Opvoeding en de betekenis van het begrip in het Engels
juli 10, 2025
In Nederland is het aantal geboortes een belangrijke indicator voor de bevolkingsgroei en de toekomstige demografie. Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) houdt dit aantal nauwkeurig bij en publiceert jaarlijks cijfers over het aantal levend- en doodgeborenen. In dit artikel wordt ingegaan op de actuele gegevens over het aantal kinderen dat jaarlijks geboren wordt, de trends die zich in de afgelopen jaren afgetekend hebben, en de invloeden die deze ontwikkelingen kunnen hebben op de maatschappij.
In 2024 werden in Nederland 165.404 levendgeborenen geregistreerd, volgens voorlopige cijfers van het CBS. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2023, waarin 164.487 kinderen ter wereld kwamen. In 2022 waren er 167.504 geboorten, wat overeenkomt met 9,5 levendgeborenen per 1.000 inwoners. Deze cijfers laten zien dat het aantal geboortes in Nederland de afgelopen jaren iets is gedaald ten opzichte van eerdere decennia, maar dat het aantal sinds 2022 iets stabiel is.
Voor de context: in 2021 was het aantal geboorten 179.441, wat opviel als een relatief hoge cijfer in vergelijking met de afgelopen jaren. Echter, de trend lijkt sinds 2022 weer iets te dalen. In 2020 werden 168.681 kinderen geboren, in 2019 169.680, en in 2018 168.525. Het hoogste aantal geboortes in de afgelopen 20 jaar was in 2011, toen 180.060 kinderen geboren werden. De jaren na de Tweede Wereldoorlog, zoals 1946, kenden zelfs nog hogere cijfers, met 284.000 geboorten.
Een andere manier om de vruchtbaarheid te beoordelen is het gemiddeld kindertal per vrouw. In 2024 is dit cijfer 1,43. Tien jaar eerder, in 2014, lag dit gemiddelde nog op 1,68. Het gemiddelde kindertal per vrouw geeft een duidelijk beeld van de daling in vruchtbaarheid. In 2021 was het cijfer al iets gestegen naar 1,62, maar in 2022 daalde het weer naar 1,49. Dit betekent dat de vruchtbaarheid onder het vervangingsniveau ligt, wat ongeveer 2,1 kinderen per vrouw is. Op dit moment is er in Nederland dus sprake van bevolkingskrimp, tenzij er een toename is in de migratie.
De daling van het kindertal per vrouw begint zich al jaren af te tekenen. In de jaren zestig van de vorige eeuw lag dit cijfer nog rond de 2,7 kinderen per vrouw. Sindsdien is het geleidelijk gedaald, mede door veranderingen in maatschappelijke normen, veranderingen in de economie, en de toegang tot betere voorzieningen zoals anticonceptie en geplande bevallingen.
Het aantal geboortes varieert niet alleen per jaar, maar ook per maand en per dag. In Nederland worden er meestal meer kinderen geboren in de zomermaanden dan in de winter. In september wordt het meest verjaardag gevierd, wat volgens CBS-cijfers betekent dat er op die maand het meeste geboren wordt. In 2023 werden op 30 september 44.100 mensen jarig, wat suggereert dat het aantal geboortes in september gemiddeld hoger is.
In de tweede helft van het jaar worden gemiddeld 250 baby's per dag geboren, terwijl het aantal in de eerste helft van het jaar lager is (216 per dag). Op de meest populaire dagen voor geboortes zijn 28 december, 30 november, 29 september en 1 november. Op die dagen zijn er gemiddeld meer dan 300 geboortes per dag.
Aan de andere kant zijn er dagen waarop er relatief weinig kinderen geboren worden. Deze dagen vallen vaak samen met feestdagen, zoals 25 december, 4 mei of 15 april, waarop geplande bevallingen vaak worden uitgesteld. Ook in de maand februari zijn er relatief weinig geboortes, mogelijk vanwege de kortere duur van de maand.
Op een gemiddelde dag in Nederland worden ongeveer 478 kinderen geboren. Van deze geboortes zijn er 245 jongens en 233 meisjes. Er worden ook gemiddeld 8 tweelingen per dag geboren. In totaal groeit de bevolking daardoor met ongeveer 136 mensen per dag, waarbij ook rekening wordt gehouden met sterftecijfers.
Per maand worden er in Nederland gemiddeld ongever 14.000 kinderen geboren. In september zijn dit er gemiddeld ongeveer 586 per dag, wat het meest is. In november en december zijn er relatief weinig geboortes, wat mogelijk samenhangt met de feestdagen en de lage vruchtbaarheid in die periode.
Internationaal gezien ligt Nederland iets boven het gemiddelde vruchtbaarheidsniveau in Europa. In 2021 was het gemiddelde aantal kinderen per gezin in Nederland 1,7, terwijl het Europees gemiddelde 1,54 is. Toch ligt het vruchtbaarheidsniveau in Nederland onder het vervangingsniveau. In landen zoals Niger, waar het vruchtbaarheidsniveau rond de 7 ligt, zijn er veel meer kinderen per vrouw.
Lage geboortecijfers worden vaak geassocieerd met welvaart, betere onderwijskansen, en toegang tot moderne voorzieningen zoals anticonceptie. In de afgelopen jaren is ook duidelijk geworden dat hogere opleidingen en hogere inkomens leiden tot kleinere gezinnen. In Zuid-Korea, een land met een hoge welvaart, is het vruchtbaarheidsniveau zelfs gedaald tot 0,78 kinderen per vrouw, wat een van de laagste cijfers ter wereld is.
Er zijn verschillende factoren die bijdragen aan de dalende vruchtbaarheid in Nederland en andere Westerse landen. Een belangrijke oorzaak is de stijgende leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen. In 2024 was de gemiddelde leeftijd van vrouwen bij de geboorte van hun eerste kind 30,4 jaar. In 1970 was dit gemiddelde nog 24,3 jaar. Deze verandering is onder andere het gevolg van veranderingen in de rolverdeling binnen het gezin en de toegang tot betere educatieve en carrièrekansen voor vrouwen.
Daarnaast speelt ook economische onzekerheid een rol. Veel jonge stellen wachten met kinderen krijgen tot ze een stabiele woning of baan hebben. In sommige gevallen duurt dit echter te lang of blijft het huwelijk het niet overleven. Demograaf Jan Latten heeft opgemerkt dat er achter de dalende geboortecijfers ook persoonlijke verhalen zitten, waarbij jonge mensen wel willen kinderen krijgen, maar door omstandigheden dit niet kunnen.
De dalende vruchtbaarheid brengt een aantal maatschappelijke en economische gevolgen met zich mee. Een van de grootste uitdagingen is de vergrijzing van de bevolking. Aangezien er minder jonge mensen zijn die de economie voorzien van nieuwe werknemers, kan dit leiden tot personeelstekorten en stijgende zorgkosten. In een aantal landen wordt daarom overwogen om maatregelen te nemen om het geboortecijfer te stimuleren, zoals toegankelijkere kinderopvang, hogere vergoedingen voor ouderschapsverlof, en het aanmoedigen van vaders om meer verantwoordelijkheid te nemen voor de opvoeding van kinderen.
In China, bijvoorbeeld, wordt bewust gekozen voor het ondersteunen van vaders in de opvoeding, om de traditionele rolverdeling te doorbreken. In Nederland zijn er ook discussies over hoe het geboortecijfer kan worden gestimuleerd. Econoom Esmee Zwiers stelt dat toegankelijke en betaalbare kinderopvang en een betere balans tussen werk en privéleven belangrijke stappen zijn.
Het aantal kinderen dat jaarlijks in Nederland geboren wordt, is een belangrijke maat voor de toekomstige demografie en de economische ontwikkelingen. In 2024 werden er 165.404 kinderen geboren, wat iets hoger is dan in 2023. Het gemiddelde kindertal per vrouw is 1,43, wat onder het vervangingsniveau ligt. De trends laten zien dat de vruchtbaarheid sinds de jaren zestig van de vorige eeuw geleidelijk is gedaald, mede door veranderingen in maatschappelijke normen, economische onzekerheid en veranderingen in de leeftijd waarop mensen kinderen krijgen.
De maanden september en oktober zien het hoogste aantal geboortes, terwijl februari en december relatief weinig geboortes kennen. Op een gemiddelde dag worden er 478 kinderen geboren in Nederland. Internationaal gezien ligt Nederland iets boven het gemiddelde vruchtbaarheidsniveau in Europa, maar onder het niveau dat nodig is om de bevolking te vervangen.
De dalende vruchtbaarheid heeft maatschappelijke en economische gevolgen, zoals vergrijzing en personeelstekorten. Daarom is het belangrijk om te overwegen welke maatregelen genomen kunnen worden om het geboortecijfer te stimuleren en de balans tussen werk en gezin te verbeteren.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet