De Zweedse benadering van buitenschoolse opvang is uniek in vergelijking met veel andere landen. Het draait niet alleen om het verzorgen van kinderen tijdens de vrije uren van de ouders, maar om een omgeving waarin kinderen ruimte krijgen om te groeien, te leren en zich sociaal te ontwikkelen. In Zweden is kinderopvang niet alleen een noodzakelijk kader, maar ook een cruciale stap in de persoonlijke en cognitieve ontwikkeling van jonge kinderen. In dit artikel bespreken we de structuur, praktijk en principes van de buitenschoolse opvang in Zweden, gebaseerd op de beschikbare informatie.
Structuur van de Zweedse kinderopvang
In Zweden is de kinderopvang onderdeel van een bredere educatieve structuur. Het begint met de förskola, wat letterlijk vertaald kan worden als "voorschool". Dit is de centrale vorm van kinderopvang voor kinderen van 1 tot 6 jaar. Het is een verplichte, maar niet verplichte instelling, wat betekent dat ouders de keuze hebben om er gebruik van te maken. De förskola is echter zo verankerd in de Zweedse maatschappij dat vrijwel alle kinderen daar terecht komen.
De voorzorgelijke leeftijdsgrenzen zijn als volgt: kinderen jonger dan 1 jaar worden niet in een voorzorgelijke opvang geplaatst. In plaats daarvan worden ouders gesteund door een ruime ouderschapsverlofregeling. Kinderen van 1 tot 6 jaar kunnen daarentegen vijf dagen per week naar de förskola, waar ze zowel lichamelijk als cognitief worden gestimuleerd. De voorzorgelijke opvang is open van 6.30 tot 18.30 uur, waardoor ouders flexibel kunnen werken, ook op avonden of weekends.
De groepsgrootte is een belangrijk aspect van de Zweedse kinderopvang. Voor kinderen jonger dan drie jaar is de richtlijn een maximum van 6 tot 12 kinderen per groep. Voor kinderen van 3 tot 6 jaar is dit 9 tot 15 kinderen. De kind-leidsterverhouding is in Zweden gunstiger dan in veel andere landen, waardoor kinderen meer individuele aandacht krijgen.
Een dag in de voorzorgelijke opvang
Een typische dag in een Zweedse förskola begint vroeg. Vanaf 6.30 uur is de opvang open, waardoor ouders die vroeg naar werk moeten, hun kinderen al vroeg kunnen afzetten. Van 6.30 tot 7.30 uur wordt er ontbeten, waarbij kinderen gezamenlijk het ontbijt nuttigen in een aparte eetzaal. Dit is ook een moment waarop ouders hun kind kunnen afzetten, zonder dat ze zelf het ontbijt hoeven mee te geven.
Van 7.30 tot 15.00 uur is er een breed spectrum aan activiteiten. Kinderen spelen, leren en ontwikkelen zich in een omgeving waarin ze zelf veel keuzes kunnen maken. Veel tijd wordt besteed aan buitenspelen, zowel in de winter als in de zomer. In de winter is er minstens 7 uur buitenspelen per week. In de zomer is dit nog langer. Buitenspelen is niet alleen een kwestie van fysieke activiteit, maar ook een manier om kinderen te leren omgaan met het weer, de natuur en sociale interacties.
Na het middagslaapje of tijdens het middagslaapje (afhankelijk van de leeftijd van het kind) is er een tussenmaaltijd, genaamd "mellanmål". Deze maaltijd bestaat meestal uit eenvoudige producten zoals fruit, yoghurt, muesli of knäckebröd met boter of kaas. Het is bedoeld als tussendoortje en wordt gezamenlijk genuttigd.
Van 15.00 tot 16.00 uur wordt de dag afgerond met nog een ronde buitenspelen. Tijdens deze periode worden kinderen meestal opgehaald door hun ouders. Voor kinderen die later worden opgehaald, is er nog een extra tussenmaaltijd.
De nadruk op vertrouwen, creativiteit en autonomie
Een van de kernprincipes van de Zweedse voorzorgelijke opvang is vertrouwen. De leerkrachten in de förskola vertrouwen op de natuurlijke ontwikkeling van kinderen en geven ruimte voor zelfstandigheid. Kinderen mogen kiezen wat ze doen, hoe ze spelen en welke activiteiten ze volgen. Ze worden niet gedwongen tot bepaalde activiteiten of taken. Er zijn bijvoorbeeld geen werkbladen, geen citotoetsen en geen eindopdrachten. In plaats daarvan is er focus op creativiteit, fantasie en het ontwikkelen van sociaal gedrag.
Er is een aparte ruimte voor creatieve activiteiten zoals schilderen, knutselen en houtbewerking. Deze ruimte is bedoeld om kinderen te stimuleren tot uitdrukking van hun eigen ideeën en verbeeldingskracht. Er wordt ook veel aandacht besteed aan natuurbeleving. Kinderen leren bijvoorbeeld hoe bepaalde materialen in de natuur worden afgebroken. Ze krijgen praktische les in duurzaamheid door te experimenteren met afval en te observeren hoe dit in de natuur wordt verwerkt.
Een andere belangrijke kernwaarde is autonomie. Kinderen leren van jonge leeftijd af zelfstandig te zijn. Ze leren zelf aankleden, hun eigen verantwoordelijkheden aanpakken en conflicten eerst proberen op te lossen zonder dat een volwassene tussenkomt. Dit is vergelijkbaar met de benadering van het Reggio Emilia- of Montessori-ontwerp in Nederland. In Zweden heet dit vaak "eigen autonomie", een concept dat veel invloed heeft op de pedagogische praktijk in de voorzorgelijke opvang.
Inclusiviteit en individuele begeleiding
Inclusiviteit is een andere kernwaarde in de Zweedse voorzorgelijke opvang. Kinderen met speciale behoeften worden niet gescheiden van de groep, maar worden geïntegreerd in reguliere activiteiten. Ze krijgen individuele begeleiding en ondersteuning waar nodig. Inclusiviteit is niet alleen een juridisch kader, maar ook een cultureel norm in de Zweedse maatschappij.
De nadruk op inclusiviteit zorgt ervoor dat alle kinderen zich op hun gemak voelen en gelijkwaardig worden behandeld. De leerkrachten in de förskola zijn opgeleid om met verschillende leerstijlen om te gaan en passen hun aanpak afhankelijk van de behoeften van de kinderen aan. Ze stimuleren niet alleen cognitieve groei, maar ook emotionele en sociale ontwikkeling.
Vrije tijd en buitenschoolse activiteiten
Naast de voorzorgelijke opvang is er ook aandacht voor vrije tijd en buitenschoolse activiteiten. In Zweden is het belang van vrije tijd voor kinderen sterk verankerd in de wetgeving en de maatschappij. Kinderen hebben het recht om te spelen en te ontspannen, en ze mogen niet worden gedwongen om deel te nemen aan activiteiten die ze niet willen doen. Dit is een juridisch verankerd principe, wat zorgt voor een sterke bescherming van de vrije tijd van kinderen.
Er zijn veel openbare speelplaatsen en parken in Zweden, evenals georganiseerde sport- en culturele activiteiten. Deze activiteiten zijn vaak toegankelijk voor kinderen van alle leeftijden en worden vaak gesubsidieerd door de overheid. Buitenschoolse activiteiten vormen een belangrijk deel van de kinderontwikkeling en helpen bij het opbouwen van sociale vaardigheden en fysieke gezondheid.
De nadruk op het wennen aan de voorzorgelijke opvang
Het wennen aan de voorzorgelijke opvang in Zweden verloopt anders dan in veel andere landen. In Nederland is het gebruikelijk dat ouders hun kinden langzaam wennen aan de opvang, bijvoorbeeld met korte dagen of ochtenden. In Zweden is de aanpak anders: kinderen beginnen direct met een fulltime opvang, maar één van de ouders of grootouders is er de hele dag bij. Dit heet "inskolning". Tijdens de eerste week is er dus een sterke aanwezigheid van een ouder, die bijvoorbeeld naast het kind ligt tijdens het middagslaapje of samen met het kind buitenspeelt.
De Zweedse overheid faciliteert deze methode door een vergoeding te bieden voor ouders die vrij moeten nemen voor de inskolning. Dit zorgt ervoor dat ouders geen financiële last hebben bij het wennen van hun kind aan de voorzorgelijke opvang. Het is een beproefde methode die veel invloed heeft op de emotionele en sociaal- emotionele ontwikkeling van kinderen.
De nadruk op leren en groeien
Hoewel de voorzurgelijke opvang in Zweden geen formele leeropdrachten bevat zoals in Nederland, is er toch veel aandacht voor leren en groeien. Kinderen leren bijvoorbeeld door te experimenteren, te observeren en te reflecteren. Ze leren over natuurlijke processen, duurzaamheid, samenwerking en zelfstandigheid. Deze leerproces is ingebed in het alledaagse verloop van de dag en is niet afhankelijk van een specifieke lesplanning of examens.
De nadruk ligt op het opbouwen van basisvaardigheden zoals zelfstandigheid, samenwerking, creativiteit en kritisch denken. Deze vaardigheden zijn essentieel voor het later onderwijs en voor de ontwikkeling van een zelfstandige, sociaal bewuste persoon. In de voorzurgelijke opvang worden kinderen niet gedwongen tot bepaalde leerdoelen, maar ze worden gestimuleerd om zelf te leren en te ontdekken.
De nadruk op gezondheid en fysieke activiteit
In Zweden is er een sterke nadruk op gezondheid en fysieke activiteit. Kinderen lopen veel, spelen buitenspelen en bewegen zich vrij in een omgeving die is ingericht voor fysieke groei. Ze leren hoe ze zich goed voelen in hun lichaam, hoe ze zichzelf kunnen beheren en hoe ze met hun lichaam om kunnen gaan.
De fysieke activiteit is niet alleen gericht op sport of beweging, maar ook op sensomotorische ontwikkeling. Kinderen leren bijvoorbeeld hoe ze hun lichaam kunnen gebruiken om te klimmen, te rennen, te balanseren en te communiceren. Deze activiteiten zijn essentieel voor de ontwikkeling van motorische vaardigheden, coördinatie en zelfvertrouwen.
Daarnaast is er veel aandacht voor voeding en gezond eten. De voorzurgelijke opvang biedt een warme maaltijd 's middags, die meestal bestaat uit soep of een gryta (een soort stoofpot). Deze maaltijd is niet alleen gezond, maar ook een moment van samenkomst. Kinderen eten gezamenlijk in een eetzaal, wat bijdraagt aan sociale interactie en het opbouwen van sociaal gedrag.
De nadruk op samenwerking en gezamenlijk pedagogisch denken
In de Zweedse voorzurgelijke opvang is er een sterke nadruk op samenwerking tussen leerkrachten, ouders en andere betrokken partijen. De pedagogische aanpak is niet alleen gericht op de kinderen, maar ook op de samenwerking tussen alle betrokken partijen. Dit leidt tot een geïntegreerd pedagogisch denkmodel, waarin leren, opvang en sociaal-cultureel werk samen werken aan het welzijn van kinderen.
Er is veel tijd en aandacht voor het opstellen van pedagogische plannen, het observeren van kinderen en het bijsturen van de aanpak. De leerkrachten werken samen aan een algemeen curriculum, maar passen het aan aan de behoeften van de kinderen. Dit leidt tot een flexibel en adaptief onderwijssysteem, dat zich aanpast aan de individuele groeimogelijkheden van elk kind.
De nadruk op leren door te spelen
Een van de kernprincipes van de Zweedse voorzurgelijke opvang is dat kinderen leren door te spelen. Spelen is niet alleen een vorm van amusement, maar ook een manier om kennis en vaardigheden op te bouwen. In de voorzurgelijke opvang is er veel ruimte voor vrije speelactiviteiten, waarin kinderen kunnen kiezen wat ze doen, hoe ze spelen en met wie ze samenwerken.
Er is bijvoorbeeld een creatieve speelruimte waar kinderen schilderen, knutselen en houtbewerken. Deze activiteiten zijn niet alleen gericht op creativiteit, maar ook op motorische groei en sociaal gedrag. Er is ook een buitenruimte, waar kinderen kunnen klimmen, rennen, balanseren en experimenteren met de natuur.
De nadruk op leren door te spelen is een kernwaarde in de Zweedse pedagogische aanpak. Het leidt tot een sterke betrokkenheid van kinderen en een positieve instemming met leren en groeien. Het is ook een manier om kinderen te leren omgaan met fouten, uitdagingen en nieuwe situaties, zonder dat ze worden gedwongen tot bepaalde leerdoelen.
De nadruk op vrijheid en gelijkheid
In Zweden is er een sterke nadruk op vrijheid en gelijkheid. Kinderen hebben het recht om te kiezen wat ze doen, hoe ze spelen en welke activiteiten ze volgen. Ze worden niet gedwongen tot bepaalde activiteiten of leerdoelen. In plaats daarvan worden ze gestimuleerd om hun eigen ideeën en verbeeldingskracht te ontwikkelen.
De nadruk op vrijheid leidt tot een sterke autonomie van kinderen en een positieve instemming met hun eigen keuzes en verantwoordelijkheden. Het leidt ook tot een sterke betrokkenheid van ouders en leerkrachten in de educatieve ontwikkeling van kinderen.
De nadruk op gelijkheid leidt tot een sterke integratie van kinderen met speciale behoeften in reguliere activiteiten. Ze worden niet gescheiden van de groep, maar worden geïntegreerd in reguliere activiteiten. Ze krijgen individuele begeleiding en ondersteuning waar nodig, zonder dat ze worden gediscrimineerd of uitgesloten.
Conclusie
De buitenschoolse opvang in Zweden is een uniek model dat zich richt op vertrouwen, creativiteit, autonomie, inclusiviteit en gelijkheid. Het is een model dat kinderen ruimte geeft om te groeien, te leren en zich sociaal te ontwikkelen. De nadruk op vrije keuze, buitenspelen en individuele begeleiding leidt tot een sterke betrokkenheid van kinderen en een positieve instemming met leren en groeien.
Het Zweedse model van buitenschoolse opvang is een inspiratiebron voor andere landen, waaronder Nederland. Het levert een sterke basis voor de ontwikkeling van kinderen, waarin ze kunnen leren omgaan met uitdagingen, fouten en nieuwe situaties. Het is ook een model dat zich richt op het welzijn van kinderen, ouders en leerkrachten, en dat zich aanpast aan de behoeften van de maatschappij.