Buitenschoolse opvang en coronamaatregelen: heropening, protocollen en praktische richtlijnen

De buitenschoolse opvang (BSO) speelt een cruciale rol in de zorg voor kinderen buiten schooltijd en biedt een veilige omgeving waar kinderen kunnen spelen, leren en zich ontwikkelen. Tijdens de coronapandemie zijn regering en kinderopvanginstellingen genoodzaakt om tijdelijke maatregelen te nemen om de verspreiding van het virus te beperken. Deze maatregelen hadden directe gevolgen voor de werking van de BSO. In deze artikel wordt ingegaan op de heropening van de buitenschoolse opvang in de context van de coronapandemie, de geldende protocollen en richtlijnen, en de aanbevelingen voor zowel ouders als opvanginstellingen. De informatie is gebaseerd op de meest actuele maatregelen en richtlijnen, zoals beschreven in openbare bronnen.

Heropening van de buitenschoolse opvang

De buitenschoolse opvang werd in Nederland tijdelijk gesloten vanaf 21 december 2021 tot en met 9 januari 2022 als maatregel tegen het coronavirus. Deze maatregel gold voor alle instellingen waarin kinderen zouden kunnen komen in contact met het virus. Echter, op 19 april 2021 werd aangekondigd dat de buitenschoolse opvang weer volledig zou openen. Deze heropening vond plaats in het kader van het geleidelijke heropenen van scholen en andere kinderopvanginstellingen. De regering benadrukte dat de maatregelen zorgvuldig werden afgestemd op de coronasituatie en de mate van risico voor kinderen en medewerkers.

De heropening was mogelijk dankzij het feit dat kinderen een beperkte rol spelen in de verspreiding van het virus. Toch bleven er risico’s, en daardoor zijn er aanvullende maatregelen genomen om zowel de kinderen als het personeel te beschermen. Zo werden pedagogische medewerkers voorrang gegeven bij het testen op corona, en is het snotneuzenbeleid van het RIVM aangepast. Bovendien werden houders van BSO-locaties geadviseerd om een locatie-specifiek plan op te stellen om het mixen van groepen kinderen te beperken.

Protocollen en aanvullende maatregelen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft samen met de Onderwijsraad voor Maatregelen tegen Infectieziekten (OMT) een Generiek Kader ontwikkeld. Dit kader bevat voorstellen om de verspreiding van het virus in kinderopvanginstellingen en scholen verder in te perken. Aan de hand van dit kader is het protocol voor kinderopvang aangepast door de brancheorganisaties in samenwerking met de Stichting voor Zorg en Welzijn (SZW).

De belangrijkste maatregelen die vanaf 19 april 2021 zijn toegepast in de buitenschoolse opvang zijn:

  • Quarantainevoorschriften voor kinderen in contact met besmetting: Kinderen die in nauw contact zijn geweest met iemand die besmet is met het coronavirus gaan in quarantaine. Deze quarantaine duurt 10 dagen vanaf het moment van het laatste contact. Na 5 dagen kunnen kinderen zich vrijwillig laten testen. Als de test negatief is, mogen zij uit quarantaine en weer naar school of opvang. Als geen test wordt afgenomen, mogen kinderen na 10 dagen uit quarantaine, mits geen klachten aanwezig zijn.

  • Snotneuzenbeleid: Kinderen van 4 tot 12 jaar met neusverkoudheidsklachten mogen normaal naar school of opvang, tenzij zij aan andere coronaklachten lijden, zoals koorts of hoest. Voor jongere kinderen van 0 tot 4 jaar geldt dat zij met verkoudheidsklachten naar de kinderopvang mogen, tenzij zij in contact zijn geweest met iemand met een positieve coronatest of klachten met koorts of benauwdheid.

  • Afbakening van groepen: Om het risico op verspreiding van het virus te beperken, is het aanbevolen om groepen kinderen zoveel mogelijk af te bakenen. Daarom is het voor houders van BSO-locaties belangrijk om een locatie-specifiek plan op te stellen dat aangeeft hoe groepen kinderen worden samengesteld en hoe contacten tussen verschillende groepen worden beperkt.

  • Voorrang voor testen bij medewerkers: Pedagogische medewerkers krijgen voorrang op het testen op corona. Dit helpt bij het vroegtijdig detecteren van besmettingen en het voorkomen van verdere verspreiding in de instelling.

Deze maatregelen zijn bedoeld om de BSO veilig te openen en te functioneren in de coronatijd. Het doel is om de gezondheid van zowel kinderen als medewerkers zoveel mogelijk te waarborgen, terwijl tegelijkertijd het sociale en educatieve functioneren van kinderen niet volledig wordt onderbroken.

Rol van ouders en tegemoetkomingen

Aan de kant van ouders zijn er ook maatregelen genomen om hen te ondersteunen bij de kosten van kinderopvang tijdens de coronacrisis. In de context van de tijdelijke sluiting van BSO’s van 21 december 2021 tot 9 januari 2022 is de Tijdelijke Tegemoetkomingsregeling zonder Overheidsvergoeding (TTKZO) ingevoerd. Deze regeling is bedoeld voor ouders die geen kinderopvangtoeslag ontvangen of die gebruik maken van gemeentelijke kinderopvangregelingen.

Ouders die de kosten van kinderopvang zelf dragen kunnen aanspraak maken op deze tegemoetkomst. Het is belangrijk dat zij een aanvraag indienen voor deze vergoeding, die beschikbaar was vanaf 1 oktober tot en met 1 december 2022. De TTKZO helpt ouders bij de financiële lasten die kunnen ontstaan door de noodzakelijke maatregelen rondom de coronapandemie.

Daarnaast zijn er ook andere tegemoetkomingen en maatregelen genomen om ouders en kinderopvanginstellingen in de coronatijd te ondersteunen. Deze maatregelen zijn afhankelijk van de situatie en het beleid dat op dat moment geldt. Ouders worden daarom geadviseerd om zich op de hoogte te houden van de meest actuele informatie via betrouwbare bronnen, zoals de websites van de Rijksoverheid of relevante brancheorganisaties.

Uitdagingen en beperkingen

Hoewel de heropening van de buitenschoolse opvang een positieve stap is, blijven er uitdagingen. De coronapandemie is een dynamische situatie die snel kan veranderen, afhankelijk van het aantal besmettingen, ziekenhuisopnames en het vaccinatiepercentage in de bevolking. Daarom is het belangrijk dat zowel opvanginstellingen als ouders flexibel blijven en bereid zijn om aan te passen aan nieuwe regels of maatregelen.

Een van de uitdagingen is het feit dat kinderen vaak in groepen functioneren en dat het verminderen van contacten tussen groepen niet altijd eenvoudig is. Daarom is het essentieel dat houders van BSO-locaties een goed opgesteld plan hebben dat aangeeft hoe groepen worden samengesteld en hoe contacten worden beperkt.

Buiten dat, is er ook de uitdaging van communicatie. Het is belangrijk dat ouders op de hoogte worden gehouden van eventuele veranderingen in de regels of maatregelen. Dit geldt met name als er sprake is van een besmetting in een groep of van aanpassingen aan het snotneuzenbeleid. Goede communicatie helpt om verwarring te voorkomen en zorgt ervoor dat ouders en opvanginstellingen op dezelfde lijn werken.

Beperkte rol van kinderen in de verspreiding van het virus

Een van de belangrijkste inzichten uit de coronapandemie is dat kinderen in de meeste gevallen een beperkte rol spelen in de verspreiding van het virus. Hoewel er uitzonderingen zijn, zoals bij jonge kinderen of kinderen met een zwakke immuunsystemen, is het algemeen geconstateerd dat kinderen minder vaak ziek worden en ook minder vaak ernstige klachten ontwikkelen dan volwassenen.

Toch zijn er risico’s, met name als kinderen in groepen verkeren en dicht in de buurt van elkaar spelen of leren. Daarom zijn er maatregelen genomen om de verspreiding van het virus in kinderopvanginstellingen zoveel mogelijk te beperken. Deze maatregelen zijn onder andere het afbakenen van groepen, het snotneuzenbeleid, en het testen van medewerkers op corona.

Het is belangrijk om te benadrukken dat de keuze voor deze maatregelen is gedaan met het oog op de veiligheid van kinderen en medewerkers. De regering en het RIVM hebben dit beleid afgesproken op basis van wetenschappelijke onderzoeken en huidige inzichten over de verspreiding van het virus. De maatregelen zijn daarom niet willekeurig, maar zijn gebaseerd op het beste beschikbare bewijs.

Toekomstige ontwikkelingen

Hoewel de heropening van de BSO op 19 april 2021 een belangrijke stap was, is het duidelijk dat de coronapandemie nog niet voorbij is. De situatie kan opnieuw veranderen, afhankelijk van nieuwe varianten van het virus, de vaccinatiegraad in de bevolking, en andere factoren. Daarom is het belangrijk dat zowel opvanginstellingen als ouders zich blijven aanpassen aan de regels en maatregelen die op dat moment gelden.

Een van de mogelijke ontwikkelingen is dat de maatregelen geleidelijk worden versoepeld, naarmate de situatie verbetert. Dit betekent bijvoorbeeld dat het snotneuzenbeleid kan worden aangepast of dat de quarantaineperiode voor kinderen korter kan worden. Het is echter ook mogelijk dat er nieuwe maatregelen worden genomen als er sprake is van een nieuwe golfe van besmettingen.

Ouders worden daarom geadviseerd om zich op de hoogte te houden van de meest actuele informatie. Dit is mogelijk via de websites van de Rijksoverheid, het RIVM, of via de directe communicatie met de opvanginstelling. Het is ook belangrijk dat ouders bereid zijn om mee te werken aan de maatregelen die op dat moment gelden, zodat de buitenschoolse opvang veilig en functioneel kan blijven.

Samenwerking tussen opvanginstellingen en ouders

De samenwerking tussen opvanginstellingen en ouders is van groot belang voor het functioneren van de BSO in de coronatijd. Ouders worden uitgenodigd om mee te werken aan de maatregelen die zijn genomen om de verspreiding van het virus te beperken. Dit betekent bijvoorbeeld dat ouders ervoor zorgen dat hun kind voldoende slaap krijgt, goed gevoed wordt, en zich aan de hygiënerichtlijnen houdt.

Buiten dat, is het ook belangrijk dat ouders communiceren met de opvanginstelling over eventuele klachten of veranderingen in de gezondheid van hun kind. Dit helpt om vroegtijdig signalen van besmettingen of andere ziektes op te sporen en te beheersen. Goede communicatie is daarom een essentieel onderdeel van de samenwerking tussen opvanginstellingen en ouders.

Daarnaast is het ook belangrijk dat ouders zich bewust zijn van de regels rondom quarantaine en testen. Als hun kind bijvoorbeeld in contact is geweest met iemand die besmet is, is het belangrijk dat ze ervoor zorgen dat hun kind in quarantaine gaat en zich bij de aangeraden tijd laat testen. Dit helpt om de verspreiding van het virus te beperken en zorgt ervoor dat andere kinderen en medewerkers zoveel mogelijk worden beschermd.

Conclusie

De heropening van de buitenschoolse opvang op 19 april 2021 was een belangrijke stap in het kader van de coronapandemie. Deze heropening is mogelijk geweest dankzij het feit dat kinderen een beperkte rol spelen in de verspreiding van het virus en dankzij de aanvullende maatregelen die zijn genomen om de verspreiding verder in te perken. Deze maatregelen omvatten het afbakenen van groepen, het snotneuzenbeleid, en het testen van medewerkers op corona.

De rol van ouders en opvanginstellingen is essentieel in het functioneren van de BSO in de coronatijd. Ouders worden uitgenodigd om mee te werken aan de maatregelen die zijn genomen en ervoor te zorgen dat hun kind zich aan de regels houdt. Buiten dat, is het ook belangrijk dat ouders zich op de hoogte houden van de meest actuele informatie en bereid zijn om mee te werken aan eventuele aanpassingen.

De coronapandemie is nog steeds een dynamische situatie, en het is belangrijk dat zowel opvanginstellingen als ouders flexibel blijven en bereid zijn om aan te passen aan nieuwe regels of maatregelen. De samenwerking tussen opvanginstellingen en ouders is daarom essentieel voor het functioneren van de BSO in de coronatijd.

Bronnen

  1. Coronategemoetkoming ouders zonder kinderopvangtoeslag
  2. Buitenschoolse opvang weer open
  3. Buitenschoolse opvang vanaf 19 april weer volledig open
  4. Buitenschoolse opvang vanaf maandag 19 april weer volledig open
  5. Wijzigingsregeling maatregelen COVID-19 (onderwijsinstellingen en buitenschoolse opvang)
  6. Buitenschoolse Opvang vanaf 19 april weer volledig open

Gerelateerde berichten