Co-ouderschap: Het Welzijn van het Kind Voor
juni 30, 2025
Een veelvoorkomend probleem waar ouders mee worstelen is dat hun baby alleen in slaap valt of doorslaapt met de borst, een speen, of andere vormen van directe geruststelling. Dit artikel biedt een overzicht van de mogelijke oorzaken van dit gedrag en geeft praktische tips om gezonde slaapassociaties te ontwikkelen, gebaseerd op beschikbare informatie.
Slaapassociaties zijn de gewoonten of omstandigheden die een baby associeert met in slaap vallen. Deze associaties kunnen positief of negatief zijn, afhankelijk van of ze de baby helpen om zelfstandig in slaap te vallen en door te slapen. Het is belangrijk te onthouden dat geen enkele slaapassociatie op zichzelf ‘verkeerd’ is; het gaat erom of de gewoonte de baby helpt om op een ontspannen manier zelfstandig in slaap te vallen, of dat de baby er afhankelijk van blijft. Het bewust inzetten van positieve slaapassociaties kan een stevige slaapbasis creëren.
Er zijn verschillende redenen waarom een baby afhankelijk kan worden van de borst of een speen om in slaap te vallen. Een belangrijke factor is de natuurlijke behoefte van een baby aan comfort en veiligheid. De borst biedt niet alleen voeding, maar ook warmte, geur en nabijheid, wat een sterk gevoel van veiligheid kan geven. Een speen kan een vergelijkbaar gevoel van troost bieden.
Een andere oorzaak kan de leeftijd van de baby zijn. Rond de 4 maanden kunnen slaapcycli veranderen, wat leidt tot een zogenaamde slaapregressie. Tijdens deze periode kan een baby vaker wakker worden en meer behoefte hebben aan geruststelling. Deze regressie kan samenvallen met het starten van de opvang of een eerste verkoudheid, waardoor het moeilijker kan zijn om de oorzaak te achterhalen.
Ook de manier van voeden kan een rol spelen. Als een baby gewend is om in slaap te vallen tijdens het drinken, kan hij of zij deze associatie sterk ontwikkelen. Het is belangrijk om te letten op de melkstroom uit de fles; een te snelle stroom kan ervoor zorgen dat de baby gewend raakt aan grotere slokken en de borst kan weigeren.
Sommige baby’s weigeren de fles, wat een extra uitdaging kan vormen. Mogelijke oorzaken hiervan zijn een verkeerde speenmaat, de temperatuur van de melk, of een onrustige omgeving. Het is belangrijk om te experimenteren met verschillende flessen en spenen om te vinden wat het beste werkt voor de baby. De ideale temperatuur van de melk is lichaamstemperatuur, ongeveer 37 graden Celsius. Een rustige omgeving en verschillende houdingen tijdens het voeden kunnen ook helpen.
Het kan ook voorkomen dat een baby de fles weigert als hij of zij gewend is aan de borst. In dat geval kan het helpen als de ouder die borstvoeding geeft de fles geeft, omdat de baby gewend is aan de geur en de aanwezigheid van die persoon. Soms kan het juist helpen als iemand anders de fles geeft, zodat de borst niet in de buurt is.
Het doorbreken van negatieve slaapassociaties vereist geduld en consistentie. Het is belangrijk om te onthouden dat het doel niet is om de baby te laten huilen, maar om hem of haar te leren zelfstandig in slaap te vallen.
Een belangrijke stap is het creëren van een consistente slaaproutine. Dit kan bestaan uit een warm bad, een massage, een verhaaltje voorlezen, en het dimmen van de lichten. De routine moet elke avond op dezelfde manier worden uitgevoerd, zodat de baby weet wat er gaat komen.
Het is ook belangrijk om negatieve slaapassociaties geleidelijk af te bouwen. Dit kan betekenen dat je de baby niet direct in slaap wiegt of voedt, maar hem of haar wakker in bed legt. Als de baby huilt, kun je hem of haar troosten zonder direct de borst of speen aan te bieden.
Het is belangrijk om te beginnen met de meest storende slaapassociatie, of degene die het vaakst ’s nachts terugkomt. Het is niet nodig om alle associaties tegelijk aan te pakken.
Slaapregressies zijn een normaal onderdeel van de ontwikkeling van een baby. Tijdens deze periodes kan het zijn dat de baby vaker wakker wordt en meer behoefte heeft aan geruststelling. Het is belangrijk om te onthouden dat deze periodes tijdelijk zijn en dat de baby uiteindelijk weer zal doorslapen.
Rond de 15 maanden kan een slaapregressie optreden als gevolg van de ontwikkeling van de motoriek en de overgang van twee naar één middagdutje. Rond de 18 maanden kan de baby slechter slapen door de toenemende onafhankelijkheid en de ontwikkeling van nieuwe vaardigheden.
Het is belangrijk om tijdens deze periodes extra aandacht te besteden aan een consistente routine en een rustige omgeving.
Hoewel het normaal is dat een baby af en toe moeite heeft met slapen, zijn er gevallen waarin je je zorgen moet maken. Als de baby langdurig weigert te drinken of tekenen van uitdroging vertoont, is het belangrijk om contact op te nemen met een arts. Ook als de baby pijn lijkt te hebben of erg prikkelbaar is, kan het helpen om medische hulp in te schakelen.
Het is een veelvoorkomend probleem dat baby’s alleen in slaap vallen met de borst of een speen. Door de oorzaken te begrijpen en de juiste strategieën toe te passen, kunnen ouders hun baby helpen om gezonde slaapassociaties te ontwikkelen en een betere nachtrust te krijgen. Geduld, consistentie en een liefdevolle aanpak zijn essentieel om dit proces succesvol te laten verlopen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet