Omgaan met Woedeaanvallen bij Kinderen: Herkenning, Reactie en Preventie
juni 18, 2025
Verlatingsangst is een veelvoorkomende fase in de ontwikkeling van jonge kinderen, die zich kenmerkt door angst en ongemak wanneer ze gescheiden worden van hun belangrijkste verzorgers. Deze angst kan zich op verschillende manieren uiten en heeft verschillende oorzaken, afhankelijk van de leeftijd en de individuele ontwikkeling van het kind. Dit artikel biedt een overzicht van verlatingsangst bij peuters en kleuters, gebaseerd op beschikbare informatie, en geeft praktische tips voor ouders en verzorgers.
Verlatingsangst is de angst om verlaten te worden door iemand waaraan een kind gehecht is. Dit is een normale reactie, vooral bij baby's en jonge kinderen, en is een teken van een gezonde hechting. Het ontstaat doordat het kind bang is dat de verzorger niet meer terugkomt. Rond de leeftijd van 6-8 maanden ontwikkelen baby’s het besef dat objecten blijven bestaan, zelfs als ze uit het zicht verdwijnen. Voor die tijd was het verdwijnen van een ouder gelijk aan het niet meer bestaan van die ouder. Dit nieuwe begrip kan echter ook leiden tot angst wanneer de verzorger daadwerkelijk even weg is. Het is belangrijk te begrijpen dat verlatingsangst niet per se betekent dat er iets mis is met de opvoeding of het kind. Het is een natuurlijk onderdeel van de emotionele en cognitieve ontwikkeling.
De oorzaken van verlatingsangst kunnen divers zijn. Bij baby's en peuters kan het ontstaan door de ontwikkeling van objectpermanentie, het besef dat mensen en objecten blijven bestaan, zelfs als ze niet zichtbaar zijn. Dit kan leiden tot angst wanneer de verzorger even uit het zicht verdwijnt. Veranderingen in de routine, zoals het starten van kinderopvang, een verhuizing, of de komst van een broertje of zusje, kunnen ook verlatingsangst triggeren. Ook temperament speelt een rol; sommige kinderen zijn van nature onzekerder en vatbaarder voor angst dan andere. Bij oudere kinderen kunnen traumatische gebeurtenissen, zoals het overlijden van een dierbare, verlatingsangst veroorzaken.
Verlatingsangst kan zich op verschillende manieren uiten. Bij baby's en peuters kan dit zich uiten in huilen, protesteren, of zich stevig vasthouden aan de verzorger wanneer deze probeert weg te gaan. Ze kunnen moeite hebben met in slaap vallen als de verzorger niet bij hen is, of een verminderde eetlust vertonen wanneer de verzorger afwezig is. Bij oudere kinderen kunnen de symptomen subtieler zijn, zoals een constante behoefte aan nabijheid, bezorgdheid over het welzijn van de verzorger, of lichamelijke klachten zoals buikpijn wanneer ze weten dat de verzorger weggaat. Ook kan verlatingsangst leiden tot prestatieproblemen op school of nachtmerries. Een kind kan ook proberen een reactie uit de verzorger te lokken door zich bijvoorbeeld dramatisch te gedragen bij het afscheid nemen.
Verlatingsangst kan zich ook uiten in slaapproblemen. Kinderen kunnen plotseling aanhankelijk worden tijdens dutjes en bedtijd, en huilen zodra de verzorger de kamer verlaat. Het is belangrijk om in deze situaties de routine zoveel mogelijk hetzelfde te houden. Veranderingen in de slaaproutine kunnen de angst juist verergeren. Het kan helpen om in de buurt te blijven, bijvoorbeeld door in de kamer ernaast de was te vouwen, om het kind een gevoel van veiligheid te geven.
Er zijn verschillende manieren om kinderen te helpen omgaan met verlatingsangst. Het is belangrijk om de angst van het kind serieus te nemen en niet te bagatelliseren of uit te lachen. Geef het kind een veilig nest door zijn angst te erkennen en te valideren. Neem afscheid kort en duidelijk, en vermijd stiekem weg te glippen. Een ritueel rondom het afscheid nemen kan helpen, bijvoorbeeld een vaste knuffel of een kus. Het is belangrijk om consequent te zijn en niet toe te geven aan de wensen van het kind om te blijven, omdat dit de angst juist kan versterken.
Het is ook belangrijk om het kind zelfvertrouwen te geven en te stimuleren om zelfstandig te zijn. Laat het kind dingen zelf doen en geef complimenten voor zijn inspanningen. Wissel de zorgrol af tussen de ouders, zodat het kind leert om zich aan verschillende verzorgers te hechten. Blijf betrouwbaar en houd je aan afspraken. Als je belooft om terug te komen, zorg er dan voor dat je ook daadwerkelijk terugkomt.
Hoewel verlatingsangst meestal afneemt naarmate kinderen ouder worden, kan het ook op latere leeftijd nog voorkomen. Bij oudere kinderen kan verlatingsangst het gevolg zijn van onzekerheid, eerdere traumatische ervaringen, of een gebrek aan veilige hechting. Het is belangrijk om in deze gevallen de oorzaak van de angst te achterhalen en het kind te helpen om zijn gevoelens te uiten en te verwerken. Professionele hulp kan nodig zijn als de angst ernstig is en het functioneren van het kind belemmert.
In de meeste gevallen is verlatingsangst een tijdelijke fase die vanzelf overgaat. Echter, als de angst ernstig is, lang aanhoudt, of het dagelijks functioneren van het kind belemmert, is het raadzaam om professionele hulp te zoeken. Een psycholoog of therapeut kan helpen om de oorzaak van de angst te achterhalen en het kind te leren omgaan met zijn gevoelens.
Bij het brengen van een kind naar de kinderopvang is het belangrijk om een rustige en positieve sfeer te creëren. Neem de tijd om afscheid te nemen, maar maak het niet te langdramatisch. Vertrouw op de professionals van de kinderopvang en geef hen de ruimte om het kind te troosten. Een goede communicatie tussen ouders en de kinderopvang is essentieel om de angst van het kind te verminderen.
Verlatingsangst is een normale fase in de ontwikkeling van jonge kinderen, die kan worden veroorzaakt door verschillende factoren. Het is belangrijk om de angst van het kind serieus te nemen, een veilige en liefdevolle omgeving te bieden, en het kind te helpen om zelfvertrouwen te ontwikkelen. Door consequent te zijn, afspraken na te komen, en professionele hulp te zoeken indien nodig, kunnen ouders en verzorgers kinderen helpen omgaan met verlatingsangst en een gezonde hechting te ontwikkelen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet