In 2017 was de aftrekbaarheid van kosten voor kinderopvang, waaronder peuterspeelzaal, een belangrijk onderwerp voor ouders die hun belastingaangifte maakten. Het is van essentieel belang om te begrijpen hoe de regels destijds in elkaar zaten, omdat dit kan helpen bij het plannen van toekomstige kinderopvangkosten en het optimaliseren van fiscale voordelen. In dit artikel bespreken we de regels rondom de aftrekbaarheid van peuterspeelzaalkosten in 2017, de invoering van de kinderopvangtoeslag, en wat ouders moeten weten om fouten te voorkomen.
Kinderopvangtoeslag en aftrekbaarheid
In 2017 was de aftrekbaarheid van kinderopvangkosten niet langer mogelijk via een directe aftrek bij de belastingaangifte. In plaats daarvan werd de kinderopvangtoeslag ingevoerd als een vorm van tegemoetkoming voor de kosten van kinderopvang. Deze toeslag was bedoeld om ouders financieel te ondersteunen bij het betalen van opvangkosten, zolang bepaalde voorwaarden waren vervuld. De toeslag werd uitgekeerd door de Belastingdienst en was afhankelijk van het inkomen, het aantal kinderen en de soort opvang die werd gebruikt.
De kinderopvangtoeslag was niet automatisch toegewezen, maar moest expliciet worden aangevraagd. Ouders konden deze aanvragen via de website van Toeslagen.nl of via de Belastingdienst. Het was belangrijk om tijdig aan te vragen en eventuele wijzigingen in de situatie snel door te geven om terugbetaling of vertragingen te voorkomen.
Peuterspeelzaal in 2017: Aftrekbaar of niet?
Tot en met 2017 was de peuterspeelzaal niet automatisch in aanmerking genomen voor de kinderopvangtoeslag. Dit betekende dat ouders die gebruik maakten van een peuterspeelzaal hun kosten zelf moesten betalen. Er was wel een mogelijkheid voor enkele gemeenten om een tegemoetkoming in de kosten te verlenen, maar deze tegemoetkoming was meestal afhankelijk van het inkomen van de ouders en werd niet door de Belastingdienst als kinderopvangtoeslag uitbetaald.
Vanaf 2018 veranderde dit. In 2018 werd de peuterspeelzaal formeel ondergebracht in de categorie kinderopvang, wat betekende dat ouders in aanmerking kwamen voor kinderopvangtoeslag als ze gebruik maakten van een geregistreerde peuterspeelzaal. Dit was echter niet van toepassing in 2017. In dat jaar moesten ouders dus rekening houden met het feit dat de kosten voor peuterspeelzaal niet automatisch aftrekbaar waren en dat eventuele steun afhankelijk was van de regelingen van hun gemeente.
Voorwaarden voor kinderopvangtoeslag in 2017
Om in aanmerking te komen voor kinderopvangtoeslag in 2017, moesten ouders aan bepaalde voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden goldten voor alle vormen van kinderopvang, inclusief peuterspeelzaal (als deze in aanmerking kwam). De belangrijkste voorwaarden waren:
- Beide ouders moesten werken, studeren of aan een traject naar werk deelnemen. Dit gold ook voor alleenstaande ouders. Het kon bijvoorbeeld gaan om een fulltime of parttime baan, een opleiding of een traject bij UWV.
- De opvang moest geregistreerd zijn in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). Dit was van essentieel belang, omdat alleen geregistreerde opvang in aanmerking kwam voor de toeslag. Veel peuterspeelzalen waren destijds nog niet geregistreerd, wat betekende dat ouders voor deze vorm van opvang geen kinderopvangtoeslag konden ontvangen.
- De kosten voor de opvang moesten volledig door de ouders worden betaald. Als de gemeente al een deel van de kosten vergoedde, kon dit bedrag niet meegenomen worden in de berekening voor de toeslag.
- De ouders moesten hun persoonlijke situatie tijdig bijwerken. Eventuele veranderingen, zoals een nieuwe baan of minder werkuren, moesten binnen vier weken aan de Belastingdienst worden doorgegeven om fouten en terugbetalingen te voorkomen.
Aftrekbaarheid van particuliere opvang
In 2017 was de aftrekbaarheid van particuliere opvang, zoals een oppas of au pair, in principe niet mogelijk. Deze vorm van opvang viel niet onder de kinderopvangtoeslag en moest volledig door de ouders worden betaald. Er waren echter enkele uitzonderingen. Als bijvoorbeeld de particuliere opvang geregistreerd was bij de gemeente en voldoet aan de voorwaarden van geregistreerde kinderopvang, kon deze in aanmerking komen voor een toeslag. Dit was echter uitzonderlijk en vereiste dat de opvanginstelling aan bepaalde regels voldeed.
Fouten voorkomen bij het aanvragen van kinderopvangtoeslag
Het aanvragen van kinderopvangtoeslag in 2017 vereiste nauwkeurigheid en aandacht voor detail. Ouders moesten ervoor zorgen dat ze geen fouten maakten bij het invullen van hun aanvraag. Enkele veelvoorkomende fouten waren:
- Verkeerd inschatten van het jaarinkomen. Dit kon leiden tot een te hoge toeslag, die later moest worden terugbetaald. Ouders met wisselend inkomen moesten dit goed in overweging nemen.
- Niet tijdig doorgeven van wijzigingen. Als bijvoorbeeld een ouder minder werkte of de opvang gewijzigd werd, moest dit binnen vier weken aan de Belastingdienst worden gemeld.
- Verkeerd opgeven van het aantal uren. Het aantal uren dat werd opgegeven moest overeenkomen met de werkelijke situatie. Het invullen van contracturen in plaats van daadwerkelijk afgenomen uren kon leiden tot fouten in de berekening van de toeslag.
- Negeren van berichten van de Belastingdienst. Ouders moesten alle communicatie van de Belastingdienst zorgvuldig lezen en op tijd reageren om deadlines te halen.
Belastingaangifte 2017: Aftrekposten
Ondanks dat kinderopvangkosten in 2017 niet direct aftrekbaar waren, waren er andere aftrekposten die ouders konden overwegen bij het invullen van hun belastingaangifte. Deze aftrekposten goldten bijvoorbeeld voor:
- Alimentatie. Partneralimentatie en kinderalimentatie waren in 2017 niet langer als schuld in box 3 aftrekbaar, maar er waren andere mogelijkheden voor aftrek, afhankelijk van de situatie van de ouders.
- Giften aan goede doelen. Giften aan erkende ANBI’s waren in 2017 fiscaal aftrekbaar, mits de gift boven 1% van het drempelinkomen lag en geen tegenprestatie was. Periodieke giften goldten onder andere voorwaarden.
- Woonlasten. Ouders die verantwoordelijk waren voor een woonobject waarin hun ex-partner woonde, konden in sommige gevallen het eigenwoningforfait als alimentatie aftrekken.
Samenvatting
In 2017 was de aftrekbaarheid van peuterspeelzaalkosten niet standaard mogelijk via de kinderopvangtoeslag. De peuterspeelzaal was destijds nog niet formeel ondergebracht in de categorie kinderopvang, wat betekende dat ouders deze vorm van opvang zelf moesten betalen. Pas vanaf 2018 werd de peuterspeelzaal in aanmerking genomen voor kinderopvangtoeslag, zolang de instelling geregistreerd was in het Landelijk Register Kinderopvang.
Ouders die in 2017 gebruik maakten van andere vormen van geregistreerde kinderopvang, zoals dagopvang of buitenschoolse opvang, konden wel in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag. Het was belangrijk om de voorwaarden goed te begrijpen en eventuele wijzigingen tijdig door te geven aan de Belastingdienst.
De aftrekbaarheid van particuliere opvang was in 2017 in principe niet mogelijk, tenzij de opvang geregistreerd was bij de gemeente. Ouders moesten ook letten op andere aftrekposten, zoals alimentatie en giften, die in bepaalde gevallen fiscaal gunstig konden zijn.
Door zich goed te informeren over de regels en fouten te voorkomen, konden ouders in 2017 hun fiscale voordelen optimaliseren en zo hun lasten bij het betalen van kinderopvang zo ver mogelijk verminderen.