan de ouder met het lagere inkomen. Deze bijdrage is bedoeld om te compenseren voor het verschil in financiële draagkracht en om ervoor te zorgen dat het kind in beide huishoudens dezelfde mogelijkheden heeft.
Ook wanneer de zorgverdeling niet exact 50/50 is, bijvoorbeeld 60/40, kan alimentatie verschuldigd zijn. In dergelijke gevallen zal de ouder bij wie het kind minder tijd doorbrengt, waarschijnlijk een bijdrage moeten leveren aan de kosten van het kind.
De hoogte van de kinderalimentatie wordt bepaald aan de hand van verschillende factoren. Allereerst wordt het gezinsinkomen van beide ouders vastgesteld. Vervolgens wordt de behoefte van het kind berekend. Hierbij wordt rekening gehouden met de kosten van levensonderhoud, zoals eten, kleding, schoolkosten en eventuele hobby's.
Daarna wordt de draagkracht van beide ouders berekend. Dit houdt in dat er gekeken wordt naar de financiële mogelijkheden van beide ouders om bij te dragen aan de kosten van het kind. Ten slotte wordt er rekening gehouden met de omgangsregeling en het kindgebonden budget.
Een officiële alimentatieberekening kan worden gemaakt door een specialist, om ervoor te zorgen dat het bedrag dat wordt afgesproken correct is en geen discussie oplevert.
In de meeste gevallen is er bij co-ouderschap geen sprake van partneralimentatie, omdat er doorgaans twee inkomens zijn. Echter, wanneer de inkomensverschillen zeer groot zijn, kunnen ouders samen afspraken maken over partneralimentatie. Het is belangrijk om te weten dat partneralimentatie pas wordt toegekend als de kinderalimentatie is vastgelegd en er nog voldoende financiële ruimte over is voor partneralimentatie. De standaard duur voor partneralimentatie is maximaal vijf jaar, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals jonge kinderen of een langdurig huwelijk.
De alimentatieplicht duurt in principe totdat het kind financieel zelfstandig is of 21 jaar wordt. Wanneer een kind tussen de 18 en 21 jaar oud is en nog studeert, kan de alimentatie doorlopen. Echter, zodra het kind stopt met studeren en gaat werken, kan de alimentatie worden beëindigd. Het is raadzaam om dit te bespreken met het kind en eventueel advies in te winnen bij een specialist.
In principe vallen alle kosten van de kinderen onder de alimentatie, zoals eten, drinken, kleding, kinderopvang, zwemles en clubjes. De verzorgende ouder zal deze kosten meestal betalen vanuit de ontvangen alimentatie. Afspraken over schoolkosten kunnen apart worden gemaakt.
De alimentatie kan worden gewijzigd of beëindigd als de omstandigheden veranderen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de inkomens van de ouders wijzigen, er nieuwe partners komen of de omgangsregeling wordt aangepast. Een wijziging of beëindiging van de alimentatie via de rechter vereist een verzoekschrift en de hulp van een advocaat.
Zelfs als er geen omgang is met het kind, moet de ouder die geen omgang heeft, de alimentatie blijven betalen. Het afdwingen van omgang is een aparte procedure die via de rechter moet worden afgehandeld.
Het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) kan worden ingeschakeld om de alimentatie te innen. Dit kost de ontvangende ouder niets. Het LBIO kan ook de jaarlijkse indexering van de alimentatie verzorgen, om ervoor te zorgen dat de alimentatie meegroeit met de inflatie.
Alimentatie bij co-ouderschap is een complex onderwerp dat afhankelijk is van de specifieke omstandigheden van beide ouders. Hoewel co-ouderschap vaak gepaard gaat met een gelijke verdeling van de zorg, kan er toch sprake zijn van alimentatie, met name wanneer er sprake is van een inkomensverschil. Het is belangrijk om duidelijke afspraken te maken over de alimentatie en deze vast te leggen in een ouderschapsplan. Indien nodig kan een specialist worden ingeschakeld om te helpen bij de berekening en de juridische afhandeling van de alimentatie. Het welzijn van het kind staat hierbij altijd voorop.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet