Kinderen met extra zorgbehoeften hebben vaak een behoefte aan intensieve begeleiding en aandacht, zowel thuis als buiten de huiskamer. In het kader van buitenschoolse opvang (BSO) is het mogelijk om aan deze behoeften tegemoet te komen, maar dit kan gepaard gaan met hogere kosten. Voor ouders die hun kind naar de buitenschoolse opvang sturen is het dan ook belangrijk te weten hoe deze kosten precies in elkaar zitten en welke vergoedingen mogelijk zijn.
In dit artikel wordt ingegaan op de kosten van buitenschoolse opvang, inclusief de zogenaamde BSO+ of ‘plusbijdrage’, die wordt aangerekend voor kinderen met extra zorgbehoeften. Verder wordt bekeken hoe de kinderopvangtoeslag werkt, wat de financiële impact kan zijn voor gezinnen, en welke maatregelen er zijn genomen om de kosten voor lage inkomens te beperken.
Extra ondersteuning in de buitenschoolse opvang
Voor kinderen met extra zorgbehoeften is buitenschoolse opvang met een ‘plus’ (BSO+) een alternatief dat extra begeleiding en zorg kan bieden. Zoals aangegeven in de bronnen, zijn de kosten van BSO+ meestal hoger dan die van reguliere kinderopvang. Dit komt doordat het zogenaamde ‘plusdeel’ wordt aangerekend voor de extra zorg en ondersteuning die nodig is.
De totale kosten van BSO+ bestaan uit twee componenten: de reguliere opvangtarieven en een extra bijdrage die afhankelijk is van de intensiteit van de zorg, de duur van de opvang en eventuele aanvullende diensten. Deze extra bijdrage is bedoeld om de noodzakelijke aandacht en begeleiding te financieren, zodat het kind zich optimaal kan ontwikkelen. Voor ouders is het belangrijk om goed te begrijpen hoe deze kosten worden berekend en welke vergoedingen mogelijk zijn.
In de praktijk betekent dit dat ouders een indicatie kunnen aanvragen bij de gemeente om de plusbijdrage vergoed te krijgen. Deze indicatie is van belang, omdat het de gemeente in staat stelt om de specifieke behoeften van het kind te beoordelen en passende ondersteuning te bieden. Het is aan te raden om contact op te nemen met de betreffende buitenschoolse opvang om te informeren over de voorwaarden voor het aanvragen van deze indicatie.
Kinderopvangtoeslag en maximale uurtarieven
Een belangrijke factor bij de kosten van kinderopvang is de kinderopvangtoeslag. Deze toeslag wordt verstrekt door de overheid en is afhankelijk van het inkomen van de ouders, het soort opvang en het aantal kinderen dat naar de opvang wordt gestuurd. Hoe meer kinderen een gezin heeft, hoe hoger de toeslag. In 2025 zijn er bepaalde maximale uurtarieven vastgesteld voor verschillende soorten opvang.
De maximale uurtarieven zijn als volgt:
- Dagopvang: 10,71 euro per uur
- Buitenschoolse opvang: 9,52 euro per uur
- Gastouderopvang: 8,10 euro per uur
Ouders kunnen maximaal deze tarieven vergoed krijgen via de toeslag. Als de opvang meer vraagt, moeten ouders het verschil zelf betalen. Het is daarom belangrijk om te weten wat de uurtarieven zijn van de opvang waarbij de kinderen terechtkomen.
Volgens CBS-gegevens uit 2023 was driekwart van de ouders verplicht om voor minstens één kind meer te betalen dan de maximumuurprijs. Dit betekent dat een aanzienlijk deel van de ouders extra kosten moet maken. In 2023 kregen 700.000 ouders toeslag voor meer dan een miljoen kinderen. Gemiddeld kostte de opvang ongeveer 9.000 euro per jaar, waarvan ouders zelf ongeveer 3.200 euro moesten betalen.
Het verschil tussen de toeslag en de werkelijke kosten bestaat uit een eigen bijdrage tot de maximumuurprijs (bijna 2.700 euro) en een extra kostenpost bovenop de maximumprijs (ongeveer 520 euro). Voor gezinnen met lage inkomens kan dit een aanzienlijke financiële belasting vormen.
Impact op gezinnen met lage inkomens
De kosten van kinderopvang zijn een belangrijke belasting voor gezinnen, en vooral voor gezinnen met lage inkomens kan het moeilijk zijn om deze kosten te dragen. In 2026 heeft het kabinet besloten dat de maximale uurtarieven van kinderopvang niet meer zullen worden geïndexeerd. Dit besluit is volgens brancheorganisaties onwenselijk, omdat kinderopvang dan voor deze groepen aanzienlijk duurder wordt.
Volgens de branche is kinderopvang een essentieel onderdeel van de maatschappij, vooral voor gezinnen met lage inkomens. Kinderen uit deze groepen hebben vaak het meeste baat bij een betrouwbare en betaalbare opvang. De verhoging van de kosten kan leiden tot een toename van de financiële druk en een afname in de toegankelijkheid van kinderopvang.
Er zijn inderdaad al signalen dat het aantal gastouders afneemt. In 2023 was het aantal kinderen bij geregistreerde gastouders gedaald met 6.000 ten opzichte van 2022. Dit kan wijzen op het feit dat het steeds lastiger wordt voor gezinnen om een geschikte opvang op te sporen, vooral bij lagere inkomens.
Buitenschoolse opvang en het aantal kinderen
Het aantal kinderen dat naar kinderopvang gaat, is in de afgelopen jaren gestegen. In 2023 had Nederland bijna 536.000 kinderen in de buitenschoolse opvang, wat aangeeft dat dit een steeds populairer optie wordt. In de dagopvang zaten ongeveer 77.000 kinderen, een afname van 5.000 ten opzichte van het jaar ervoor. Het aantal kinderen dat bij kindercentra werd opgevangen, is flink gestegen: bijna 515.000 baby’s en peuters in de kinderopvang en 536.000 kinderen in de buitenschoolse opvang.
Deze cijfers geven aan dat er een groeiende vraag is naar kinderopvang, maar tegelijkertijd ook dat er uitdagingen zijn rondom de beschikbaarheid en de kosten. Het is daarom van belang dat ouders goed informeerd zijn over de beschikbare opties, kosten en eventuele vergoedingen.
BSO+ en de juiste begeleiding
BSO+ is bedoeld voor kinderen die extra begeleiding nodig hebben. Deze begeleiding kan bijvoorbeeld gericht zijn op emotionele, sociaal of gedragsproblemen. In de praktijk werken medewerkers van BSO+ met kinderen en bieden ze specifieke ondersteuning. Deze ondersteuning is vaak gericht op het opbouwen van zelfvertrouwen, het aanleren van sociale vaardigheden of het begeleiden bij leren en spelen.
Het is belangrijk dat ouders goed informeerd zijn over de mogelijkheden van BSO+ en hoe het werkt. De meeste instellingen zijn transparant over de kosten en de eventuele vergoedingen via de gemeente. Voor ouders die overwegen om hun kind naar een BSO+ te sturen, is het aan te raden om contact op te nemen met de instelling en eventueel een gesprek aan te vragen over de specifieke behoeften van het kind.
Conclusie
Kinderopvang is een essentieel onderdeel van de kinderopvoeding in Nederland. Voor kinderen met extra zorgbehoeften is buitenschoolse opvang met een ‘plus’ (BSO+) een waardevolle optie, maar het kan gepaard gaan met hogere kosten. Deze kosten bestaan uit een reguliere opvangtarief en een extra bijdrage voor de extra zorg en begeleiding. Het is belangrijk dat ouders goed informeerd zijn over deze kosten en de eventuele vergoedingen via de gemeente.
De kinderopvangtoeslag speelt een belangrijke rol bij het verlichten van de financiële druk voor ouders. De toeslag is afhankelijk van het inkomen, het soort opvang en het aantal kinderen. Voor gezinnen met lage inkomens kan het echter lastiger zijn om de kosten te dragen, vooral als de maximumuurprijs niet wordt geïndexeerd.
In de praktijk is het aantal kinderen in de opvang gestegen, wat aangeeft dat er een grote vraag is naar kinderopvang. Het is van belang dat ouders goed informeerd zijn over de beschikbare opties, kosten en eventuele vergoedingen, zodat ze het beste voor hun kind kunnen kiezen.