In de kinderopvangsector, met name in de buitenschoolse opvang (BSO), is het salaris een belangrijk aandachtspunt voor werknemers die willen weten wat ze kunnen verwachten op basis van hun functie, ervaring en de aantallen uren die ze werken. Dit artikel richt zich specifiek op het salaris voor een 18-uur week in de buitenschoolse opvang. Op basis van de CAO Kinderopvang 2025 en salarisschalen zijn duidelijke richtlijnen beschikbaar om te bepalen wat een medewerker in deze functie kan verwachten.
Inleiding
Het salaris van een medewerker in de buitenschoolse opvang wordt bepaald door meerdere factoren, waaronder de functie, het opleidingsniveau, de werkervaring en de aantallen uren die de medewerker werkt. In de kinderopvangsector is de CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst) een centraal instrument dat loon, arbeidsvoorwaarden en inschaling vastlegt. Voor pedagogisch medewerkers in de BSO geldt vaak salarisschaal 6, die is opgenomen in de CAO Kinderopvang 2025–2026.
Deze schaal bevat meerdere tredes, waarin een medewerker oploopt naarmate hij of zij langer in de functie werkt en groeit qua kwalificaties. Voor medewerkers die een deeltijdcontract van 18 uur per week afsluiten, is het belangrijk te weten hoe het uurloon wordt berekend en wat de totale bruto inkomsten zijn, inclusief eventuele toeslagen zoals vakantiegeld en eindejaarsuitkering.
Salarisschalen en Inschaling in de BSO
Salarisschaal 6
De meeste pedagogisch medewerkers in de buitenschoolse opvang werken op salarisschaal 6. Deze schaal bevat 23 tredes, waarin werknemers opschalen naarmate ze langer in de functie werken. De inschaling is vastgelegd in de CAO Kinderopvang 2025–2026 en geldt voor medewerkers die een voltijds contract (36 uur) hebben, maar kan ook worden toegepast op deeltijds werk op basis van een proportionele berekening.
Voor een 18-uur contract wordt het maandbedrag berekend door het bruto maandloon van een voltijdse medewerker te delen door 36 en te vermenigvuldigen met 18. Dit levert een correcte schatting op van het maandbedrag voor de deeltijdse werker.
De volgende tabel geeft een overzicht van de maandbedragen voor een voltijdse medewerker in salarisschaal 6, met een fulltime contract van 36 uur per week:
| Trede | Bruto Maandsalaris (36 uur) | Uurloon (bruto) |
|---|---|---|
| 10 | €2.641 | €16,86 |
| 11 | €2.708 | €17,27 |
| 12 | €2.777 | €17,69 |
| 13 | €2.846 | €18,10 |
| 14 | €2.915 | €18,51 |
| 15 | €2.990 | €18,99 |
| 16 | €3.065 | €19,48 |
| 17 | €3.138 | €20,02 |
| 18 | €3.213 | €20,56 |
| 19 | €3.291 | €21,07 |
| 20 | €3.374 | €21,54 |
| 21 | €3.455 | €21,97 |
| 22 | €3.536 | €22,56 |
| 23 | €3.630 | €23,18 |
Deze waarden zijn geldig vanaf 1 juli 2025 en zijn op basis van een voltijd contract van 36 uur per week. Voor een 18-uur contract wordt het maandbedrag berekend door het voltijdse maandsalaris te vermenigvuldigen met 0,5 (18 uur / 36 uur). Dit levert het bruto maandsalaris voor een deeltijdse medewerker in de BSO.
Voorbeeldberekening
Stel een medewerker werkt 18 uur per week en is ingedeeld in trede 14 van salarisschaal 6. Het voltijdse maandsalaris is €2.915 bruto. Voor een deeltijdse werker wordt het maandsalaris als volgt berekend:
- 18 uur / 36 uur = 0,5
- €2.915 × 0,5 = €1.457,50 bruto per maand
In dit voorbeeld zou de deeltijdse medewerker dus ongeveer €1.458 bruto per maand verdienen, exclusief eventuele toeslagen zoals vakantiegeld en eindejaarsuitkering.
Toeslagen in de BSO
Naast het bruto maandbedrag ontvangt een medewerker in de kinderopvangsector ook extra toeslagen, zoals:
- 8% vakantiegeld op het maandsalaris
- Eindejaarsuitkering (in 2025 is dit 5,5%, in 2026 stijgt dit naar 8%)
Deze toeslagen zijn vastgelegd in de CAO Kinderopvang en gelden voor alle medewerkers, ongeacht of ze voltijds of deeltijds werken.
Vakantiegeld
Het vakantiegeld wordt berekend als 8% van het bruto maandbedrag. Voor een deeltijdse medewerker op trede 14 (€1.457,50 bruto per maand) is het vakantiegeld:
- €1.457,50 × 0,08 = €116,60
Eindejaarsuitkering
De eindejaarsuitkering is in 2025 5,5% van het bruto maandbedrag. Voor dezelfde medewerker op trede 14 is dit:
- €1.457,50 × 0,055 = €80,16
In 2026 stijgt de eindejaarsuitkering naar 8%, wat leidt tot:
- €1.457,50 × 0,08 = €116,60
Totale bruto inkomsten
Om de totale bruto inkomsten te berekenen, tellen we het maandsalaris, vakantiegeld en eindejaarsuitkering op. Voor een deeltijdse medewerker op trede 14 in 2025 is dit:
- Maandsalaris: €1.457,50
- Vakantiegeld: €116,60
- Eindejaarsuitkering: €80,16
- Totaal bruto per maand: €1.654,26
In 2026, met een eindejaarsuitkering van 8%, is de totale bruto inkomst:
- Maandsalaris: €1.457,50
- Vakantiegeld: €116,60
- Eindejaarsuitkering: €116,60
- Totaal bruto per maand: €1.690,70
Invloed van Opleidingsniveau en Ervaring
Het opleidingsniveau en de werkervaring van een medewerker zijn belangrijke factoren die bepalen welke tredes beschikbaar zijn en op welke schaal een medewerker wordt ingedeeld. In de BSO zijn de meeste pedagogisch medewerkers ingedeeld op salarisschaal 6, maar medewerkers met hogere kwalificaties, zoals een MBO 4- of HBO-diploma, kunnen eventueel opschalen naar salarisschaal 7 of hoger.
Opleidingsniveau
- MBO 3: Meestal ingedeeld op schaal 6.
- MBO 4: Kan eventueel ingedeeld worden op schaal 7, met een hoger bruto maandbedrag.
- HBO: Kan ingedeeld worden op schaal 8 of 9, met een hoger uurloon.
Werkervaring
De werkervaring bepaalt ook de inschaling in de schaal. Nieuwe medewerkers starten meestal op een lagere trede (trede 9 of 10), terwijl medewerkers met meerdere jaren ervaring hoger in de schaal kunnen zitten.
In de CAO is vastgelegd dat medewerkers jaarlijks 1 trede hoger kunnen schalen, zolang de schaal nog niet is bereikt.
Invloed van Regio
Naast opleiding en ervaring speelt ook de regio een rol in het salaris. In stedelijke gebieden zijn de loonbedragen vaak iets hoger dan in landelijke regio’s. Dit komt doordat de leefkosten in stedelijke gebieden hoger liggen en de vraag naar kinderopvangdiensten groter is. Werkgevers in stedelijke gebieden passen vaak aan aan deze marktwerking door hogere lonen te bieden.
Invloed van Extra Certificaten
Werknemers met extra certificaten, zoals EHBO, VVE (Vermenigvuldigend Voortgezet Onderwijs) of coachingcertificaten, kunnen ook profiteren van extra beloningen. Deze certificaten tonen aan dat de medewerker extra kwalificaties heeft en kan dit resulteren in een hogere inschaling of extra toeslagen.
Doorgroeimogelijkheden
De kinderopvangsector biedt tal van doorgroeimogelijkheden voor medewerkers. Medewerkers kunnen via opleidingen en certificaten hun kwalificaties verbeteren, waardoor ze hoger kunnen schalen in de salarisschalen. Buiten schaling kunnen medewerkers ook promoveren naar hogere functies, zoals coördinator of trainer, wat vaak gepaard gaat met hogere salarissen en verantwoordelijkheden.
Opleidingen en Certificaten
- EVC-traject: Een traject waarbij medewerkers hun opleiding kunnen verhogen van niveau 3 naar niveau 4.
- Deeltijdopleiding: Voor medewerkers die willen doorgroeien zonder hun werk te verlaten.
- Certificaten: EHBO, VVE, coaching, etc., die extra beloningen kunnen opleveren.
Reiskostenvergoeding en Scholingsbudget
Naast het maandsalaris krijgen medewerkers ook reiskostenvergoeding en een scholingsbudget. Deze vergoedingen zijn ook toepasbaar voor deeltijdse medewerkers en maken het mogelijk om verder te groeien en zich professioneel te ontwikkelen.
Wat is een Goed Startsalaris?
Een goed startsalaris in de kinderopvangsector voor een medewerker met een MBO 3-diploma en 0 jaar ervaring is ongeveer €2.150 bruto per maand bij een voltijdse werkweek van 36 uur. Voor een deeltijdse medewerker met 18 uur per week is dit:
- €2.150 × 0,5 = €1.075 bruto per maand
Inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering stijgt het totale bruto maandsalaris in 2025 naar:
- Maandsalaris: €1.075
- Vakantiegeld: €86
- Eindejaarsuitkering: €59
- Totaal bruto per maand: €1.220
Conclusie
In de buitenschoolse opvang is het salaris van een medewerker met een deeltijdse werkweek van 18 uur berekend op basis van salarisschaal 6, waarin het maandsalaris proportioneel wordt afgerekend ten opzichte van een voltijdse medewerker. Het uurloon varieert tussen €16,86 en €23,18, afhankelijk van de trede waarin de medewerker zit. Naast het maandsalaris ontvangt de medewerker ook extra toeslagen zoals vakantiegeld en eindejaarsuitkering, die het totale bruto inkomen verhogen.
Het opleidingsniveau, werkervaring, extra certificaten en regio hebben invloed op het salaris. Medewerkers met hogere kwalificaties en meer ervaring kunnen hoger schalen in de salarisschalen, wat resulteert in een hoger uurloon en totaal inkomen. Daarnaast biedt de sector tal van doorgroeimogelijkheden, waaronder opleidingen, certificaten en functiepromoties.
Het salaris in de buitenschoolse opvang is dus niet statisch, maar groeit mee met de medewerker. Voor een deeltijdse medewerker met 18 uur per week is het bruto maandsalaris gemiddeld tussen €1.220 en €1.690 per maand, afhankelijk van de trede en toeslagen. Dit maakt de kinderopvangsector een aantrekkelijke keuze voor wie wil werken met kinderen, maar ook wil groeien qua kwalificaties en inkomsten.