Subsidieregeling voor passende buitenschoolse opvang in gemeenten

In de Nederlandse context is het aanbieden van passende buitenschoolse opvang een essentieel onderdeel van het ondersteunen van kinderen met extra behoeften. In de gemeenten Hilversum en Schouwen-Duiveland zijn regelingen opgesteld om dit aanbod te stimuleren en te ondersteunen. Deze artikelen gaan dieper in op de subsidiebesluiten, de doelgroepen, het subsidiebedrag, de toetsingscriteria en administratieve procedures die in deze gemeenten van toepassing zijn.

Inleiding

De passende buitenschoolse opvang is bedoeld voor kinderen die vanwege een verstandelijke, zintuiglijke, lichamelijke en/of psychische beperking geen gebruik kunnen maken van reguliere buitenschoolse opvang. In de gemeente Hilversum is de regeling bekend als de "Subsidieregeling Passende Buitenschoolse Opvang Hilversum 2025", terwijl Schouwen-Duiveland de regeling onder de naam "Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie 2025" heeft vastgesteld.

Deze regelingen worden beheerd door het College van Burgemeester en Wethouders en zijn ondergeschikt aan de Algemene subsidieverordening van de respectievelijke gemeenten. De doelgroepen van deze subsidiebeleidsregels zijn kinderen die behoefte hebben aan een op maat gemaakte buitenschoolse opvang en kinderen die op voorhand zijn geïndiceerd voor voorschoolse educatie. De subsidiebedragen en toetsingscriteria zijn daarbij afhankelijk van het aantal uren dat wordt aangeboden, het aantal groepen, en eventuele vervoerskosten.

Subsidiebedragen en tarieven

In Hilversum is het subsidiebedrag voor het aanbieden van passende buitenschoolse opvang vastgesteld op €10,26 per uur. Dit tarief geldt voor elk kind dat onderdeel uitmaakt van een passende buitenschoolse opvang. Daarnaast is het mogelijk om subsidie aan te vragen voor vervoerskosten, mits aan specifieke voorwaarden wordt voldaan. De maximale vergoeding per rit is vastgelegd op €22,96 per kind.

De subsidie wordt berekend op basis van het totaal aantal uren passende buitenschoolse opvang dat wordt aangeboden in een kalenderjaar. Opgesplitst per kind en per uur, is de financiële ondersteuning dus gericht op het aantal uren dat daadwerkelijk wordt aangeboden. De gemeente ondersteunt maximaal drie groepen van maximaal 11 kinderen per groep. Het subsidieplafond voor 2025 is vastgesteld op €400.000.

In Schouwen-Duiveland wordt de subsidiebedrag niet expliciet genoemd in de regeling, maar de structuur is vergelijkbaar. Daar wordt gesubsidieerd aan de basis van het aanbod van peuteropvang en voorschoolse educatie (VE), met een specifieke focus op doelgroeppeuters die een indicatie hebben van de GGD voor taal- of sociaal-emotionele achterstanden. De financiële ondersteuning is gericht op het aanbod van deze voorziening, de inzet van hbo-gekwalificeerde medewerkers en eventuele vervoerskosten.

Toetsingscriteria en bevoegdheden

Zowel in Hilversum als in Schouwen-Duiveland zijn er duidelijke toetsingscriteria voor een kindercentrum om subsidie in aanmerking te komen. In Hilversum moet het kindercentrum zich richten op kinderen woonachtig in de gemeente, en het aanbod moet beperkt blijven tot kinderen tussen de leeftijd van drie en twaalf jaar die op regulier of gespecialiseerd onderwijs zitten en een beperking hebben die hen ongeschikt maakt voor reguliere buitenschoolse opvang.

In Schouwen-Duiveland zijn de criteria gericht op de aanbieding van peuteropvang en voorschoolse educatie aan doelgroeppeuters, waarbij het kindercentrum zich moet richten op kinderen tussen de leeftijd van twee en vier jaar. Ook hier geldt dat de kinderen woonachtig moeten zijn in de gemeente. Daarnaast is het vereist dat het kindercentrum inzet op kwaliteitsverbetering via een hbo-gekwalificeerde pedagogisch beleidsmedewerker.

Beide gemeenten hanteren een procedure waarin aanvragers hun verzoek tot subsidie moeten voorzien van ondersteunende documenten, zoals een begroting, een jaarverantwoording en eventueel een goedkeurende accountantsverklaring bij een subsidieboven de €50.000. De aanvraag moet volledig zijn, anders kan de aanvrager worden gevraagd om aanvullende informatie. De beslissing op de aanvraag wordt binnen dertien weken genomen.

Vervoerskosten en ondersteuning

Een belangrijk aspect van de subsidiebeleidsregels is de ondersteuning van vervoerskosten. In Hilversum is het mogelijk om subsidie aan te vragen voor vervoerskosten, mits de school van een kind zich niet op een nabije locatie van de passende buitenschoolse opvang bevindt, en er geen sprake is van leerlingenvervoer. De maximale vergoeding per kind per rit is €22,96, wat overeenkomt met de vergoeding binnen de jeugdwet.

De financiering van vervoerskosten is beperkt tot gevallen waarin de kosten hoger zijn dan die van reguliere buitenschoolse opvang. De aanvrager moet bij de subsidieaanvraag een inschatting van de vervoerskosten opnemen, en na afloop een rapportage maken van de daadwerkelijke kosten. De gemeente vergoedt niet meer dan het bedrag dat vooraf is aangevraagd. Ouders zijn verantwoordelijk voor het vervoer van het kind naar en van de passende buitenschoolse opvang.

In Schouwen-Duiveland is de aanvraagprocedure voor vervoerskosten niet expliciet genoemd in de bron, maar het is duidelijk dat de gemeente zich richt op het ondersteunen van doelgroeppeuters en hun familieleden, inclusief eventuele extra kosten die voortvloeien uit de noodzaak van een specifieke opvanglocatie.

Doelgroepen en aanvullende ondersteuning

De doelgroepen voor passende buitenschoolse opvang zijn kinderen met een verstandelijke, zintuiglijke, lichamelijke en/of psychische beperking. Deze kinderen kunnen niet terecht op reguliere buitenschoolse opvang en hebben daarom een op maat gemaakte opvang nodig. De subsidiebeleidsregels zijn ontworpen om deze kinderen en hun ouders te ondersteunen in het opbouwen van een betere schoolcarrière en sociale vaardigheden.

In Hilversum wordt benadrukt dat het aanbod van passende buitenschoolse opvang is gericht op kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, en dat het subsidieplafond is bedoeld om dit aanbod te stimuleren. In Schouwen-Duiveland is de focus op doelgroeppeuters met taal- of sociaal-emotionele achterstanden. De voorschoolse educatie is bedoeld om deze kinderen beter voor te bereiden op het reguliere onderwijs.

De gemeenten hanteren ook een procedure voor het aanvragen van subsidie voor kinderen met een indicatie voor voorschoolse educatie. In Schouwen-Duiveland is het verplicht dat de GGD deze indicatie afgeeft, op basis van een beoordeling van de taalontwikkeling of sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Deze indicatie is een voorwaarde voor het recht op subsidie voor voorschoolse educatie.

Administratieve procedures en juridische kaders

De administratieve procedures voor de aanvraag en verwerking van subsidie zijn gestructureerd en duidelijk. In Hilversum wordt de aanvraag beoordeeld door het College van Burgemeester en Wethouders, dat binnen dertien weken een beslissing neemt. De aanvraag moet volledig zijn en voorzien van documenten zoals een begroting, een financiële jaarverantwoording en een goedkeurende accountantsverklaring bij subsidies boven de €50.000. Indien de aanvraag niet volledig is, kan de aanvrager worden gevraagd om aanvullende informatie te leveren.

In Schouwen-Duiveland is de aanvraagproces vergelijkbaar. De aanvrager moet aan de toetsingscriteria voldoen, waaronder het aanbod van peuteropvang en voorschoolse educatie aan doelgroeppeuters. De aanvraag moet voorzien zijn van documenten die het aanbod en de kwaliteit van de dienstverlening onderbouwen.

De juridische kaders voor deze subsidiebeleidsregels zijn gebaseerd op de Algemene subsidieverordening van de respectievelijke gemeenten. In Hilversum is dat de Algemene Subsidieverordening Hilversum 2021, terwijl Schouwen-Duiveland de Algemene subsidieverordening 2023 hantert. Beide gemeenten hanteren ook de Wet kinderopvang en bepaalde bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht.

Subsidie in bijzondere gevallen

Beide gemeenten hebben een clausule opgenomen die hen toestaat in bijzondere gevallen van de regeling af te wijken, indien strikte toepassing ervan zou kunnen leiden tot onbillijkheid. Deze clausules zijn bedoeld om flexibiliteit te bieden in situaties waarin een kindercentrum bijvoorbeeld extra hulp nodig heeft of een onverwachte omstandigheid heeft die het normale functioneren beïnvloedt.

In Hilversum is het mogelijk dat het College van Burgemeester en Wethouders in bijzondere gevallen de bepalingen van de subsidiebeleidsregel niet volledig toepast, mits dit in het belang is van de kinderen en het aanbod van passende buitenschoolse opvang. In Schouwen-Duiveland is een soortgelijke clausule opgenomen, die toelaat dat het College in bijzondere gevallen van de regeling afwijkt, indien dat noodzakelijk is om onbillijkheid te voorkomen.

Conclusie

De subsidiebeleidsregels voor passende buitenschoolse opvang in Hilversum en Schouwen-Duiveland zijn ontworpen om kinderen met extra behoeften beter te ondersteunen in hun schoolcarrière en sociale ontwikkeling. De regelingen zijn gericht op het aanbod van passende opvang en voorschoolse educatie, en zijn ondersteund door een duidelijke structuur van subsidiebedragen, toetsingscriteria en administratieve procedures. Zowel de gemeenten als de kindercentra zijn verantwoordelijk voor het naleven van de regels en het behoud van een hoge kwaliteit van de dienstverlening. Deze subsidiebeleidsregels zijn van groot belang voor het behoud van een duurzame en effectieve buitenschoolse opvang voor kinderen met extra behoeften.

Bronnen

  1. Subsidieregeling Passende Buitenschoolse Opvang Hilversum 2025
  2. Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie 2025

Gerelateerde berichten