De rol van mannen in de kinderopvang is al jarenlang een onderwerp van discussie en aandacht. Binnen de buitenschoolse opvang, een specifieke vorm van kinderopvang gericht op kinderen vanaf 4 jaar, is het aanwezige aandeel van mannelijke medewerkers nog steeds beperkt. Toch blijkt uit meerdere bronnen dat de aanwezigheid van mannen in deze functie veel voordelen kan bieden, zowel voor kinderen als voor het team van medewerkers. In dit artikel bespreken we de huidige situatie van mannen in de buitenschoolse opvang, de mogelijke oorzaken van het lage aandeel en de voordelen die hun aanwezigheid kan bieden. Bovendien wordt gekeken naar de ervaringen van mannen die in de buitenschoolse opvang werken, en hoe ouders reageren op hun aanwezigheid.
Huidige situatie van mannen in de buitenschoolse opvang
Er is een duidelijk patroon te herkennen in de huidige situatie van mannen in de kinderopvang in het algemeen, en met name in de buitenschoolse opvang. Uit de beschikbare gegevens blijkt dat het aandeel mannelijke medewerkers in de kinderopvang zeer laag is. Zoals opgemerkt in bron [2], werkten in 2023 ongeveer 125.000 mensen in de kinderopvang in Nederland, waarvan slechts iets meer dan 7.000 mannen. Dit betekent dat mannen slechts ongeveer 6 procent van het totaal aantal werknemers in de sector vertegenwoordigen.
Van deze mannen werken de meeste in staffuncties of in de buitenschoolse opvang, terwijl mannen die werken op peuter- of babygroepen uitzonderlijk zeldzaam zijn. Bron [1] meldt dat momenteel ongeveer 7 procent van de pedagogisch medewerkers man is, en dat deze mannen voornamelijk in de buitenschoolse opvang werken. In de praktijk betekent dit dat op veel buitenschoolse opvanglocaties slechts één of twee mannelijke medewerkers aanwezig zijn.
Een duidelijke beeldvorming is te verkrijgen uit bron [3], waarin staat dat 2,5 procent van de pedagogisch medewerkers in Nederland een man is. Hierbij is te vermelden dat de helft van deze mannen werkt in de buitenschoolse opvang, terwijl de andere helft zich richt op jonge kinderen. Het is duidelijk dat het aantal mannen in de buitenschoolse opvang, hoewel iets hoger dan in de peuteropvang, nog steeds uiterst laag is.
Oorzaken van het lage aandeel mannen
Er zijn meerdere factoren die verantwoordelijk kunnen zijn voor het lage aandeel mannen in de buitenschoolse opvang. Eén van de meest genoemde redenen is het bestaande beeld van de kinderopvang als een ‘vrouwelijk’ beroep. In haar uitspraken in bron [5], noemt vestigingsmanager Marie-Louise van de Ven dat zorg en opvoeding nog steeds vaak worden geassocieerd met vrouwen. Dit kan leiden tot een beperkte aantrekkingskracht van mannen voor deze sector, omdat ze zich minder herkennen in een werkgelegenheid die traditioneel vrouwelijk is.
Een andere factor is het gebrek aan rolmodellen. In de kinderopvang is het een uniek verschijnsel dat er relatief weinig mannen zijn die als rolmodel voor jongens en meisjes kunnen fungeren. Volgens pedagoog Krista Okma in bron [3], is het mogelijk dat jongens die weinig contact hebben met vaders in hun eigen gezin, ook minder geneigd zijn om zich te ontwikkelen in richting van rollen die traditioneel worden toegeschreven aan mannen. Dit kan een cirkelvormig effect hebben op de representatie van mannen in de kinderopvangsector.
Daarnaast spelen ook maatschappelijke stereotypen een rol. In bron [5] wordt verder uitgelegd dat ouders soms voorzichtig zijn of twijfelen als hun kind wordt verzorgd door een mannelijke medewerker. Deze twijfels kunnen worden gevoed door media-aandacht over incidenten in het verleden, waarbij mannen betrokken waren bij kindermishandeling of seksueel misbruik. Dit heeft geleid tot een maatschappelijke perceptie die mannen in de kinderopvang associëren met risico’s, ook al is er weinig bewijs dat mannen in deze functie meer risico’s vormen dan vrouwen.
Mannen die in de kinderopvang werken, zoals Bram van Raaij in bron [3], voelen zich vaak extra belast door deze stereotypen. Hij meldt dat alles voelt ‘beladen’ in zijn functie, en dat hij extra alert is hoe hij zich gedraagt en hoe hij met kinderen omgaat. Dit kan ertoe leiden dat mannen in de kinderopvang zich minder op hun gemak voelen en minder vrij zijn in hun werk, wat negatief kan uitwerken op de kwaliteit van hun interacties met kinderen.
Voordelen van mannen in de buitenschoolse opvang
Hoewel het aandeel mannen in de buitenschoolse opvang beperkt is, is er ruim aandacht voor de voordelen die hun aanwezigheid kan bieden. Volgens bron [1], zijn mannen geweldige rolmodellen voor zowel jongens als meisjes. Ze brengen een andere energie en aanpak mee in hun werk, wat kan leiden tot een diverser en rijkere kinderopvangomgeving.
Mannen hebben vaak een andere interactiestijl met kinderen. Zo wordt genoemd in bron [1] dat vrouwen bijvoorbeeld geneigd zijn om sneller op te merken wanneer kinderen zich in gevaar bevinden, waardoor ze sneller corrigerend ingrijpen. Mannen daarentegen zijn vaak bereid om kinderen te laten experimenteren en te ontdekken, wat kan bijdragen aan een grotere ontdekkingsdrang en creativiteit bij kinderen. Deze aanpak kan een complement vormen tot de aanpak van vrouwelijke medewerkers, wat gunstig kan zijn voor de totale groepsdynamiek.
In de praktijk betekent dit dat kinderen in de buitenschoolse opvang van het ene op het andere moment geïnspireerd kunnen worden door een mannelijke medewerker die met hen stoeit of ze op zijn schouders draagt, zoals beschreven in bron [3]. Dit soort interacties kan kinderen aansporen om actiever en beter te spelen, en tegelijkertijd hun vertrouwen in zichzelf en in de omgeving versterken.
Daarnaast kunnen mannen in de buitenschoolse opvang ook een waardevolle bijdrage leveren aan de samenwerking binnen het pedagogisch team. In bron [5] benadrukt Marie-Louise dat mannen een andere dimensie toevoegen aan de groepsdynamiek. Hun aanwezigheid kan leiden tot een diversere manier van omgaan met kinderen, wat positief kan uitwerken op de kwaliteit van de zorg en het leerproces.
Ervaringen van mannen in de buitenschoolse opvang
Mannen die in de buitenschoolse opvang werken, zoals Bram van Raaij in bron [3], beschrijven hun ervaringen als zowel uitdagend als waardevol. Hoewel ze soms het gevoel hebben dat ze extra alert moeten zijn, voelen ze zich ook sterk in hun rol als verzorgende en ondersteunende figuren.
Een ander voorbeeld is David, die in bron [4] beschrijft dat het werken als man in de kinderopvang een unieke ervaring is. Hij benadrukt dat kinderen zich vaak spontaan tot hem aangetrokken voelen, niet omdat hij een man is, maar omdat hij als persoon een bepaalde energie en aanpak heeft. Dit benadrukt het belang van individuele kwaliteiten boven geslachtsgespecificeerde rollen in de kinderopvangsector.
David zegt zelf dat hij zich niet voornamelijk ziet als een man in de kinderopvang, maar als een pedagogisch medewerker die zijn passie heeft voor het werken met kinderen. Hij benadrukt dat het belangrijk is om zichzelf niet te laten bepalen door stereotypen, maar om te focussen op wat hij als persoon te bieden heeft.
Reactions van ouders
De reacties van ouders op de aanwezigheid van mannen in de buitenschoolse opvang zijn divers. In de meeste gevallen zijn ouders neutraal of positief, zoals vermeld in bron [5]. Sommige ouders vinden het gewoon normaal dat er zowel mannen als vrouwen in de kinderopvang werken, terwijl anderen het nog moeten wennen.
De houding van ouders hangt vaak af van persoonlijke ervaringen, culturele achtergronden en bestaande genderstereotypen. Sommige ouders kunnen zich bijvoorbeeld voorstellen dat een vader in hun gezin een andere rol speelt dan een moeder, wat kan leiden tot vooroordelen over mannen die in de kinderopvang werken. In dergelijke gevallen kunnen ouders twijfelen over de geschiktheid van een mannelijke medewerker voor hun kind, en extra controle uitoefenen.
In andere gevallen zien ouders de aanwezigheid van mannen als een positieve verrijking. Ze merken dat hun kind zich vaak anders gedraagt of zich extra betrokken voelt bij een mannelijke medewerker. Dit kan vooral duidelijk zijn bij jongens, die vaak meer geneigd zijn om zich te identificeren met een mannelijke rolmodel dan met een vrouwelijke medewerker.
Rolmodellen en diversiteit
De aanwezigheid van mannen in de buitenschoolse opvang draagt bij aan een diversere leefomgeving voor kinderen. In de kinderopvang zijn kinderen blootgesteld aan verschillende rolmodellen, wat helpt bij hun persoonlijke en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Volgens Gjalt Jellesma in bron [2], zijn mannen in de kinderopvang een verrijking. Hij benadrukt dat het jammer is dat organisaties niet meer mannen willen aantrekken, omdat ze veel te bieden hebben. Hij benadrukt ook dat het onzin is om te zeggen dat het gevaarlijk is om mannen in de kinderopvang te laten werken, omdat 80 procent van de ‘nare dingen’ met kinderen volgens hem in de thuissituatie gebeurt.
In de praktijk betekent dit dat kinderen in de buitenschoolse opvang niet alleen leren om te gaan met verschillende soorten interacties, maar ook leren hoe ze zich gedragen in een wereld waarin zowel mannen als vrouwen rollen spelen. Deze diversiteit is essentieel voor het ontwikkelen van een goed begrip van gender, relatiebouw en samenwerking.
Veiligheid en vertrouwen
Een belangrijk onderdeel van het werk in de kinderopvang is het creëren van een veilige en vertrouwensvolle omgeving voor kinderen. In dit opzicht is de aanwezigheid van mannen niet per se een risico, maar kan juist bijdragen aan een diversere en rijkere opvoedkundige omgeving.
In bron [3] benadrukt Bram van Raaij dat hij niet weet waarom hij anders zou moeten zijn dan zijn vrouwelijke collega’s. Hij benadrukt dat hij als man gewoon zijn werk doet, en dat hij zich niet als een ‘risico’ voelt. Dit is een duidelijke uitspraak die aantoont dat mannen in de kinderopvang zich vaak geïntegreerd voelen en zich als medewerkers zien in plaats van als externe figuren.
In de praktijk betekent dit dat kinderen in de buitenschoolse opvang zich veilig voelen bij zowel mannelijke als vrouwelijke medewerkers. Ze leren hoe ze interacties aanpakken met verschillende soorten rolmodellen, en hoe ze zich gedragen in een wereld waarin diversiteit centraal staat.
Conclusie
De aanwezigheid van mannen in de buitenschoolse opvang is nog steeds beperkt, maar het is een onderwerp dat steeds meer aandacht krijgt. Hoewel er meerdere redenen zijn voor het lage aandeel van mannen in deze functie, is er ook ruim aandacht voor de voordelen die hun aanwezigheid kan bieden. Mannen brengen een andere energie en aanpak mee in hun werk, wat positief kan uitwerken op de groepsdynamiek en de kwaliteit van de zorg voor kinderen.
Buiten de kwestie van diversiteit en rolmodellen is het ook belangrijk dat mannen in de kinderopvang zich op hun gemak voelen en dat ze geaccepteerd worden door ouders en collega’s. In de huidige maatschappij is het essentieel om genderstereotypen los te laten en te focussen op de kwaliteiten van individuen, ongeacht hun geslacht.