Kosten Peuterspeelzaal Zwolle: Een Overzicht voor Ouders
juni 21, 2025
De kosten van een plek in een peuterspeelzaal zijn voor veel ouders een belangrijke overweging bij de keuze van kinderopvang. In Nederland is de ouderbijdrage voor de peuterspeelzaal inkomensafhankelijk en wordt deze berekend op basis van het gezinsinkomen en de werksituatie van de ouders. De hoogte van deze bijdrage kan sterk variëren, afhankelijk van de regelingen van de gemeente en de subsidies die beschikbaar zijn. In deze artikel wordt ingegaan op de berekening en hoogte van de ouderbijdrage, met nadruk op hoe ouders deze bijdrage bepalen en hoeveel ze daadwerkelijk moeten betalen.
De ouderbijdrage is afhankelijk van het gezinsinkomen en wordt meestal berekend op basis van het uurtarief. In 2025 is het maximum uurtarief voor de peuterspeelzaal € 10,71 per uur. Dit tarief geldt voor een standaarddienstverband van 40 weken per jaar en 16 uur per week. De werkelijke ouderbijdrage hangt af van het inkomen van het gezin en of ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag of gemeentelijke vergoeding.
Voor gezinnen die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, is de ouderbijdrage afhankelijk van het gezinsinkomen. Voor 2025 geldt de volgende tabel:
Gezinsinkomen 2025 | Ouderbijdrage per maand (12x per jaar) voor 2 dagdelen per week |
---|---|
€ 0 - € 23.211 | € 11,61 |
€ 23.212 - € 35.687 | € 11,61 |
€ 35.688 - € 49.108 | € 11,88 |
€ 49.109 - € 66.794 | € 24,03 |
€ 66.795 - € 96.010 | € 60,21 |
€ 96.011 - € 133.045 | € 119,61 |
€ 133.046 en hoger | € 186,57 |
Ouders moeten hun inkomensverklaring indienen om de juiste ouderbijdrage te bepalen. Deze verklaring is meestal op te vragen bij de Dienst Toeslagen of via de gemeente.
Voor ouders die in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag, is de ouderbijdrage gebaseerd op het uurtarief en het aantal uren dat het kind per maand in de peuterspeelzaal doorbrengt. Bijvoorbeeld, als een kind 27 uren per maand in de peuterspeelzaal is, en het uurtarief € 10,71 is, dan is de ouderbijdrage € 289,17 per maand.
In sommige gevallen is een kind aangewezen op voorschoolse educatie (VE), bijvoorbeeld bij een risico op taalachterstand. In dergelijke gevallen ontvangt het kind een VVE-indicatie van het consultatiebureau. Met deze indicatie kan het kind de peuterspeelzaal bezoeken tegen een gereduceerd tarief.
Bij een VVE-indicatie is de ouderbijdrage vaak lager. Bijvoorbeeld, in gemeenten met specifieke regelingen kan de ouderbijdrage voor een kind in VE-gezinnen in de laagste inkomenscategorie € 125 per jaar bedragen in plaats van € 250. Dit komt doordat gemeenten de ouderbijdrage voor VE-programma's kunnen beperken tot een bepaald aantal uren per week.
Ouders moeten bewijzen dat ze geen recht hebben op kinderopvangtoeslag om de ouderbijdrage te bepalen. Dit kan gedaan worden door een verklaring van "geen recht op kinderopvangtoeslag" en een inkomensverklaring in te dienen. Deze documenten zijn meestal beschikbaar via de Dienst Toeslagen of de gemeente.
In sommige steden zoals Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht is er een extra vergoeding voor ouders met een minimuminkomen, waardoor de 4% eigen bijdrage voor de voorschool kan worden gecompenseerd. Deze vergoeding is echter niet verplicht voor alle gemeenten.
De ouderbijdrage varieert per maand afhankelijk van het aantal uren dat het kind in de peuterspeelzaal doorbrengt. Bijvoorbeeld, in 2025 is het standaarduurtarief € 10,71 per uur. Voor een kind dat 16 uur per week in de peuterspeelzaal is (verspreid over 40 weken), is de maandelijkse ouderbijdrage:
40 weken x 16 uur x € 10,71 = € 6.854,40 per jaar, of gemiddeld € 571,20 per maand.
Ouders die in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag, betalen slechts een klein deel van deze kosten. Bijvoorbeeld, ouders met een inkomen onder € 21.278 betalen slechts 4% van de kosten, wat ongeveer € 22,85 per maand bedraagt.
Het kabinet heeft aangekondigd dat er in 2025 een nieuw stelsel voor de financiering van kinderopvang komt. Dit stelsel moet eenvoudiger en betaalbaarder worden voor ouders. In het nieuwe stelsel wordt de overheidsvergoeding van 96% direct uitgekeerd aan kinderopvangorganisaties, terwijl ouders slechts 4% betalen. Deze wijziging moet ervoor zorgen dat ouders minder administratie hoeven af te handelen.
Naast de ouderbijdrage zijn er ook extra kosten die ouders kunnen verwachten. Bijvoorbeeld, bij een betalingsachterstand mag een kind niet op de peuterspeelzaal komen totdat de betaling is gedaan. Extra ochtenden of middagen kunnen ook extra kosten opleveren, zoals € 36,00 per extra dagdeel.
In sommige steden zijn er ook scholierenvergoedingen beschikbaar voor ouders met een stadspas. Deze vergoeding is bedoeld voor de aanschaf van bijvoorbeeld een fiets, boeken of kleding en mag niet gebruikt worden om de ouderbijdrage te betalen.
De ouderbijdrage voor de peuterspeelzaal is inkomensafhankelijk en wordt berekend op basis van het gezinsinkomen en de werksituatie van de ouders. In 2025 is het standaarduurtarief € 10,71 per uur, en de werkelijke ouderbijdrage kan variëren afhankelijk van de regelingen van de gemeente en de subsidies die beschikbaar zijn. Ouders die in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag betalen slechts een klein deel van de kosten, terwijl ouders zonder deze toeslag een hogere ouderbijdrage moeten betalen. De berekening van de ouderbijdrage kan gedaan worden via rekentools of in overleg met de gemeente. Het is belangrijk om aan te tonen dat er geen recht is op kinderopvangtoeslag en een inkomensverklaring in te dienen om de juiste ouderbijdrage te bepalen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet