Opvoeding in de evolutie: van historische inzichten tot hedendaagse praktijk
juli 10, 2025
De demografische situatie in China is wereldwijd bekend door het voormalige eenkindbeleid, een maatregel die in 1979 werd ingevoerd om de bevolkingsgroei in te dammen. In 2015 werd dit beleid versoepeld tot een tweekindpolitiek, en in 2021 werd de drempel opnieuw verhoogd naar drie kinderen per gezin. Deze wijzigingen zijn niet alleen een reactie op de demografische krimp, maar ook een poging om de vergrijzing van de bevolking te vertragen. In dit artikel wordt besproken hoeveel kinderen een gezin in China mag hebben, wat de historische context is van deze regels, en hoe de huidige situatie zich op de bevolking en gezinssituatie uitwerkt.
China’s bevolkingsbeleid heeft een langdurige en complexe geschiedenis. In 1979 werd de eenkindpolitiek ingevoerd om de bevolkingsgroei te beheersen, die op dat moment een groei van meer dan 10% per jaar kende. Onder deze politiek mochten de meeste gezinnen slechts één kind krijgen. Wie zich hier niet aan hield, kon worden gestraft met hoge boetes, gedwongen sterilisatie of zelfs verbanning. Vooral in het platteland was de uitvoering van de politiek strikter dan in de steden. De nadruk lag vaak op het voortplanten van jongens, wat leidde tot een aanzienlijk overschot aan mannen in de bevolking.
In 2015 werd de eenkindpolitiek officieel afgelast. Sindsdien mochten stellen twee kinderen krijgen, een tweekindpolitiek. Dit was een reactie op de toenemende vergrijzing en de dalende geboortecijfers. De regering hoopte hiermee de demografische druk te verlichten. Toch bleek dit niet voldoende. In 2021 werd de drempel opnieuw verhoogd naar drie kinderen per gezin. Deze driekindpolitiek is een officiële maatregel om de bevolkingsafname te tegengaan.
Sinds 2021 mag elk koppel in China drie kinderen krijgen. Deze regel geldt per koppel, ongeacht of ze al eerder kinderen hebben gehad of welk huwelijk ze inmiddels hebben gesloten. Zo is het mogelijk dat iemand, na een scheiding, met een nieuwe partner drie kinderen krijgt. Deze maatregel is een directe reactie op het dalende geboortecijfer en de vergrijzing van de bevolking. De regering hoopt hiermee de bevolking op peil te houden, aangezien het geboortecijfer in 2020 op 1,3 kind per vrouw lag — ver onder het kritieke niveau van 2,1 dat nodig is om de bevolking stabiel te houden.
Hoewel de regels nu toestaan tot drie kinderen, blijkt de wil van het volk om gezinsuitbreiding te overwegen beperkt. In onderzoeken van het Chinese statistiekbureau bleek dat slechts een kleine minderheid van de huishoudens van plan was om binnen twee jaar een derde kind te krijgen. De voornaamste reden is de hoge kosten van opvoeden. In grote steden is het opvoeden van één kind al een duur proces, met dure schoolgeld, bijles, en de druk om de beste scholen te bereiken. Het opvoeden van drie kinderen is dus niet alleen emotioneel, maar ook financieel een zware taak.
Bovendien blijft het ‘4-2-1-probleem’ bestaan: één kind moet zorgen voor twee ouders en vier grootouders. Dit zorgt voor een gigantische zorgdruk op jonge gezinnen, vooral in steden waar het ondersteunende sociale netwerk vaak ontbreekt. Ouders zoals Daisy Shen uit Hangzhou, zelf enig kind en moeder van één dochter, zeggen dat het opvoeden van drie kinderen te veel is. Ze benadrukken dat de financiële en emotionele kosten te hoog liggen.
China’s bevolking is voor het eerst in 60 jaar begonnen te krimpen. In 2020 werden er slechts 12 miljoen baby’s geboren, het laagste aantal sinds 1961. Tegelijkertijd stijgt het aantal ouderen exponentieel. Dit heeft grote gevolgen voor de economie en het sociale systeem. Er zijn steeds minder jonge werknemers beschikbaar om de economie te ondersteunen en zorg te verlenen aan de ouderen. Dit leidt tot druk op het pensioenstelsel, het zorgsysteem, en de werklust van jongeren.
Daarnaast is er een dramatisch vrouwenoverschot. In 2020 was het aantal jongens tussen 0 en 17 jaar 158 miljoen, terwijl het aantal meisjes 139 miljoen bedroeg. Dit is het gevolg van de voorkeur voor jongens tijdens de eenkindpolitiek, wat leidde tot miljoenen meisjesabortussen. Het overschot aan mannen maakt trouwen voor jonge mannen in het platteland moeilijker en leidt tot sociale spanningen.
Ondanks de versoepeling van de kinderregels, blijft het geboortecijfer dalen. Daarom zijn er extra maatregelen genomen om jonge koppels te stimuleren om te trouwen en kinderen te krijgen. Lokale overheden en bedrijven bieden financiële beloningen aan ouders die drie kinderen krijgen. In sommige steden wordt een bonus van 20.000 yuan (ongeveer 2.600 euro) uitgekeerd voor een derde kind. Daarnaast worden huwelijken van jonge koppels beloond, met bijvoorbeeld een bedrag van 127 euro als de bruid jonger is dan 25 jaar.
Daarnaast wordt geprobeerd de traditie van dure bruidsschatten te verbannen, omdat dit een obstakel vormt voor jonge mannen die willen trouwen. In het parlement is het onderwerp zelfs aan de orde gekomen. Daarnaast worden vruchtbaarheidstreatment en het invriezen van eicellen steeds vaker vergoed. Ruggenprikken tijdens de bevalling worden verplicht gemaakt om de angst voor pijn te verlagen.
De regering erkent dat het huidige beleid niet voldoende is om de demografische krimp te stoppen. Er zijn verschillende scenario’s mogelijk. In het beste geval leiden de huidige maatregelen tot een lichte herstel van het geboortecijfer. In het ergste geval blijft de bevolking krimpen, wat leidt tot economische krimp, sociale spanningen en een sterkere afhankelijkheid van immigratie.
Een andere uitdaging is de jongere generatie, die steeds minder geïnteresseerd is in het stichten van een gezin. Werken is duur en stressvol, en trouwen en kinderen krijgen wordt gezien als een zware taak. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd zijn vaak eerst gericht op hun carrière, en gezinsplanning is vaak een later onderdeel van hun leven. Daarnaast is er een groeiende tendens van ‘platliggen’ of ‘fulltime kinderen’ onder jongeren die geen zin meer hebben in het kapitaalisme en de druk van de maatschappij.
China’s bevolkingsbeleid is in de afgelopen decennia sterk veranderd, van een strikte eenkindpolitiek naar een driekindpolitiek. Toch blijft het geboortecijfer dalen, en de bevolking krimpt. De huidige regels stellen ouders in staat tot drie kinderen, maar de praktijk laat zien dat de wil om gezinsuitbreiding te overwegen beperkt is. De hoge kosten, zorgdruk en maatschappelijke veranderingen maken het voor jonge koppels moeilijk om te kiezen voor grotere gezinnen. De regering probeert dit met financiële beloningen en maatschappelijke maatregelen te verhelpen, maar de toekomst blijft onzeker.
De situatie in China toont aan dat bevolkingspolitiek niet alleen om juridische regels gaat, maar ook om sociale, economische en psychologische factoren. Voor ouders, opvoeders en beleidsmakers is het duidelijk dat een gezinssituatie niet alleen bepaald wordt door regelgeving, maar ook door de omstandigheden in de maatschappij. Hoeveel kinderen een gezin mag hebben is dus slechts een deel van de vergelijking — de werkelijke uitdaging ligt in het veranderen van de omstandigheden die ouders tegenhouden om gezinsuitbreiding te overwegen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet