Het vierogenprincipe en de buitenschoolse opvang: wat geldt en waarom?

Het vierogenprincipe is een wettelijk verplichte maatregel in de kinderopvangsector in Nederland, bedoeld om kinderen te beschermen tegen grensoverschrijdend gedrag en om een open en aanspreekbare cultuur binnen kinderopvangorganisaties te bevorderen. Het principe houdt in dat pedagogisch medewerkers alleen mogen werken als zij op elk moment door een andere volwassene kunnen worden gezien of gehoord. Dit betekent echter niet dat er altijd twee medewerkers op een groep moeten staan of dat er iemand constant meekijkt. In plaats daarvan is het doel om de mogelijkheid te bieden dat iemand anders kan ingrijpen als er iets verdachts of onwettigs gebeurt.

Deze tekst biedt een gedetailleerde uitleg van het vierogenprincipe en legt uit waarom het niet van toepassing is op de buitenschoolse opvang (BSO), zoals duidelijk uit de bronnen blijkt. Verder wordt ingegaan op de praktische invulling van het principe binnen de dagopvang en de rol van kinderopvangorganisaties bij het implementeren van het vierogenprincipe.

Wat is het vierogenprincipe?

Het vierogenprincipe is een veiligheidsmaatregel die in de wet is opgenomen onder het Besluit kwaliteit kinderopvang, in het kader van 'Veiligheid en Gezondheid' (artikel 4, lid 4). Het principe is ontstaan na de conclusies van de onafhankelijke Commissie Onderzoek Zedenzaak Amsterdam in 2011, waaruit het noodzakelijk werd geacht om veiligheid en transparantie te bevorderen in de kinderopvang. De afspraken zijn gemaakt door de Brancheorganisatie Kinderopvang, Sociaal Werk Nederland en BOinK.

Het vierogenprincipe betekent dat pedagogisch medewerkers alleen hun werk mogen verrichten als het mogelijk is dat een andere volwassene op elk moment hun werk kan bekijken of beluisteren. Dit kan zowel fysiek als via technische middelen, zoals een babyfoon of doorkijkvensters. Het principe is bedoeld om een open aanspreekcultuur te bevorderen, waarin medewerkers zich veilig voelen om elkaar aan te spreken op eventueel grensoverschrijdend gedrag.

Het vierogenprincipe is niet hetzelfde als het eisen dat er altijd twee medewerkers tegelijkertijd aanwezig zijn bij een groep kinderen. Het is ook niet hetzelfde als het vereisen dat er iemand constant meekijkt of meeluistert. In plaats daarvan is het doel om een veilige omgeving te creëren waarin er mogelijkheid is tot interventie bij verdachte situaties.

Waar geldt het vierogenprincipe?

Het vierogenprincipe is wettelijk verplicht voor alle kinderopvanglocaties waar dagopvang plaatsvindt. Dit betreft bijvoorbeeld kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. De GGD beoordeelt of een instelling zich aan het vierogenprincipe houdt en kan bepalen of de veiligheidsmaatregel voldoet aan de wettelijke eisen.

Het vierogenprincipe geldt niet voor de buitenschoolse opvang (BSO), noch voor de gastouderopvang. Dit is expliciet genoemd in de bronnen. Voor de BSO wordt ervan uitgegaan dat het risico op misbruik lager is, omdat kinderen op die locaties geen nachtrust meer hebben en er minder verzorgingsmomenten zijn. Daarnaast is de BSO meestal bedoeld voor kinderen van 4 tot 12 jaar, die relatief onafhankelijker zijn in hun dagelijkse activiteiten.

Gastouderopvang is een vorm van kleinschalige opvang waarbij een begeleider meerdere kinderen tegelijkertijd verzorgt. Ouders kiezen bewust voor deze vorm van opvang en er wordt ervan uitgegaan dat ze bewust voor een minder formaliserde omgeving kiezen. Daarom is het vierogenprincipe ook niet van toepassing op de gastouderopvang.

Praktijkuitvoering van het vierogenprincipe

Kinderopvangorganisaties zijn verantwoordelijk voor het inrichten en uitvoeren van het vierogenprincipe. De precieze invulling kan per locatie verschillen, afhankelijk van de beschikbare ruimtes en middelen. De organisatie moet het vierogenprincipe vastleggen in het pedagogisch beleidsplan en deze invulling afstemmen met de oudercommissie van de instelling.

Er zijn verschillende manieren waarop het vierogenprincipe in de praktijk kan worden uitgevoerd:

  • Doorkijkvensters of glazen wanden tussen groepsruimtes en andere ruimtes, zoals een slaap- of verzorgingsruimte.
  • Gebruik van audio- of videoverbindingen, zoals een babyfoon of camerastelsel, waarmee een medewerker vanuit een andere ruimte de situatie in de groepsruimte kan volgen.
  • Samenvoegen van stamgroepen aan het begin of einde van de dag, wanneer er minder kinderen aanwezig zijn.
  • Inzet van extra medewerkers, stagiaires of vrijwilligers op tijden dat de verhouding tussen kinderen en medewerkers gunstiger is.
  • Open en aangrenzende ruimtes die een natuurlijke visuele verbinding vormen tussen medewerkers en groepen.

Een voorbeeld van een praktische toepassing is het gebruik van extra mankracht vanuit de BSO aan het eind van de middag. Op die momenten zijn er vaak minder kinderen in de BSO en kunnen die medewerkers op het dagverblijf worden ingezet, waardoor het vierogenprincipe op die tijdstippen automatisch voldoet.

Wanneer het vierogenprincipe door een kinderopvangorganisatie wordt gewijzigd, zijn de ondernemers verplicht om de oudercommissie in te lichten en de ouders over de wijziging te informeren. Dit zorgt ervoor dat ouders op de hoogte blijven van de veiligheidsmaatregelen en eventuele aanpassingen.

Het vierogenprincipe als onderdeel van een veilige omgeving

Second Home Kinderopvang benadrukt in hun beleidsbeschrijving dat het vierogenprincipe een belangrijk onderdeel is van een veilige omgeving voor kinderen. Het principe draagt bij aan het creëren van een cultureel klimaat waarin medewerkers elkaar kunnen aanspreken en waar kinderen zich veilig en uitgedaagd voelen om te leren en te groeien.

Veiligheid voor kinderen houdt ook in dat de werkomgeving voor pedagogisch medewerkers zo transparant mogelijk is. Het vierogenprincipe helpt bij het beperken van het risico op grensoverschrijdend gedrag en ondersteunt een cultuur van openheid en verantwoordelijkheid.

Bij het invullen van het vierogenprincipe is het belangrijk dat het niet te strikt wordt toegepast, zodat kinderen genoeg ervaringen kunnen opdoen en zich voldoende kunnen ontwikkelen. De organisatie moet een evenwicht vinden tussen veiligheid en de behoefte van kinderen aan uitdaging en vrijheid.

Wanneer mag een medewerker alleen op een groep staan?

Het vierogenprincipe betekent niet dat een pedagogisch medewerker nooit alleen mag werken. Een medewerker mag alleen op een groep staan, zolang de beroepskracht-kindratio toestaat en dit binnen de drie-uursregeling valt. De drie-uursregeling betreft de regel dat een medewerker niet langer dan drie uur mag werken zonder dat er mogelijkheid is tot toezicht of interventie.

Als er slechts één medewerker aanwezig is op een locatie, moet er wel een achterwacht zijn. Een achterwacht is een persoon die bereikbaar is en die ingrijpt in geval van nood. Dit kan bijvoorbeeld een andere medewerker zijn die zich in een andere ruimte bevindt of bereikbaar is via telefoon.

Het vierogenprincipe is dus niet bedoeld om te eisen dat er altijd twee medewerkers tegelijkertijd op een groep staan, maar om ervoor te zorgen dat er op elk moment mogelijkheid is tot toezicht.

Het vierogenprincipe en de oudercommissie

De oudercommissie speelt een belangrijke rol bij de uitvoering van het vierogenprincipe. Kinderopvangorganisaties zijn verplicht om de oudercommissie te informeren over de manier waarop het vierogenprincipe in hun instelling wordt toegepast. Daarnaast is het wenselijk om advies in te winnen van de oudercommissie bij het invullen van het principe.

De oudercommissie kan bijvoorbeeld meehelpen bij het bepalen van de meest geschikte invulling van het vierogenprincipe, afhankelijk van de omstandigheden op de locatie. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de inzet van extra medewerkers, de indeling van de ruimtes of de toepassing van technische middelen zoals babyfoons.

Het betreft een samenwerking tussen de organisatie en de ouders, waarbij het doel is om een veilige omgeving te creëren waarin zowel kinderen als medewerkers zich veilig en gerust voelen.

Conclusie

Het vierogenprincipe is een wettelijk verplichte maatregel in de kinderopvangsector, bedoeld om kinderen te beschermen en een open aanspreekcultuur te bevorderen. Het principe houdt in dat pedagogisch medewerkers alleen mogen werken als het mogelijk is dat een andere volwassene op elk moment hun werk kan bekijken of beluisteren. Dit kan via technische middelen, ruimtelijke oplossingen of de inzet van extra medewerkers.

Het vierogenprincipe geldt uitsluitend voor de dagopvang en is niet van toepassing op de buitenschoolse opvang of de gastouderopvang. Voor de BSO wordt ervan uitgegaan dat het risico op misbruik kleiner is, en ouders kiezen bewust voor kleinschalige opvang bij de gastouderopvang.

De invulling van het vierogenprincipe is afhankelijk van de omstandigheden op de locatie en moet worden afgesproken met de oudercommissie. Het is belangrijk dat het principe niet te strikt wordt toegepast, zodat kinderen genoeg ervaringen kunnen opdoen en zich voldoende kunnen ontwikkelen. Kinderopvangorganisaties zijn verantwoordelijk voor het inrichten van een veilige en open omgeving waarin zowel kinderen als medewerkers zich gerust en uitgedaagd voelen.

Het vierogenprincipe is dus een essentieel onderdeel van de kinderopvang en draagt bij aan een veilige en transparante omgeving voor kinderen.

Bronnen

  1. Uitleg vierogenprincipe
  2. Wat houdt het vierogenprincipe in?
  3. Vierogenprincipe in de praktijk

Gerelateerde berichten