Buitenschoolse opvang speelt een essentiële rol in de balans tussen werk en gezin. Voor vele ouders is het een noodzakelijke keuze om hun kinderen in een veilige en gestructureerde omgeving te laten verblijven buiten de reguliere schooluren. De financiering van buitenschoolse opvang is echter afhankelijk van een aantal factoren, waaronder de inkomenssituatie van de ouders. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de inkomstenafhankelijke regels rondom de kinderopvangtoeslag, de vereisten voor in aanmerking komen en hoe ouders deze financiële ondersteuning kunnen aanvragen. De informatie is opgebouwd op basis van actuele data en regelgeving die in 2024 van toepassing is.
Wat is buitenschoolse opvang?
Buitenschoolse opvang verwijst naar de zorg en begeleiding die kinderen krijgen buiten de reguliere schooluren. Dit omvat tijden zoals voor school, na school en tijdens schoolvakanties. Buitenschoolse opvang kan bijvoorbeeld in de vorm van een buitenschoolse opvangcentrum (BSO) of een dagopvang zijn. Deze opvang is niet alleen gericht op recreatie, maar ook op het bevorderen van sociaal-emotionele ontwikkeling, creatieve activiteiten en veilige vermaak.
Buitenschoolse opvang is vooral belangrijk voor ouders die werken of aan studie of trajecten naar werk deelnemen. Zonder een betrouwbare opvangoplossing kan het voor ouders moeilijk zijn om hun werk- of studieverplichtingen na te komen. Daarom biedt de overheid een financiële ondersteuning in de vorm van de kinderopvangtoeslag, die gedeeltelijk de kosten van buitenschoolse opvang dekt. De hoogte van deze toeslag is echter sterk afhankelijk van de inkomsten van de ouders, het aantal uren dat gebruikt wordt en de soort opvang die wordt afgenomen.
Inkomstenafhankelijke regels voor kinderopvangtoeslag
De kinderopvangtoeslag is een uitkering die ouders ontvangen om de kosten van geregistreerde kinderopvang te dekken. Deze uitkering is inkomstenafhankelijk, wat betekent dat ouders met een hoger inkomen minder subsidie ontvangen. Om in aanmerking te komen, moeten ouders aan bepaalde voorwaarden voldoen.
1. Arbeid en zorg combineren
Een van de kernvoorwaarden is dat ouders hun werk of studie combineren met de zorg voor hun kind. Dit geldt voor zowel alleenstaande ouders als voor gezinnen waarin beide ouders werken of studeren. De kinderopvangtoeslag is bedoeld om deze combinatie van werk en opvoeding te faciliteren, en dus is het vereist dat ouders daadwerkelijk aan een werk-, studie- of traject naar werk betrokken zijn.
2. Geregistreerde kinderopvang
Ouders moeten een contract afsluiten met een geregistreerde kinderopvangorganisatie. Dit kan bijvoorbeeld een buitenschoolse opvangcentrum (BSO), een dagopvang of gastouderopvang zijn. De geregistreerde opvangdiensten moeten in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) staan. Bij het aanvragen van de kinderopvangtoeslag moet het LRK-nummer van de opvangdienst worden opgegeven. Zonder dit nummer is de toeslag niet uitkerbaar.
3. Aanvraag door de verantwoordelijke ouder
In gezinnen waar beide ouders werken, moet de toeslag aangevraagd worden door de ouder met het laagste inkomen. Dit is een belangrijk punt bij het bepalen van de hoogte van de subsidie. De verantwoordelijke ouder is degene die de toegang tot de kinderopvang voor het kind regelt en daarmee verantwoordelijk is voor de administratie en betaling.
4. Inkomensafhankelijke bijdrage
De hoogte van de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van het toetsingsinkomen van de ouder(s). Hoe hoger het inkomen, hoe lager de subsidie. De toeslag wordt berekend door de betaalde uurprijs van de opvang te vermenigvuldigen met het aantal uren dat gebruikt wordt. Deze berekening wordt beperkt tot een maximum uurprijs per type opvang (dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang), wat in 2024 voor buitenschoolse opvang bijvoorbeeld tot € 13,50 per uur kan zijn.
5. Nationale status
Ouders komen in aanmerking voor de kinderopvangtoeslag als ze de Nederlandse nationaliteit hebben of een geldige verblijfsvergunning. Voor personen uit het Caribisch Nederland geldt een aparte regeling, die verder niet in dit artikel wordt besproken.
6. Maximum uren en soort opvang
De toeslag is ook afhankelijk van het aantal uren dat gebruikt wordt en de soort opvang die is afgenomen. Voor buitenschoolse opvang is de maximumtoeslag berekend op het aantal uren dat werkelijk wordt ingezet, zolang deze uren binnen de maximumuurprijs vallen.
Persoonsgebonden budget (PGB) voor extra kosten
In sommige gevallen zijn de kosten van buitenschoolse opvang hoger dan de standaarduurprijs. Dit kan het geval zijn bij opvang voor kinderen met extra zorgvragen of bij particuliere instellingen. Voor deze extra kosten is een Persoonsgebonden Budget (PGB) beschikbaar. Een PGB is een budget dat ouders kunnen aanvragen als hun kind extra zorg nodig heeft. Het stelt ouders in staat om zelf een geregistreerde opvangdienst te kiezen die het beste aansluit bij de behoeften van hun kind. Dit budget kan gebruikt worden voor bijvoorbeeld extra uren, individuele begeleiding of specifieke activiteiten.
Het PGB is een flexibele financiering, waardoor ouders meer controle krijgen over de zorg voor hun kind. Het is een waardevolle ondersteuning voor ouders van kinderen met extra zorgvragen, die vaak te maken hebben met hogere kosten voor opvang en begeleiding.
Buitenschoolse opvang in de praktijk
Buitenschoolse opvang is een cruciale ondersteuning voor ouders die hun werk- of studieverplichtingen willen na gaan komen. Het biedt kinderen een veilige en gestructureerde omgeving waarin ze kunnen leren, spelen en zich sociaal ontwikkelen. Voor ouders is het ook een manier om hun kind te laten verblijven in een omgeving die gericht is op de leeftijd en ontwikkelingsniveau van het kind.
In de praktijk betekent buitenschoolse opvang dat ouders hun kind kunnen laten verblijven op een locatie waar er activiteiten zijn afgestemd op jonge kinderen. Dit kan bijvoorbeeld in een opvangcentrum, een recreatiepark of een schoolgebouw zijn. Tijdens schoolvakanties is buitenschoolse opvang vaak een essentieel onderdeel van de zorgorganisatie, omdat ouders vaak niet in staat zijn om hun kind zelf op te vangen.
De toeslag voor buitenschoolse opvang helpt ouders om deze kosten te dragen, maar de financiering is afhankelijk van hun inkomenssituatie. Voor ouders met een lager inkomen is de toeslag dus hoger dan voor ouders met een hoger inkomen. Dit maakt het een inkomstenafhankelijke regeling, die bedoeld is om zowel kinderen als ouders te ondersteunen.
De rol van werkgevers en de overheid
De financiering van kinderopvang is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders, werkgevers en de overheid. Werkgevers betalen hun deel via premies van sociale verzekeringen, terwijl ouders hun eigen bijdrage leveren afhankelijk van hun inkomen. De overheid stopt het verschil door middel van de kinderopvangtoeslag.
De uitgaven voor kinderopvangtoeslag zijn in 2024 verwacht met € 81 miljoen te stijgen ten opzichte van 2023. Deze toename is onder andere het gevolg van het groeiende aantal ouders dat gebruik maakt van geregistreerde kinderopvang en het stijgende aantal kinderen met extra zorgvragen die extra financiële ondersteuning nodig hebben.
Persoonsgebonden budget en geregistreerde opvang
Een Persoonsgebonden Budget (PGB) is een speciale financiering die ouders kunnen aanvragen als hun kind extra zorg nodig heeft. Dit budget is bedoeld om ouders meer flexibiliteit te geven in de keuze van een geregistreerde opvangdienst. Het PGB is een aanvullende financiering boven op de kinderopvangtoeslag en kan gebruikt worden voor bijvoorbeeld extra uren of individuele begeleiding.
Het PGB is een waardevolle regeling, omdat het ouders in staat stelt om op maat gemaakte opvang te regelen voor hun kind. Het is vooral bedoeld voor kinderen met extra zorgvragen, die vaak meer persoonlijke aandacht nodig hebben dan kinderen zonder zorgvragen. Door een PGB aan te vragen, kunnen ouders ervoor zorgen dat hun kind de beste mogelijke zorg krijgt, binnen de kaders van geregistreerde opvang.
Tussenschoolse opvang en vakantieopvang
Tussenschoolse opvang (TSO) is opvang tijdens de middagpauze van de basisschool. Voor deze opvang is geen kinderopvangtoeslag beschikbaar, ook niet als de opvang is geregeld via een geregistreerde opvangdienst. Voor ouders betekent dit dat TSO niet gefinancierd wordt door de overheid en dus volledig uit eigen zak moet worden betaald.
Vakantieopvang is opvang tijdens schoolvakanties en valt onder de categorie buitenschoolse opvang. Voor vakantieopvang is de kinderopvangtoeslag wel beschikbaar. De toeslag kan gebruikt worden voor de kosten van vakantieopvang, zolang deze uren binnen de maximumuurprijs vallen. Voor ouders die tijdens vakanties hun kind niet zelf kunnen opvangen, is dit een waardevolle ondersteuning.
Toekomstige ontwikkelingen en budgettaire veranderingen
De financiering van kinderopvang is in 2024 voornamelijk juridisch verplicht, wat betekent dat de uitkeringen en subsidies volgens wet en regelgeving moeten worden uitgevoerd. Ongeveer 99,2% van het budget voor kinderopvang is in 2024 juridisch verplicht, terwijl 0,7% bestuurlijk gebonden is en 0,1% beleidsmatig gereserveerd.
De uitgaven voor kinderopvangtoeslag stijgen in 2024 met € 81 miljoen ten opzichte van 2023. Deze toename is onder andere het gevolg van het groeiende aantal ouders dat gebruik maakt van geregistreerde kinderopvang en het stijgende aantal kinderen met extra zorgvragen die extra financiële ondersteuning nodig hebben.
Binnen de kinderopvangsector is er ook aandacht voor de toekomstige financieringsstelselontwikkeling. Het huidige financieringsmodel wordt geëvalueerd en eventueel aangepast om te zorgen voor een duurzame en toegankelijke kinderopvangsector. Dit is vooral van belang gezien de stijgende vraag naar kinderopvang en de wisselende inkomenssituatie van ouders.
De rol van gemeenten in de financiering van kinderopvang
Naast de kinderopvangtoeslag zijn er ook gemeentelijke regelingen voor kinderopvang. Deze regelingen zijn bedoeld om kinderen met een vve-indicatie (voor- en vroegschoolse educatie) of met een sociaal-medische indicatie extra ondersteuning te bieden. In deze regelingen is sprake van doelgroepkinderen, die specifieke zorgbehoeften hebben.
Gemeenten bepalen zelf de criteria voor toegang tot deze regelingen. In veel gevallen is er een inkomensafhankelijke bijdrage vereist, wat betekent dat ouders met een lager inkomen meer subsidie ontvangen. In sommige gevallen kan de kinderopvangtoeslag gecombineerd worden met gemeentelijke regelingen om de financiële ondersteuning te vergroten.
Peuterspeelzalen worden gesubsidieerd door gemeenten en zijn meestal bedoeld voor kinderen tussen 2,5 en 4 jaar. Deze instellingen zijn gericht op de voor- en vroegschoolse educatie en bieden kinderen de kans om te leren spelen, te ontdekken en zich sociaal te ontwikkelen. Sinds 2013 kunnen ouders voor de betaling aan de peuterspeelzaal ook een toeslag aanvragen.
Uitdagingen en kansen
De financiering van kinderopvang is een essentieel onderdeel van de kinderopvangsector, maar het heeft ook zijn uitdagingen. De inkomstenafhankelijke regels betekenen dat ouders met hogere inkomsten minder subsidie ontvangen, wat kan leiden tot ongelijkheid in toegang tot geregistreerde opvang. Voor ouders die bijvoorbeeld in een lage inkomensgroep vallen, is de kinderopvangtoeslag vaak het enige ondersteuning dat beschikbaar is. Voor ouders in hogere inkomensgroepen is de toeslag daarentegen beperkt en kunnen zij soms geen gebruik meer maken van geregistreerde opvang vanwege de hoge kosten.
Een andere uitdaging is de groeiende vraag naar kinderopvang en de beperkte capaciteit van de sector. Veel ouders hebben moeite om een plek in geregistreerde opvang te vinden, vooral in stedelijke gebieden. Dit kan leiden tot langere wachttijden en beperkte toegang tot geregistreerde opvang, wat weer heeft invloed op de financiering via toeslagen.
Toch zijn er ook kansen. De introductie van het Persoonsgebonden Budget biedt ouders meer flexibiliteit in de keuze van een geregistreerde opvangdienst. Dit kan vooral van belang zijn voor ouders van kinderen met extra zorgvragen, die vaak specifieke zorgbehoeften hebben. Het PGB is een waardevolle regeling die ouders in staat stelt om op maat gemaakte opvang te regelen voor hun kind.
Conclusie
Buitenschoolse opvang speelt een belangrijke rol in de balans tussen werk en gezin. Voor ouders is het een noodzakelijke ondersteuning om hun werk- of studieverplichtingen na te kunnen komen. De financiering van buitenschoolse opvang is echter inkomstenafhankelijk, wat betekent dat ouders met een lager inkomen meer subsidie ontvangen. De kinderopvangtoeslag is bedoeld om de kosten van geregistreerde opvang te dekken en is een essentieel onderdeel van de financiering van kinderopvang.
Ouders moeten aan een aantal voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor de kinderopvangtoeslag. Deze omvatten het combineren van werk of studie met zorg voor het kind, het afsluiten van een contract met een geregistreerde opvangdienst en het gebruik van een LRK-nummer. De toeslag is ook afhankelijk van het toetsingsinkomen van de ouders, het aantal uren dat gebruikt wordt en de soort opvang die is afgenomen.
Naast de kinderopvangtoeslag zijn er ook gemeentelijke regelingen en het Persoonsgebonden Budget beschikbaar voor ouders die extra financiële ondersteuning nodig hebben. Deze regelingen zijn vooral bedoeld voor ouders van kinderen met extra zorgvragen, die vaak hogere kosten hebben voor opvang en begeleiding.
De financiering van kinderopvang is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders, werkgevers en de overheid. De uitgaven voor kinderopvangtoeslag zijn verwacht te stijgen in 2024 en worden grotendeels juridisch verplicht. De toekomstige financieringsstelselontwikkeling is van belang om te zorgen voor een duurzame en toegankelijke kinderopvangsector.